De noodzaak van interreligieuze dialoog: de benadering van een moslim

De noodzaak van interreligieuze dialoog: de benadering van een moslim

Deze boodschap is gericht aan deelnemers van de bijeenkomst in het jaar 1999 voor het Parlement voor Wereldreligies in Kaapstad in de Republiek Zuid-Afrika.
Zoals elke zonsondergang, elke zonsopgang en elke nieuwe lente een nieuw begin en hoop betekent, zo doen elke nieuwe eeuw en elk nieuw millennium dat ook. In dit opzicht, binnen het rad des tijds waarover wij geen controle hebben, heeft de mensheid altijd gezocht naar een nieuwe levensvonk, naar een ademtocht zo fris als een lentebries en men heeft gehoopt en gewenst om van de duisternis in het licht te stappen met het gemak waarmee men over een drempel stapt.

We kunnen alleen speculeren over wanneer de eerste man en vrouw verschenen op de aarde, die gelijk is gesteld aan de hemel als gevolg van de goddelijke kunst die hij tentoonstelt, zijn ontologische betekenis en zijn waarde die grotendeels afkomstig is van zijn voornaamste bewoner, de mens. Volgens de kalender die we vandaag de dag gebruiken, staan we op de drempel van het derde millennium na de geboorte van Jezus, vrede zij met hem. Maar, omdat de tijd verstrijkt en vooruitgaat in een helicoïdale relativiteit, zijn er verschillende tijdmetingen in de wereld. Zo staat de wereld bijvoorbeeld, volgens de tijdmeting die momenteel wereldwijde acceptatie geniet, op het punt om de drempel van een nieuwe periode van duizend jaar over te stappen, terwijl we, volgens de joodse kalender, al in de tweede helft van het zesde millennium zitten. Binnen de jaartelling van de Hindoes leven we in het Kali Yuga tijdperk en volgens de moslimkalender naderen we het einde van de eerste helft van het tweede millennium.
We zouden ons echter moeten herinneren dat deze tijdmeting ook relatief is. Terwijl wordt aangenomen dat een periode van 100 jaar de maat is voor een eeuw, is het idee van een 60-jarige eeuw, gebaseerd op de levensduur van een gemiddeld persoon, het ook waard om genoemd te worden. We zijn, gezien vanuit dit standpunt, al in het vierde millennium na de geboorte van Jezus, vrede zij met hem, en in het derde millennium na de hijra, dat het beginpunt van de moslimkalender is. Ik breng deze kwestie naar voren vanwege het spirituele ongemak dat is veroorzaakt door de angstaanjagende voorspellingen die worden geassocieerd met het nieuwe millennium, vooral in het Westen.

Mensen leven in eeuwigdurende hoop en zijn aldus kinderen van de hoop. Op het moment dat zij hun hoop verliezen, verliezen ze tevens hun “passie” voor het leven, ongeacht of hun fysieke bestaan voortduurt. Hoop is recht evenredig aan het hebben geloof. Evenals de winter een vierde van een jaar vormt, zo zijn de perioden in het leven van een persoon of samenleving die overeenkomen met een winter, ook kort. De raderwerken van goddelijke daden draaien rond zulke veelomvattende wijsheden en barmhartige doeleinden, dat ook de desastreuze perioden kort zijn en worden gevolgd door gelukkige tijden in zowel het leven van een individu als in de geschiedenis van een land, net zoals de circulatie van dag en nacht de hoop doet opleven en de geest doet herleven en net zoals ieder nieuw jaar begint in afwachting van lente en zomer.
Deze circulatie van de “Dagen van God”, welke gecentreerd is in Goddelijke Wijsheid, betekent angst noch pessimisme voor hen met geloof, inzicht en oprecht scherpzinnige vermogens. Het is eerder een bron van voortdurende reflectie, herinnering en dankzegging voor degenen met een schrander hart, innerlijke perceptie en het vermogen om te horen. Net als dagen zich ontwikkelen in het hart van de nacht en net zoals de winter de baarmoeder verschaft waarin de lente groeit, zo is het leven van de mens gezuiverd, gerijpt en draagt het zijn verwachte vruchten binnen de circulatie. Ook worden door God gegeven menselijke vermogens in deze circulatie begaafdheden en talenten. Wetenschappen bloeien als rozen en weven de technologie in de werkbank van de tijd en de mensheid nadert geleidelijk het voorbestemde einde.

Na het verklaren van deze algemene visie van ons, die persoonlijk noch subjectief is maar eerder een objectief feit van de menselijke geschiedenis is, moet men niet denken dat we winter of winterachtige gebeurtenissen die corresponderen met verdriet, ziekte en rampen, verwelkomen. Ondanks het algemene feit dat ziekte uiteindelijk de weerstand in het lichaam verhoogt, het immuunsysteem versterkt en de medische vooruitgang aandrijft, is het pathologisch en schadelijk. Het is hetzelfde met aardse en hemelse rampen. Vanuit een theologisch en moreel standpunt resulteren ze uit onze zonden en onderdrukking welke genoeg zijn om de Aarde en de Hemelen door elkaar te schudden en uit het feit dat we ons inlaten met daden die verboden verklaard zijn en die veracht worden door de wet en de ethiek (religieus of seculier). Hoewel ze mensen bewust maken van hun fouten en nalatigheid, ze ontwikkelingen in geologie, architectuur en techniek en de daaraan verbonden veiligheidsmaatregelen veroorzaken en hoewel ze de vernietigde bezittingen van de gelovigen naar het niveau van liefdadigheid verheffen en de gelovigen zelf naar het niveau van martelaarschap, veroorzaken deze rampen grote vernielingen en schaden ze de mensheid.

Op dezelfde manier lezen we in de Koran: “Zonder dat God enkelen (van u) hinderde met enkele anderen (van u), zouden de moskeeën, kloosters en synagogen waarin God wordt aanbeden zijn vervallen tot ruïnes.” Met andere woorden, God zou zo onbekend zijn dat mannen en vrouwen, die geneigd zijn om niets te erkennen dat superieur is aan henzelf en die geloven dan hun daden in twijfel zullen worden getrokken in het Hiernamaals, totaal op een dwaalspoor geraken en de Aarde daarbij ongeschikt maken voor het menselijk leven. Er is ook het goddelijke decreet: “je beschouwt iets als slecht terwijl het goed voor je is; je beschouwt iets anders juist als goed, terwijl het slecht voor je is.” Oorlog is bijvoorbeeld toelaatbaar. Hoewel oorlogen gebaseerd kunnen zijn op specifieke beginselen en ze met de intentie van het verbeteren van de bestaanssituatie voordelen kunnen hebben, zou er niet om moeten worden gevraagd omdat ze schade toebrengen; ze laten geruïneerde huizen, vernietigde families en huilende wezen en weduwen achter.

Hoe dan ook, de realiteit van het leven kan niet worden veronachtzaamd en zou niet moeten worden genegeerd. Mensen zijn de spiegels van Gods Namen en Attributen en zijn derhalve onderscheiden van de rest van de schepsels met de eer van verantwoordelijkheid voor het welvarend maken van de Aarde in Zijn naam. Als ze de wijsheid en de doelstellingen achter al het goed of kwaad dat door hun Schepper op hun pad is gestuurd niet kunnen bevatten, dan kunnen ze de wanhoop en het pessimisme niet ontvluchten. Voor hen verandert het leven, zoals te zien is in de existentialistische literatuur, in een zinloos proces, het bestaan in een doelloos vacuüm, onzin in de enige maatstaf, zelfmoord in een verdienstelijke daad en de dood wordt de enige onvermijdbare realiteit.

De fundamentele aard van de mens
Na het voorstellen van de kwesties die de basis van dit onderwerp vormen als introductie, kunnen we overschakelen naar onze overwegingen met betrekking tot het derde millennium.
De menselijke geschiedenis begon met twee mensen die de essentie vormden van de mensheid en die elkaar aanvulden. Mensen leefden een rustig leven in deze tijd van de eerste vader en moeder en van de families die van hen afstamden. Zij vormden een verenigde samenleving met dezelfde visies en ze deelden dezelfde omgeving en levens. Vanaf die dag is de essentie van de mensheid onveranderd gebleven en zo zal het blijven. De feiten van het bestaan rondom hun levens: hun fysieke constructie, hun belangrijkste kenmerken, hun basisbehoeften, de plaats en tijd van geboorte en de dood, de selectie van ouders en lichaamsbouw, de omringende natuurlijke omgeving en de aangeboren karakteristieken die hen omgeven, zijn niet veranderd. Deze vereisen allemaal enkele essentiële en vitale onveranderlijke realiteiten en waarden. Dus, de ontwikkeling en verandering van de secundaire realiteiten des levens, zouden gebaseerd moeten worden op de spil van deze primaire realiteiten en waarden, zodat het leven voortgaat als een wereldlijk paradijs onder de schaduw van de hemel.

We hebben hierboven wat kwesties genoemd die schadelijk en onplezierig lijken te zijn. Zo zijn er ook menselijke trekjes die op het eerste gezicht slecht lijken te zijn, zoals haat, jaloezie, vijandigheid, het verlangen om anderen te overheersen, hebzucht, woede en egoïsme. Een mens heeft ook aangeboren driften en behoeften die de voortzetting van zijn of haar wereldlijke leven mogelijk maken, zoals de behoefte om te eten en drinken en driften zoals lust en woede. Alle menselijke driften, behoeften en verlangens zouden moeten worden gericht op en geleid in de richting van de eeuwige, universele en onveranderlijke waarden die over de fundamentele aspecten van de mensheid gaan. In dit opzicht kunnen de behoefte om te eten en drinken en het verlangen in verband met lust en woede worden getemd en getransformeerd in middelen van het absolute of relatieve goede. Zo kunnen egoïsme en haat bronnen worden van mooie eigenschappen en goedheid. Jaloezie en rivaliteit kunnen worden getransformeerd in een competitie van barmhartige en goede daden. Het gevoel van vijandigheid kan worden getransformeerd in vijandigheid gericht op Satan, de grootste vijand van de mens, en tegen het gevoel van haat en vijandigheid zelf. Hebzucht en woede kunnen worden omgezet in een drang die iemand zal dwingen om zonder erdoor vermoeid te raken, goede daden te verrichten. Egoïsme kan de slechte aspecten van de vleselijke ziel (nafs) aanduiden, waarbij wordt gezocht naar het trainen en zuiveren van de ziel door zijn slechte daden niet te goed te praten.

Zoals hier te zien is, kunnen alle negatieve gevoelens worden getransformeerd in bronnen van het goede door te trainen en te vechten. Dit is hoe men het niveau van “het beste van de Schepping” kan bereiken: Door de weg af te leggen van de transformatie van een potentieel mens naar een echt en geperfectioneerd mens om zo het beste symbool, model en de persoonlijke vertegenwoordiger van de schepping en het bestaan te worden.
Ondanks dit feit volgen de realiteiten van het menselijk leven deze leidraad niet altijd. De negatieve gevoelens en eigenschappen verslaan de mensen vaak, trekken hen dermate onder hun heerschappij dat zelfs de religies die mensen naar goedheid en vriendelijkheid leiden, misbruikt worden, evenals de gevoelens en eigenschappen die de bron van het absolute goede zijn. Het menselijk leven, op het niveau van het individu en van de mensheid in zijn geheel, is slechts de optelling van de interne, persoonlijke strijd en zijn externe uitingen. Deze getijden maken de persoonlijke wereld van het individu, de maatschappij en de geschiedenis een arena voor gevechten, worstelingen, oorlogen, onderdrukking en tirannie. Het resultaat is vaak dat het de mensen zelf zijn die de gevolgen ondervinden.
Mannen en vrouwen plukken altijd het fruit van hun daden. In de eerste periode van zijn geschiedenis, leefde de mensheid een gelukkig leven als een enkele maatschappij waarvan de leden vreugde en verdriet met elkaar deelden. Maar later bonden ze hun nek en voeten vast met een roestig juk gemaakt uit kettingen van onderdrukking als resultaat van jaloezie, hebzucht en het begeren van andermans privileges en bezittingen. De consequentie hiervan was de moord op Abel door Kaïn. Als gevolg hiervan betrad de mensheid het pad van verdeeldheid. Ondanks de millenniums die elkaar, net als de dagen, seizoenen en jaren, opvolgen, blijft deze ‘cyclus’ bestaan.

Het tweede millennium
Het tweede millennium begon met de Kruistochten en daarna de Mongoolse invasies in de moslimwereld, dat in die tijd als het hart van de aarde en de geschiedenis was. Ondanks de oorlogen en vernielingen en ondanks de misdaden die soms uit naam van religie werden gepleegd, en soms uit naam van economische, politieke en militaire overmacht, heeft dit millennium de top van de Oosterse beschavingen, gebaseerd op spiritualiteit, metafysische, universele en eeuwige waarden, en de top van de Westerse beschavingen gebaseerd op de natuurwetenschappen, gezien. Er werden veel belangrijke geografische ontdekkingen en wetenschappelijke uitvindingen gedaan.

Echter, de beschavingen uit het Oosten en uit het Westen bestonden gescheiden van elkaar. Deze scheiding, die niet zou moeten hebben plaatsgevonden, was gebaseerd op het terugtrekken van het intellect en de wetenschap door de eerste, en op het terugtrekken van de spiritualiteit, metafysica en eeuwige, onveranderlijke waarden door de laatste. Als gevolg hiervan hebben de laatste eeuwen van dit millennium rampen aanschouwd, die haast niet te geloven zijn. Door de groeiende arrogantie en het groeiende egoïsme van de mens, hetgeen voortkomt uit zijn eigen prestaties, moesten mannen en vrouwen leven met wereldwijd kolonialisme, immense slachtingen, revoluties die miljoenen levens hebben gekost, onvoorstelbare bloederige en vernietigende oorlogen, rassendiscriminatie, enorm maatschappelijk en economisch onrecht en ijzeren gordijnen gebouwd door regimes wier ideologie en filosofie de essentie, de vrijheid, de verdienstelijkheid, en het eergevoel van de mensheid probeerde te ontkennen. Het komt deels hierdoor en deels door sommige voortekenen in de Bijbel dat veel mensen in het Westen bang zijn dat de wereld weer zal worden overspoeld door stromen van bloed, etter, en vernieling. Ze zijn behoorlijk pessimistisch en bezorgd over het nieuwe millennium.
Onze verwachtingen met betrekking tot het nieuwe millennium
Moderne communicatie- en transportmiddelen hebben de wereld getransformeerd tot een groot, mondiaal dorp. Dus, zij die verwachten dat radicale veranderingen in een land beperkt worden door dat land en beperkt blijven tot dat land, zijn zich niet bewust van de huidige realiteiten. Deze tijd is een periode van interactieve betrekkingen. Landen en mensen hebben meer behoefte aan en zijn afhankelijker van elkaar, hetgeen verbondenheid in wederzijdse betrekkingen veroorzaakt.
Dit netwerk van relaties, dat de periode van bruut kolonialisme heeft overtroffen en dat bestaat op basis van wederzijdse interesse, biedt enkele voordelen aan de zwakkere kant. Bovendien groeien de acquisitie en de uitwisseling van informatie geleidelijk, dankzij de vooruitgang in technologie, in het bijzonder de digitale, elektronische technologie. Als gevolg hiervan komt het individu op de voorgrond, waardoor het onvermijdelijk wordt dat democratische overheden die persoonlijke rechten respecteren, tirannieke regimes te vervangen.

Aangezien ieder individu van het menselijke soort in relatie staat tot andere menselijke soorten, kunnen individuele rechten niet worden opgeofferd voor de maatschappij en zouden maatschappelijke rechten moeten afhangen van individuele rechten. Hierom werden de fundamentele rechten van de mens en de vrijheden die worden gevonden in geopenbaarde religies, in overweging genomen door het oorlogsmoeë Westen. Ze zullen prioriteit krijgen in alle betrekkingen. Bovenaan deze rechten staat het recht op leven, dat door God wordt verleend en alleen door Hem worden afgepakt. Om het belang van dit recht in de islam te benadrukken, is een fundamenteel principe in de Koran: “Als iemand een ander onterecht doodt, is dat hetzelfde als wanneer hij of zij de hele mensheid heeft gedood; als iemand een ander redt, is dat hetzelfde als wanneer hij of zij heel de mensheid heeft gered.”

Andere rechten zijn de vrijheid van godsdienst en geloof, gedachte en meningsuiting; het recht op eigen bezit en de onschendbaarheid van het eigen huis; het recht om te trouwen en kinderen te krijgen, het recht op communicatie en reizen; en het recht op en vrijheid van onderwijs. De beginselen van islamitische jurisprudentie zijn gebaseerd op deze en andere rechten, welke allemaal zijn geaccepteerd door de moderne rechtssystemen zoals de bescherming van het leven, religie, bezit, voortplanting, en intellect, de gelijkheid van mensen gebaseerd op het feit dat alle mensen menselijke wezens zijn en de afwijzing van alle raciale, op huidskleur gebaseerde en linguïstische discriminaties. Al deze rechten zullen – en moeten – onontbeerlijk zijn in het nieuwe millennium.
Ik geloof en ik hoop dat de wereld in het nieuwe millennium een gelukkigere, rechtvaardigere plaats is met meer mededogen, in tegenstelling tot de angsten van sommige mensen. De islam, het christendom en het jodendom hebben allemaal dezelfde wortels, hebben bijna dezelfde essenties en zijn gevoed door dezelfde bron. Ook al hebben ze eeuwenlang als rivaliserende religies geleefd, de gezamenlijke punten tussen hen en hun gedeelde verantwoordelijkheid om een gelukkige wereld te bouwen voor alle schepsels van God, maakt interreligieuze dialoog tussen hen noodzakelijk. De dialoog is nu uitgebreid met religies uit Azië en andere gebieden. De resultaten zijn positief.
Zoals hierboven is aangegeven, zal de dialoog zich ontwikkelen als een noodzakelijk proces en de volgers van alle religies zullen manieren vinden om dichter bij elkaar te komen en om elkaar te assisteren.

Eerdere generaties aanschouwden een bittere strijd die nooit had mogen plaatsvinden: wetenschap versus religie. Dit conflict gaf aanleiding tot atheïsme en materialisme hetgeen het christendom meer dan andere religies beïnvloedde. En dat terwijl wetenschap religie niet kan tegenspreken, omdat het tot doel heeft om de natuur en de mens te begrijpen, die elk een compositie zijn van de tekenen van Gods Attributen van Wil en Macht. Religie vindt zijn oorsprong in het Goddelijke Attribuut van de Taal dat zich manifesteerde in de loop van de geschiedenis van de mens als Goddelijke geschriften zoals de Koran, de evangeliën, de Thora en andere. Met dank aan de inspanningen van zowel de christelijke- als de moslimtheologen en wetenschappers, lijkt het erop dat het eeuwenlange religie-wetenschapsconflict tot een einde komt, of dat tenminste zijn absurditeit wordt erkend.

Het einde van dit conflict en een nieuwe stijl van onderwijs dat religie en wetenschappelijke kennis zal fuseren samen met moraliteit en spiritualiteit, zal oprecht verlichte mensen voortbrengen met harten die worden verlicht door religieuze wetenschappen en spiritualiteit en met geesten die worden verlicht door exacte wetenschappen; mensen die worden gekenmerkt door allerlei soorten humanitaire verdiensten en morele waarden en die zich bewust zijn van de sociaaleconomische en politieke omstandigheden van hun tijd. Onze oude wereld zal een uitstekend “voorjaar” beleven voordat het ter ziele gaat. Dit voorjaar zal de kloof tussen arm en rijk smaller laten worden; de schatten der aarde worden eerlijk verdeeld in overeenstemming met het werk, kapitaal en de behoefte van een persoon; discriminatie gebaseerd op ras, huidskleur, taal en wereldvisie zal afwezig zijn; fundamentele mensenrechten en vrijheid worden beschermd. Individuen zullen op de voorgrond treden en zullen, terwijl ze leren hoe ze hun potentieel het best kunnen gebruiken, met vleugels van liefde, kennis en geloof opstijgen op hun weg naar de wording van “de meest verheven mens”.
In dit nieuwe “voorjaar” zullen mensen, rekening houdend met het wetenschappelijke en technologische proces, begrijpen dat het huidige niveau van wetenschap en technologie lijkt op de fase waarin een kind leert kruipen. De mensheid zal ruimtereizen organiseren alsof het om reizen door een ander land gaat. Reizigers op weg naar God, deze zelf-offeraars van de liefde die geen tijd hebben voor vijandigheid, voeren de inspiraties van hun geest naar andere werelden. Ja, dit voorjaar zal verrijzen op de fundamenten van liefde, compassie, genade, dialoog, acceptatie van anderen, wederzijds respect, rechtvaardigheid en rechten. Het zal een tijd zijn waarin de mensheid zijn ware essentie ontdekt. Goedheid en vriendelijkheid, rechtschapenheid en deugd zullen de basis-essentie vormen van de wereld. Wat er ook gebeurt, de wereld zal vroeg of laat op dit spoor belanden. Niemand kan dit voorkomen.

We bidden en smeken de Oneindig Barmhartige om onze hoop en onze verwachtingen niet op niets te laten uitdraaien. Het Parlement voor Wereldreligies, Kaapstad in de Republiek Zuid-Afrika, 12.01.1999

M. Fethullah Gülen

Islam verafschuwt terreurdaden

Wij veroordelen de laatste terroristische aanslag op de Verenigde Staten van Amerika ten zeerste en voelen de pijn van het Amerikaanse volk in het diepst van ons hart.

De islam verafschuwt terreurdaden. Een religie die verklaart: “Hij die onterecht één iemand doodt, doodt de gehele mensheid,” kan het zinloos vermoorden van duizenden niet vergeven.

Onze gedachten en gebeden gaan uit naar de slachtoffers en hun geliefden.

Deze betuiging van medeleven was voor de slachtoffers van de terroristische aanslag van 11 september.

M. Fethullah Gülen

Fethullah Gulen’s reactie op de terroristische aanslag op de VS op 11 september

Ik wil graag benadrukken dat iedere terroristische activiteit, ongeacht wie erachter zit en wat het doel is, de grootste klap voor de vrede, de democratie en de mensheid is. Daarom mogen terroristische activiteiten nooit worden goedgekeurd. Terreur mag geen middel zijn om onafhankelijkheid te bereiken, noch mag het worden toegepast in een strijd voor verlossing. Het kost bovenal levens van onschuldige mensen.

Het kan er in eerste instantie op lijken dat een terroristische activiteit zijn doel heeft bereikt en het doelwit heeft benadeeld. In realiteit zal het resultaat de ondergang van de terrorist zelf zijn. Deze laatste terroristische activiteit is de meest bloedige en verwerpelijke. Het is een daad van sabotage tegen niet alleen de Verenigde Staten van Amerika, maar ook tegen de wereldvrede en de universele democratische en humanistische waarden. Zij die deze daden hebben verricht, kunnen niet anders zijn dan de meest meedogenlozen van iedereen in de hele wereld.

Laat me u alstublieft verzekeren dat de islam nooit enige vorm van terrorisme goedkeurt. Terrorisme kan nooit een middel zijn voor enig islamitisch doel; een terrorist kan geen moslim zijn, noch kan een ware moslim een terrorist zijn. De islam gelast vrede en een ware moslim kan niet anders dan een symbool zijn van vrede en van de handhaving van fundamentele mensenrechten. Als er negen criminelen op een schip zitten met slechts één onschuldig persoon aan boord, dan zal de islam vanwege die ene onschuldige persoon, niet toestaan dat het schip tot zinken wordt gebracht om de criminelen te straffen. Elk recht wordt in de islam gerespecteerd en mag niet worden geschonden. Het recht van een individueel mag niet worden geschonden in het belang van de gemeenschap. De Koran, het heilige boek van de islam, verklaart dat iemand die onterecht een leven neemt, is als iemand het leven neemt van de gehele mensheid en dat iemand die een leven redt, is als iemand die het leven redt van iedereen. Onze Profeet Mohammed zegt ook dat een moslim iemand is die geen schade toebrengt met zijn/haar tong of hand.

Ik veroordeel de laatste terroristische aanslag in de Verenigde Staten ten zeerste. Het verdient niet anders dan verwerping en haat en het moet door iedereen in de wereld worden veroordeeld.

Ik verzeker het Amerikaanse volk dat ik zal bidden tot de Almachtige God voor de slachtoffers en dat ik vanuit het diepste van mijn hart hun aller pijn voel. Moge God hen toerusten met geduld.
M. Fethullah Gülen

Boodschap aan de president van de engelenbeweging

Boodschap aan de president van de engelenbeweging.

Dhr. P. Hanejörg Bitterlich
Moderator des Engelwerkes
Bad Fusch

Uwe Excellentie,

Dank u voor uw vriendelijkheid in het aanmoedigen van dialoog tussen de grote wereldreligies in het belang van en ten bate van de mensheid.

Ik wil u tevens mijn dank betuigen voor de vragen die u heeft gesteld. Ik heb geprobeerd ze zo kort mogelijk te beantwoorden.

Met vriendelijke groeten en de meeste hoogachting

1. Vanwege het labelgemak hebben sommige mensen onze manier van doen inderdaad ‘de Beweging van het Licht’ genoemd. Persoonlijk ben ik er geen voorstander van om op onze manier van doen een bepaald label te plakken; zo’n label kan de onjuiste indruk wekken dat we een soort van afscheidingsbeweging of exclusieve groep zijn en dat zijn we niet. Het woord ‘beweging’ kan ook politieke activiteiten oproepen; nog een associatie die niets met ons van doen heeft.

De eerste verzen in het boek Genesis doordringen de geest van het idee dat licht de oorspronkelijke, essentiële vorm van schepping is. In het 24e hoofdstuk van de Koran (genaamd ‘Licht’), bevat het Vers van het Licht de zin: God is het Licht van de hemelen en de aarde. De Koran zegt ook in veel verschillende verzen dat God de Hoeder en Beschermer van gelovigen is en dat hij ze uit het donker naar het licht leidt. Dit is zeer belangrijk voor de manier waarop moslims denken omdat het ons leert dat het bijbrengen van kennis de grootste dienst is die je de mensheid kunt bewijzen. Als echter, zoals in de afgelopen eeuwen, verlichting alleen wordt opgevat in relatie met het redeneringsvermogen van de mens, kan het leiden tot een verwaarloosde en consequente degradatie van morele en spirituele vermogens. Wij geloven dat de morele en spirituele dimensies van mensen essentieel zijn voor hun aard, voor hun mens-zijn en dat geestelijke en morele training daarom essentieel is. Terwijl de wetenschappen het redeneringsvermogen kunnen vormen, hebben morele en geestelijke verlichting, zonder welke er geen voortdurende voldoening of vrede kan zijn, religieuze bewustwording en leiding nodig. Ik ben er zeer van overtuigd dat geluk en redding haalbaar zijn op een manier die spirituele en intellectuele verlichting combineert en ik bid voor een zodanige begeleiding.

2. De Koran beveelt ons te geloven in alle Profeten zonder onderscheid te maken tussen hen. Het geloof in alle goddelijke geschriften zoals deze zijn geopenbaard aan de Profeten is een andere pijler van het islamitische geloof. Dit betekent dat je om moslim te zijn, tevens volger moet zijn van Jezus, Mozes en andere Profeten, vrede zij met hen. Naast de pijlers van geloof die u hebt genoemd en die gemeenschappelijk zijn voor het islamitische en het katholieke onderwijs, zijn de morele waarden die beide aanhouden ook gemeenschappelijk. Moraliteit is een vrucht van het religieuze leven; Profeet Mohammed, vrede zij met hem, verklaarde: ‘Ik ben gezonden om de deugden te perfectioneren.’ De lessen van Jezus, vrede zij met hem, legt de meest prominente nadruk op liefde en compassie, verdraagzaamheid en vergeving. Deze nadruk weerklinkt in de meest herhaalde formule van de Koran die door moslims wordt gebruikt – bismi-llahi r-rahmani r-rahim – en waarin God zichzelf introduceert aan de mensheid als de meest Genadige en de meest Barmhartige. In de Koran spreekt God ook de Profeet Mohammed, vrede zij met hem, aan met de woorden: We hebben je zeker niet gezonden, anders dan als daad van barmhartigheid aan alle werelden (of alle soorten van de schepping). Het islamitische en het katholieke geloof zijn overeengekomen dat we allemaal God moeten aanbidden. Er zijn zeker veel raakvlakken tussen de twee geloven, maar het zou te veel ruimte innemen om ze allemaal op te schrijven.

3. Degenen onder het Turkse volk die ervoor hebben gekozen om op onze manier het Licht te dienen, hebben scholen en kostscholen in vele landen, alsook in Turkije, opgericht, evenals studentenhuizen en hostels voor de accommodatie van studenten, in het bijzonder van de behoeftige studenten. Ze publiceren ook een dagblad, enkele tijdschriften, een enkel boek en ze leiden een televisiezender.

4. We zijn er klaar voor om te doen wat we kunnen om de dialoog en het begrip tussen de mensen op deze wereld en in het bijzonder tussen de grote wereldreligies, te bevorderen. Het is onze overtuiging dat moslims en christenen steeds meer zullen samenwerken tegen atheïstische trends om te zorgen voor een betere, vreedzame wereld. Islamitische tradities verhalen over de Profeet Mohammed; hij zou hebben gezegd dat Jezus Christus, vrede zij met hen beiden, voor het eind der tijden zal neerdalen in de wereld en universele rechtvaardigheid zal instellen. Sommige hedendaagse moslimgeleerden interpreteren deze traditie als – en dit is mijn eigen overtuiging – het gegeven dat er een samenkomen tussen de islam en het christendom zal komen op de gemeenschappelijke gronden, in het belang van de grondbeginselen van het geloof en tegen antireligieuze, atheïstische trends en andere vernietigende, tweedracht zaaiende tendensen.

5. Ik hoop dat het antwoord op vraag 4 ook deze vraag heeft beantwoord.

6. Ik denk dat het beter is om in oog in oog te praten over hoe we wellicht kunnen samenwerken om onze gedeelde doelen effectief te begunstigen. Laat me hier wel zeggen dat we met oprechtheid en goede intentie kunnen volhouden in onze dienstverlenende werkzaamheden om te helpen een betere wereld tot stand te brengen en dat we dat doen zonder de geschillen of conflicten tussen ons – dat zijn er in ieder geval maar weinig – aan te kaarten en door de gemeenschappelijke gronden te benadrukken.

1. Het is dienstverlening ten behoeve van de welvaart van de mensheid in beide werelden, deze en de volgende.

2. Ons doel is om ons te verzekeren van Gods goedkeuring en welbehagen. We geloven dat dit mogelijk is door de mensheid te dienen door het intellect met wetenschappen en het hart met religieuze en morele waarden te verlichten. Als de sfeer, waarvan we geloven dat die op deze manier naar voren wordt gebracht, wordt geaccepteerd als zijnde zo mooi en glad als een roos, kan het ‘Gül Devri’ worden genoemd. Je kunt het ook de “gouden eeuw” noemen of hoe je het ook maar onder woorden wilt brengen.

3. Door ons te concentreren op onderwijs door middel van scholen – basisscholen, middelbare scholen, hogescholen en universiteiten – en media, proberen we mensen te verlichten op zowel intellectuele als spirituele wijze en bevorderen we de morele normen in de maatschappij. We willen zo een atmosfeer van vrede en broederschap onder de verschillende lagen van de gemeenschap introduceren.

4 De islam heeft alle discriminatie op het gebied van etniciteit, huidskleur en ras uitgebannen. We hebben een lange geschiedenis waarin veel mensen van verschillende religies, rassen, huidskleuren en talen, vredig naast elkaar hebben bestaan. Door geen prioriteit en verhevenheid te verlenen aan zulke ‘natuurlijke’ verschillen en door te ons bewust te worden van de gemeenschappelijke factoren die ze delen door samen te leven, hopen we dat verschillende etnische groepen samen kunnen leven. Daarnaast zouden ze alert moeten zijn op de instigatie van grote machten die de verschillen tussen hen manipuleren voor hun eigen gewin.

5. Politieke partijen in Turkije zijn voortgebracht door dezelfde mensen met wie we leven en met wie we dezelfde historie, hetzelfde land, lot, klimaat enz. delen. Als burgers van hetzelfde land delen we ondanks verschillende meningen over bepaalde zaken die moeten worden beschouwd als heel natuurlijk, veel gemeenschappelijke waarden met politieke partijen. Wij hebben echter geen direct contact met één van die partijen en we staan in op gelijke afstand van de partijen zoals we ook dichtbij ze staan.

6. Gigantische ontwikkelingen in de techniek van transport en telecommunicatie hebben de wereld veranderd in een groot dorp. Onder deze omstandigheden moeten alle mensen in de wereld leren om dit dorp met elkaar te delen en om samen te leven in vrede en met wederzijdse hulp. We geloven dat er voor volkeren, ongeacht hun geloof, cultuur, beschaving, ras, huidskleur en land, meer is wat hen noodzaakt om samen te komen, dan om zich van elkaar af te scheiden. Als we deze elementen die hen verplichten om in vrede samen te leven kunnen stimuleren en we hen bewust kunnen maken van de dodelijke gevaren van oorlog voeren en conflicten, wordt de wereld beter dan hij vandaag de dag is.

7. In de Koran staat expliciet dat mannen en vrouwen zijn uit één wezen geschapen. Enkele kleine verschillen in religieuze taken – als gevolg van fysiologische en fysieke verschillen – daargelaten, hebben mannen en vrouwen dezelfde verantwoordelijkheden en rechten. Het is daarom niet mogelijk om de schending van de rechten van de vrouw in de naam van een ideologie of ten voordele van enkele machtige groepen, goed te keuren.

8. Onze Profeet, vrede en zegeningen zijn met hem, verklaarde dat hij was gezonden om de morele deugden te perfectioneren. Het doel van godsdiensten is om de mens te perfectioneren in moraliteit, om de mens perfect te maken. De meeste morele normen waardoor de mens kan worden geperfectioneerd zijn universeel en gangbaar bij alle volkeren. Door deze normen en waarden te praktiseren in onze levens en door een goed voorbeeld voor studenten te zijn, zonder ook maar een minimum aan godsdienstonderwijs te geven, kunnen studenten als goede, bruikbare leden van de maatschappij worden opgevoed. Daarnaast is de mens groots door de schepping. Zijn innerlijke zintuigen of vermogens zoals zijn geweten, sporen hem aan tot deugdelijk gedrag. Als we deze zintuigen of vermogens van hem kunnen prikkelen, en zijn potentieel kunnen opwekken in overeenstemming met zijn primordiale aard, zal hij in staat zijn om de ware leidraad te volgen.

9. Taal is een communicatiemiddel onder de volkeren. Engels is, zoals we weten, de meest gesproken taal in de wereld. Het is ook mogelijk om het nodige materiaal en de benodigde bronnen te vinden, met name voor het onderwijzen van wetenschappen in het Engels. Ooit floreerden de wetenschappen in de moslimwereld. Nu ligt het Westen ver voor op het gebied van wetenschap en technologie. Onze Profeet, vrede en zegeningen zijn met hem, verklaarde dat kennis het verloren bezit van een gelovige is. Hij moet het dus grijpen waar hij het ook maar vindt. Niemand mag onverschillig staan tegenover het aannemen van wat goed en fout is, alleen vanwege het feit dat zijn opponenten het in handen hebben. Daarnaast beschouwen we niemand, geen mens, geen beschaving, als een vijand of opponent van ons. Volkeren hebben onderling veel te delen. We ondersteunen dialoog en verzoening tussen wereldvolkeren. We hebben er daarom niets op tegen om, hetgeen we in anderen hebben gevonden en dat ten goede komt aan de mensheid en aan de welvaart, toe te passen.

Bedankt voor uw vragen.

M. Fethullah Gülen

De boodschap van Fethullah Gülen aan de Melbourne conferentie in Australië

Ik voel me vereerd dat ik deze belangrijke, inaugurele, internationale conferentie getiteld ‘Van Dialoog naar Samenwerking, de Visie van Fethullah Gülen en Moslim-Christelijke Betrekkingen’, formeel mag openen.

De titel zelf is bemoedigend omdat er nog niet zo lang geleden niet veel dialoog plaatsvond, laat staan dat er samenwerking bestond in moslim-christelijke betrekkingen. Er is een lange historie van oecumenische dialoog in het christelijke domein, maar interreligieuze dialoog was een ander verhaal.

In Australië hebben we sinds de jaren ’70 veel gedebatteerd over multiculturalisme of, zoals er later aan werd gerefereerd, culturele diversiteit. Pas in de jaren ’90 begonnen we te praten over religieuze diversiteit, ondanks het feit dat cultuur en religie nauw met elkaar verweven zijn in elke cultureel diverse samenleving.

In juli 1997 vond er hier in Melbourne een grote internationale conferentie plaats. De conferentie werd gesponsord door de Australische Multiculturele Stichting en door W.C.R.P. (Wereld Conferentie van Religies voor Vrede) en er was een aantal gerenommeerde sprekers aanwezig inclusief de toenmalige gouverneur-generaal Sir William Dean, Dr. Carey, de toenmalige aartsbisschop van Canterbury, en Z.E. kardinaal Arinze, de leidende expert van de katholieke kerk als het gaat om betrekkingen met de islam. Ik was op dat moment de gouverneur van Victoria en zei in mijn toespraak:

“Religies – en de kerken of de gemeenten of inheemse groepen die het levende gezicht van verschillende geloven zijn – hebben een enorm belang bij een gezond multiculturalisme en een gezonde culturele diversiteit. En gezonde multiculturele maatschappij is gebouwd op ware tolerantie en respect voor de rechten en plichten van anderen. Als er intolerantie ten opzichte van culturele verschillen is, zal er intolerantie ten aanzien van religie zijn. Als gelovige mensen niet tolerant kunnen zijn, dan zal hun geloof worden betwist en uiteindelijk falen.”

Er volgde een aantal conferenties die bekend stonden als de Abraham Conferenties. De tweede hiervan vond plaats in 2004, hier op de Australische Katholieke Universiteit. Het thema van de conferentie was “Onze Gezamenlijke Toekomst: Moslims, Christenen en Joden,” hetgeen het leiderschap van de Australische Katholieke Universiteit (dat vandaag de dag wordt gedeeld met de Monash Universiteit en de Australian Intercultural Society) weerspiegelt. Ik gaf de voornaamste voordracht die bekend staat als de Abraham Lezing en die betrekking had op drie grote thema’s:
•    de vestiging van immigranten
•    de kwestie van geweld en religie
•    de bijdrage van de verschillende godsdiensten

Ik zal kort refereren aan het tweede en derde deel van deze thema’s. Het thema van geweld en religie is zeer uitgestrekt thema. In deze lezing omvatte ik de zeer actuele kwestie van zelfmoordterrorisme en ik heb tot in detail uiteengezet waarom zelfmoord verboden is door de islam, zoals is bevestigd door alle gerenommeerde moslimgeleerden. Tegelijkertijd verstrekte ik een hoeveelheid bewijs dat officiële islamitische instanties, zowel in het Verenigd Koninkrijk als hier in Australië, geweld en terrorisme, inclusief het gebruik van zelfmoordwapens, aan de kaak hebben gesteld.

Ik antwoordde ook op de frequente claim dat historisch gezien, religie nauw verbonden was met geweld en dat het de oorzaak was van oorlogen en consequente misère. De geschiedenis laat ons natuurlijk enkele voorbeelden van oorlogen zien die werden uitgevochten rondom kwesties waaronder religie, maar dit ging geenszins op voor de meest uitgebreide oorlogen uit de geschiedenis. Dus de eeuwen van oorlogen ten behoeve van de uitbreiding van Rome bijvoorbeeld, hadden niets te maken met religie en hetzelfde geldt voor de eeuwen van barbaarse invasies in de duistere middeleeuwen.

In recentere tijden hadden de twee meest kostbare oorlogen in de geschiedenis, te weten de Eerste- en Tweede Wereldoorlog, niets te maken met religie.
Met betrekking tot het derde thema van de migrantenvestiging was de bijdrage van religie aan het succes van ons migrantenverhaal niet moeilijk te illustreren. Twee gebieden, te weten welzijn en educatie, schieten me te binnen.

Met betrekking tot het welzijn van migranten werd een zeer significante rol gespeeld door religieuze organen bij het assisteren van migranten in het vestigingsproces.
De grootste groep migranten die geen Engels spreekt in Australië bestond uit migranten uit Italië waarvan de grootste concentratie zich hier in Melbourne bevond. De hevigste periode van de beweging was tussen 1947 en 1967. Gedurende die periode kwam het grootste deel van de steun, die zowel gepersonifieerd als sensitief was, neer op de schouders van religieuzen zoals kapelaans en hun ondersteunende lekengroepen.

Gedurende deze 20 jaar bestond Co.As.It, de officiële Italiaanse welzijnsorganisatie en de grootste migranten-welzijnsorganisatie in Australië, niet en de grootste belasting met betrekking tot het verstrekken hulp aan Italianen in hun eigen taal, kwam voor de rekening van het Aartsbisschop Comité voor Italiaanse Ondersteuning en voor individuele kapelaans. Omdat ik gedurende zo’n twaalf jaar in de jaren ’80 en ’90 president van Co.As.It was, vind ik het fijn om de enorme bijdrage van de katholieke kerk aan de succesvolle vestiging van Italiaanse migranten in de twee decennia voordat Co.As.It was opgericht, te kunnen erkennen.

Wat ik heb gezegd over Italiaanse kolonisten, geldt ook voor andere gemeenschappen. Ik refereer vandaag in het bijzonder aan de vroege joodse gemeenschap, aan de Griekse gemeenschap en aan de religieuze moslimleiders in de Turkse en Libanese gemeenschappen.

Een ander voorbeeld is de grote bijdrage die het Oecumenische Migratiecentrum heeft geleverd. Dat centrum heeft zich ontwikkeld uit de Europese Australische Christelijke Broederschap, dat zelf weer was ontstaan uit de Wereldraad van Kerken.

Op het gebied van educatie hebben verschillende religieuze organen een essentiële bijdrage geleverd. In de vroege historie van dit land stichtten de Schotten bijvoorbeeld hun eigen scholen met behulp van de presbyteriaanse kerk om hun geloof en hun cultuur te behouden.

Toen er een hele nieuwe golf van culturen naar Australië kwam in de periode na de oorlog, was er een dringende behoefte om in te spelen op wat deze groepen, samen met werkgelegenheid, zagen als hun hoogste prioriteit, namelijk cultureel-sensitief onderwijs voor hun kinderen. Cultureel-sensitief betekende het erkennen dat de religie een essentieel onderdeel was van hun cultuur. De katholieke kerk was als gevolg daarvan, verplicht om scholing te verzorgen voor tienduizenden migrantenkinderen zonder enige financiële ondersteuning van de staat in die tijd; een situatie die voortduurde totdat in de jaren ’70 staatshulp werd geleverd aan denominatieve scholen.

De afgelopen jaren is er een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek verricht, geleid door de Australische Multiculturele Stichting, naar de hoeveelheid en het karakter van de vele religies die een verwelkomend thuis hebben gevonden in Australië. In deze context refereer ik in het bijzonder aan het werk van professor Des Cahill, professor van Interculturele Studies aan de RMIT Universiteit, en professor Gary Bouma, Unesco-leerstoel aan de Monash Universiteit voor Interculturele en Interreligieuze Betrekkingen.
Al die tijd was -en dat was relatief onbekend bij ons in Australië- het werk en de geleerdheid van Fethullah Gülen aan het groeien. Dit bereikte Australië recentelijk -door de ACU, Australische Katholieke Universiteit- bij de lancering van de Fethullah Gülen leerstoel in november 2007. De lancering van die leerstoel met Dr. Ismail Albayrak als de inaugurele voorzitter, was een krachtig teken. Mag ik hier even pauzeren om u mee terug te nemen naar die belangrijke gebeurtenis toen de aard van de Fethullah Gülens bijdrage werd beschreven. Ik kan de toespraak van professor Greg Barton tijdens deze gebeurtenis niet verbeteren. Professor Barton, die hier vandaag aanwezig is, beschreef Gülens gedachten als hebbende drie hoofdkenmerken en ik citeer hem:
“Hij is in de eerste plaats een alim, een traditionele islamitische geleerde met een grondige kennis van de Koran, de Soenna, islamitische jurisprudentie en islamitische geschiedenis. Gülen heeft een enorme maatschappelijke beweging laten ontstaan die zich bezighoudt met praktische religieuze filantropie op grote schaal. Het tweede element in Gülens gedachten en in het maatschappelijke activisme van de Gülenbeweging is een liefde voor onderwijs.”

En ten derde, zei hij, is het gekenmerkt door dienstverlening. Professor Barton concludeerde:
“Er belooft deze nieuwe eeuw zo veel meer te worden bereikt in moslim-christelijke betrekkingen en in de wetenschappelijke kennis van religie en religieuze gemeenschappen dan er in de vorige eeuw is bereikt. De lancering van de leerstoel aan deze Universiteit staat, geloof ik, voor iets heel erg goeds en voor iets van grote betekenis dat veel verder gaat dan enige andere instelling en dan enige andere aanstelling. Dit is, insyallah, als God het wil, het begin van iets groots.”
Deze inaugurele internationale conferentie is weer een ander krachtig teken. Het komt zeer gelegen.
Er is bewijs van de druk vanuit overheden, inclusief hier in Victoria, om bestaande privileges en vrijstellingen af te schaffen of te verminderen. Sommige van deze overheden die de druk volhouden, stellen in feite dat vrijheid van religie en geloof essentieel de vrijheid van aanbidding betekent –thuis of in een kerk of moskee- maar niet op openbare plekken die geheel seculair dienen te zijn. Dit is de filosofische grondreden voor een gezamenlijke actie om religieuze organisaties het overbrengen van hun geloof middels de handelswijzen op scholen, in ziekenhuizen, in bejaardentehuizen, in verpleeghuizen en welzijnsvoorzieningen, te ontnemen.
Deze gezamenlijke inspanning om religieuze vrijheid en geloof te verminderen en beperken, valt samen met –is wellicht verbonden met- een agressief atheïsme dat religie bespot als bijgelovig, irrationeel en blind.

Atheïsme gaat hier verder dan een rationeel debat en valt, vaak onder het mom van secularisme, religie in alle vormen aan als zijnde in conflict met de goede werking van een seculiere staat. De voorwaarden voor het debat zouden, ten minste, respect voor hen die een religie belijden moeten inhouden, evenals respect voor hen die geen geloof belijden. Helaas tonen enkelen van hen, die het denkbeeld van anti-religie ter sprake brengen, geen respect voor religie.
Dit is een cruciale tijd met betrekking tot publieke verhoudingen en een cruciale tijd voor degenen die de ware vrijheid van religie en geloof koesteren. Bij de officiële opening van deze inaugurele internationale conferentie wil ik de hoop uitspreken dat de conferentie het begrip zal vergroten en ik wil de samenwerking promoten inclusief de samenwerking om alle religies en degenen zonder religie van respect te verzekeren.

De boodschap van Fethullah Gulen ten behoeve van stabiliteit

Zijne excellentie president Dmitry Medvedev,

Geachte leden van de Russische Moefti Raad,
Eerzame gasten,
Dames en Heren.

Het is voor mij een onmiskenbare eer en een groot plezier om me bij u aan te sluiten in het koesteren van de edele waarden van de dialoog en het wederzijdse respect voor elkaar omdat ik geloof dat zij naar voren zijn gebracht door deze internationale conferentie getiteld “Rusland en de Moslimwereld: Partnerschap ten behoeve van Stabiliteit”.

Ondanks het feit dat ik persoonlijk niet in staat ben om deze geweldige conferentie bij te wonen, wil ik graag aan alle deelnemers mijn groeten en beste wensen voor een succesvolle conferentie overbrengen. Ik wil ook graag van deze gelegenheid gebruik maken om mijn oprechte dankbaarheid aan de geachte leden van de Russische Moefti Raad te uiten en hen te feliciteren met het samenbrengen van de prominente politieke, intellectuele en publieke figuren van over heel de wereld om een frisse manier van denken aan te moedigen om zo manieren te vinden om wereldvrede en voorspoed te bewerkstelligen door internationale samenwerking.

Geachte gasten,
Dames en Heren,

Ik beschouw deze conferentie als zeer belangrijk en tijdig omdat het zo’n belangrijke kwestie aanpakt als de noodzaak van internationale samenwerking op het gebied van wetenschap, cultuur, economie en educatie.

Vandaag de dag heeft de mensheid, meer dan ooit, behoefte aan een overkoepelende samenwerking tussen de landen, tussen verschillende etnisch-religieuze groepen en tussen de maatschappelijke organisaties om zo gezamenlijk de veelvoorkomende problemen en ontberingen van volkeren over heel de wereld aan te pakken.

Ik vind het ook zinvol dat zo een nobele onderneming plaatsvindt in de Russische Federatie die een rijke historische en culturele erfenis geniet en die een verscheidenheid aan verschillende culturen en religies herbergt. Het is wederom een blijk van respect van de Russische Federatie voor verschillende culturen en van zijn oprechte toewijding om zulke platforms, waar nieuwe en frisse ideeën voor het voetlicht worden gebracht, te creëren. Daar feliciteer ik zijne excellentie president Dmitry Medvedev en de andere hooggeachte overheidsfunctionarissen mee.

Nu ik mijn betoog afsluit bedank ik u allen nogmaals voor uw onafgebroken pogingen om een productieve, internationale samenwerking te bevorderen op gebieden die zeer van belang zijn voor het welzijn van de mensheid en voor uw oprechte bijdragen aan het verbeteren van de wereld.

M. Fethullah Gülen