Fethullah Gülen en inter-religieuze dialoog

In een interview, te vinden op Today’s Zaman 14 augustus 2013, laat de Turkse Islamitische religieuze denker Fethullah Gülen onder meer het volgende optekenen:

  1. Een pleidooi voor meer democratie in Turkije. Letterlijk: “He said Turkey stands in a very important place geographically and politically and it is crucial for the country to preserve and advance its achievements in democratization, thanks in part to its ongoing relationship with the EU.”
  2. Een pleidooi voor meer vrouwenrechten. Letterlijk: “Speaking about women’s rights in Islam, Gülen responded in the negative when asked if women’s rights are limited to mothers’ rights. He said the general opinion about women is that while taking into account their specific needs, it should be made possible for them to take on every role, including the jobs of physician, military officer, judge and president of a country.”
  3. In verband met de scholen, naar hem genoemd: “First of all, he said, he has never been personally involved in the founding or operation of any school. ‘My influence, if any, has been through my sermons, talks and seminars. If I have any credit among the people who listen to my words, I have channeled that credit or credibility to encouraging them to establish institutions of education. I have tried to explain that we can achieve peace and reconciliation around the world only through raising a generation of people who read, who think critically, who love fellow humans and who offer their assets in the service of humanity,” he said.”
  4. In verband met het recht dat hij heeft, zoals iedereen, om filosofisch en theologisch te mogen evolueren. Letterlijk: “Gülen said it is always possible for a person to go through an evolution in his thinking. ‘In an article I wrote years ago I asked: Are you today the same person as yesterday? And are your interlocutors the same people as yesterday? Neither [are you] exactly the same person, nor are your interlocutors, which means tomorrow neither of you will be the same person either,’ he said in an attempt to indicate the evolution of his thinking.”
  5. In verband met de inter-religieuze dialoog: “He said during the interfaith dialogue movement of the 1990s, he had a chance to get to know practitioners of non-Muslim faiths better, and he felt a need to revise his expressions from earlier periods. He said he admits sincerely that he might have misunderstood some verses and prophetic sayings. ‘I realized and then stated that the critiques and condemnations that are found in the Koran or prophetic tradition are not targeted against people who belong to a religious group, but at characteristics that can be found in any person,’ he added.”
    “He also complained about people with “questionable intentions” who took his words out of context and selectively extracted statements from his speeches and writings. He added that his efforts for interfaith dialogue were criticized as softening Muslims’ perspectives on Jews and Christians. He said he has not done anything that he did not believe to be in the footsteps of the Prophet Muhammad.”

Het is duidelijk dat bij Gülen een uitstekende basis te vinden is als uitgangspunt voor een interreligieuze dialoog vanuit islamitisch perspectief. Het lijkt me moeilijk om een beter uitgangspunt te vinden, tenzij men elke dialoog wil uitsluiten. Ons uitgangspunt is echter dat dialoog noodzakelijk én wederzijds verrijkend is.

 

– Johan Leman, bron Foyer.be

Notice: Trying to access array offset on value of type bool in /www/wp-content/themes/Divi/epanel/custom_functions.php on line 499

Enkele beschuldigingen jegens de Gulenbeweging en antwoorden hierop

Reactie van de Stichting van Journalisten en Schrijvers op de beschuldigingen gericht tegen de Hizmetbeweging.

Er is recent weer een op onjuiste informatie gebaseerde actie op touw gezet met als doel de Hizmetbeweging in een kwaad daglicht te stellen. Deze lastercampagne is nog steeds groeiende en vindt zijn weg voornamelijk via de sociale media. De stelregel dat “Wie stelt moet bewijzen!” wordt genegeerd of afgedaan met de bewering dat “dergelijke zaken niet bewezen kunnen worden”. Alhoewel dit soort beweringen reeds eerder vele malen is weerlegd, voelt de Stichting van Journalisten en Schrijvers zich verantwoordelijk om het publiek van eerlijke informatie te voorzien.

Beschuldiging 1: ‘De Hizmetbeweging zat achter de Gezipark protesten.’

De verschillende verklaringen van Fethullah Gülen met betrekking tot deze protesten, en de houding van de Hizmetbeweging jegens dit soort incidenten maken duidelijk dat deze aantijging ongefundeerd is.

In het kader van de democratie en op basis van haar democratische betrokkenheid staat de Hizmetbeweging niet negatief tegenover het recht op een vreedzaam protest. Echter, gezien het feit dat dergelijke protesten soms escaleren en uitmonden in een geweldsuitbarsting en/of worden misbruikt ten behoeve van andere doeleinden, moedigt de Beweging haar leden niet aan om hieraan deel te nemen.

Bij aanvang verliep het protest volledig vreedzaam. De aanleiding voor dit protest was het milieu. Mensen van alle rangen en standen, waaronder een aantal mensen dat nauwe banden onderhoudt met de regerende partij, steunden in de beginfase het protest. Het kan heel goed zijn dat mensen die de Hizmetbeweging steunen in deze fase positief tegenover de protesten stonden vanwege hun persoonlijke voorkeuren en hun betrokkenheid bij het milieu. Hieruit kan echter op geen enkele manier worden afgeleid dat de Hizmet de protesten heeft aangewakkerd of op enigerlei wijze betrokken was bij een complot dat de basis vormt voor de protesten.

In een toespraak waarin onze erevoorzitter Fethullah Gülen verklaarde dat men zich niet in neerbuigende termen als ‘capulcu’ (‘rovers’ of ‘plunderaars’) over de protestanten zou moeten uitlaten, gaf hij verder aan dat de protesten, die in eerste instantie schuldig waren, in een later stadium werden uitgebuit en misbruikt door derden met kwaadwillende motieven, en dat sommige internationale mediabedrijven het nieuws op een bepaalde, eenzijdige manier uitzonden, zodat de aard van de protesten als vijandig ten opzichte van Turkije zouden worden geïnterpreteerd (http://www.herkul.org/herkul-nagme/323-nagme-taksim-gezi-parki-hadiseleri-ve-problemlerin-temeli/).

Een groot aantal mensen met verschillende achtergronden stond positief tegenover de betrokkenheid met het milieu van de protestanten en wezen het excessieve geweld tegen hen in de beginfase af. De uitspraak “de stembus is niet alles” van president Abdullah Gül, de verontschuldiging van vicepremier Bülent Arinç, de uitspraak van Minister van Cultuur Ömer Celik “de boodschap is overgekomen”, de uitspraak van Minister van Onderwijs Nabi Avci “we hebben de volledige oppositie samengebracht”, het artikel van EU Minister Egemen Bağış in de New York Times waarin hij de Gezipark protesten omschrijft als een weerspiegeling van “pluraliteit en democratie”, en ten slotte het verslag van prof. dr. Idris Bal, afgevaardigde van de AK Partij en parlementslid, waarin hij verklaart dat “de regering een strategische vergissing heeft begaan” als reactie op de Gezipark protesten, verschillen niet zoveel van de visie van de Hizmetbeweging op deze zaak.

Onmiddellijk na de Kazlıçeşme bijeenkomst die naar aanleiding van de aanhoudende Gezipark protesten werd gehouden, nam premier Erdogan deel aan de eindceremonie van de Turkse Olympiade. In zijn toespraak betuigde hij eer aan de Hizmetbeweging vanwege haar verdiensten. Aangezien de premier toegang heeft tot alle informatie die alle inlichtingendiensten in Turkije verzamelen, zou hij het niet in zijn hoofd hebben gehaald om de Hizmetbeweging eer te betuigen, als hij enig vermoeden zou hebben gehad dat de Hizmetbeweging betrokken was bij het ‘Gezipark-complot’.

Beschuldiging 2: ‘Gezipark protestanten werden vrijgelaten door rechters en aanklagers die nauwe banden onderhouden met de Hizmetbeweging.’

Alle aanklagers en rechters zijn staatsambtenaren en vallen onder toezicht van de Hoge Raad van Rechters en Aanklagers (HSYK). In het geval van onregelmatigheden of vergissingen tijdens het uitvoeren van hun taken, ligt de eindverantwoordelijkheid volledig bij het Ministerie van Justitie en de HSYK.

Bovendien is het dankzij een groot aantal nieuwsberichten in het verleden bekend dat de leden van het rechtswezen die werden beschuldigd van banden met de Hizmetbeweging te hebben, uit hun functie zijn gezet.

Nog niet zo heel lang geleden hebben de hoeders van het ‘Oude Turkije’ getracht de legitimiteit van het ‘Ergenekon Proces’ te ondermijnen door te beweren dat zich achter de schermen een ‘pro-Gülen’ rechterlijke macht had gevormd. Hoe ironisch is het dat degenen die toentertijd klaagden over de langdurige detentieperioden tijdens rechtszaken, zichzelf nu tegenspreken door de rechtbanken te veroordelen om het feit dat ze de Gezipark protestanten niet in hechtenis namen. De beschuldigingen worden openbaar gemaakt door andere kringen. Er wordt echter op geen enkele wijze op gereageerd, noch worden ze verworpen.

Beschuldiging 3: ‘Dat de protesten uit de hand zijn gelopen, is het gevolg van het gewelddadige optreden van politieagenten die betrokken zijn bij de Hizmetbeweging.’

Hoeders van de wet zijn staatsambtenaren die vallen onder het gezag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is volstrekt onlogisch om een maatschappelijke beweging verantwoordelijk te stellen voor de acties van hoeders van de wet die onder de bevoegdheid vallen van, en verantwoording afleggen aan de regering.

Bovendien werd later duidelijk dat alle strategische beslissingen met betrekking tot de protesten van meet af aan door de regering waren genomen, en dat de tenten in brand waren gestoken door plaatselijke gemeenteambtenaren.

Premier Erdogan verklaarde publiekelijk dat hij de politieambtenaren persoonlijk had geïnstrueerd met betrekking tot de incidenten. Hij verklaarde tevens dat hij volledig achter de reactie van de ambtenaren staat en prees hen voor het correct uitvoeren van hun taak.

Beschuldiging 4: ‘De Hizmetbeweging is niet tegen de staatsgreep in Egypte.’

Hoe kan een beweging die slachtoffer is bij iedere staatsgreep die plaatsvindt niet tegen staatsgrepen zijn. Het moge duidelijk zijn dat dit soort beweringen worden gedaan om de reputatie van de Beweging in diskrediet te brengen. Een beweging die jarenlang veroordeeld is omdat zij afwijzend stond tegenover staatsgrepen zal niet plotseling veranderen in een voorstander van staatsgrepen in welke context dan ook.

Wellicht ten overvloede  maar wij willen hierbij nogmaals benadrukken dat de militaire interventie tegen de rechtmatig gekozen president Morsi in Egypte een staatsgreep is die onder geen beding mag worden goedgekeurd.

Fethullah Gülen hield een toespraak naar aanleiding van de gebeurtenissen in Egypte waarin hij zei: “De democratie krijgt opnieuw een klap te verduren’ (waarin hij het Turkse woord ‘darbe’ gebruikte voor ‘klap’, dat in het Turks tevens ‘coup’/’staatsgreep’ betekent) (http://www.herkul.org/herkul-nagme/352-nagme-misirda-darbe-ve-ramazanda-tevbe/).

Gülen verklaarde nadrukkelijk dat de dag dat de Egyptische President Morsi binnen een jaar uit zijn macht is gezet, omdat ‘hij fouten heeft gemaakt’, zoals ook het geval was bij de Turkse staatsgrepen van 27 mei 1960, 12 maart 1971 en 12 september 1980, als een zwarte dag de geschiedenisboeken in zal gaan.

Geen van de mediabedrijven die betrokken zijn bij de Hizmetbeweging, hebben een positieve redactionele houding aangenomen ten opzichte van de Egyptische coup; sterker nog, alle aan deze mediaorganen gerelateerde medewerkers die verslag uitbrachten van de coup waren duidelijk negatief kritisch. Dezelfde mediabedrijven stonden ook kritisch tegenover de immorele houding die sommige Westerse politici ten opzichte van de staatsgreep hadden aangenomen.

Beschuldiging 5: ‘De weg naar een alternatieve macht leidt door Pennsylvania. Degenen die streven naar een macht die de regering vervangt bezoeken Gülen.’

Het is even onjuist als misleidend om bezoekjes aan een opinieleider die door burgers uit verschillende lagen van de bevolking wordt gerespecteerd, af te schilderen als een poging om een alternatieve macht op te bouwen. Dit zou in strijd zijn met de doelen en de waarden van Gülen, een man die, mits zijn gezondheid het toeliet, zijn hele leven voor iedereen klaar stond en die altijd de dialoog is aangegaan met mensen vanuit alle lagen van de bevolking. Vele mensen met diverse achtergronden bezoeken Gülen om veel verschillende redenen, zo ook leden van de regerende partij.

Bovendien maakt men een grote vergissing door de aard van de contacten van Gülen met mensen af te doen als zuiver politiek. Daarmee doet men de dynamiek en de diepgang ervan ruimschoots te kort.

In het verleden waren er mensen die Gülens aanwezigheid in zijn eigen land als storend ervoeren. Blijkbaar vinden zij het eveneens storend dat mensen hem in het buitenland bezoeken. Dit is in strijd met de democratische rechten van een vrij persoon en heeft veel weg van een vervolgpoging om Gülen af te zonderen van anderen (door de indruk te wekken dat degenen die hem bezoeken dit uit politieke overwegingen doen).

Beschuldiging 6: ‘Via infiltratie in de bureaucratie probeert de Hizmetbeweging te delen in de regeringsmacht.’

In een democratie verkrijgen en verliezen regeringen de macht door middel van verkiezingen. Tussen de verkiezingen door hebben burgers en maatschappelijke organisaties het recht om kritiek te uiten en suggesties te doen. Dit kan derhalve niet worden gezien als bemoeienis met de regering.

Controle van de rechtmatig gekozen regering is één van de uitgangspunten van een participatieve democratie binnen het kader van de Europese Unie, waar Turkije deel van wil uitmaken. De maatschappij neemt deze verantwoordelijkheid met hulp van maatschappelijke organisaties, oppositiepartijen en de vrije en kritische media.

Insinueren dat maatschappelijke organisaties die suggesties doen of kritiek uiten de regering omver willen werpen, de politieke macht willen delen of zeggen dat ze ‘zich niet moeten mengen in de politiek’, ze ‘een politieke partij moeten oprichten’, of dat ze ‘moeten wachten tot de volgende verkiezing’, druist volledig in tegen de aard, normen en waarden van democratische systemen en is absoluut onacceptabel.

Bovendien zijn er veel mensen met veel verschillende achtergronden die de principes en de idealen van de Hizmetbeweging in hun levenswijze hebben geïntegreerd. Het is derhalve niet meer dan logisch dat ook deze mensen hun basisrechten opeisen als burgers in een democratisch land, zich ontwikkelen en bepaalde posities bereiken binnen de overheidsdienst.

Het is onjuist om degenen die hebben gekozen om een functie te bekleden binnen de overheid van hun eigen land af te schilderen als figuren die ‘de staat omver willen nemen’, ‘in de regering infiltreren’, ‘de leiding over willen nemen’ of ‘een parallelle regering willen opzetten’, ongeacht hun persoonlijke visie of levenswijze. Dit soort beschuldigingen en op deze wijze in diskrediet brengen van mensen, doen denken aan het ‘Oude Turkije’.

Ambtenaren moeten uiteraard gehoorzaam zijn aan hun gekozen leidinggevenden (mits niet strijdig met de wet). Ambtenaren die de wet mogelijk overtreden of weigeren hun politieke leidinggevenden te gehoorzamen dienen derhalve nagetrokken te worden en, indien nodig, geschorst of aangeklaagd.

Echter, indien er getracht wordt de verschillende overheidsdiensten te ontdoen van een bepaald ‘soort’ mensen of maatschappelijke ‘segmenten’ gebaseerd op de bewering dat zij ‘de leiding over willen nemen’ of ‘uit zijn op politieke macht’, zoals in het verleden is gebeurd, dan overtreedt men de meest fundamentele principes van de wet en democratie. De politieke en bestuurlijke beslissingen van de door het volk gekozen regering moeten natuurlijk worden gerespecteerd; echter het bestempelen van mensen (wat in strijd is met de Turkse Constitutie) als ‘sympathiserend met de Hizmetbeweging’ en hen op grond daarvan uit hun functie zetten, is uitermate ondemocratisch en onrechtmatig.

Beschuldiging 7: ‘De Hizmetbeweging is tegen het vredesproces met de Koerden.’

De Hizmetbeweging heeft dit vredesproces van meet af aan ondersteund. Fethullah Gülen, onze erevoorzitter, zei al in het beginstadium dat ‘vrede goed is en dat het goede in vrede is’ (http://www.herkul.org/herkul-nagme/195-nagme-sulh-hayirdir/).

Gülens verklaringen van ver voor het vredesproces, en die van erna, zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Gülen heeft zijn visie op deze kwestie duidelijk naar voren gebracht in zijn lezingen en recent in een interview met de Rudaw krant in Erbil (http://www.zaman.com.tr/yorum_hak-ve-hurriyetler-pazarlik-konusu-olamaz_2103914.html ). In bovengenoemd interview geeft hij bijvoorbeeld heel duidelijk weer dat onderwijs in iemands moedertaal een basisrecht van de mens is en derhalve nooit ter discussie kan worden gesteld.

Echter, suggesties of waarschuwingen met betrekking tot het verloop van het vredesproces kunnen niet worden beschouwd als afwijzing van het vredesproces zelf. Integendeel, ze zouden gezien moeten worden als een zienswijze, bedoeld om het vredesproces te laten slagen.

De Stichting van Journalisten en Schrijvers heeft vele bijeenkomsten in verschillende steden, waaronder Diyarbakir en Erbil, georganiseerd rondom de Koerdische kwestie. Hizmet gerelateerde scholen hebben zich de afgelopen twee decennia beziggehouden met het aanbieden van onderwijs in het Koerdisch in het Koerdische gedeelte van Irak. Het eerste legale particuliere TV station dat in het Koerdisch uitzond is eveneens opgericht door ondernemers die zijn geïnspireerd door de Hizmetbeweging.

Als een dergelijke houding ten opzichte van de Koerdische kwestie zo openlijk en duidelijk wordt geuit door de Hizmetbeweging, dan is er sprake van onrechtvaardigheid en een duidelijke poging om het publiek te misleiden wanneer wordt gesuggereerd dat de Hizmetbeweging achter het KCK-onderzoek zit, een onderzoek dat overduidelijk wordt gesteund door de regering van de AK Partij.

Beschuldiging 8: ‘De Hizmetbeweging was voornemens de premier te laten arresteren inzake het incident van 7 februari.’

Degenen die deze bewering doen zijn niet in staat om ook maar één plausibel, rationeel of overtuigend argument te noemen dat verklaart wat de Hizmetbeweging denkt te kunnen bereiken met de arrestatie van de premier, en waarom, na zo hard te hebben gewerkt voor een constitutionele hervorming in het referendum van nog maar 9 maanden geleden, de Beweging plotseling een dergelijke stap zou willen zetten.

De Hizmetbeweging en de mediaorganisaties die worden geacht ‘nauwe banden’ te onderhouden met de Beweging hebben alle pogingen tot democratisering van Turkije en alle pogingen om de structuur en de relaties van de diepe staat van Turkije aan het licht te brengen altijd gesteund. Om die reden heeft de Beweging en hebben verschillende mediaorganisaties het ‘Ergenekonproces’ gesteund. Om diezelfde reden hebben sommige Hizmet gerelateerde mediaorganisaties positief gereageerd op het KCK gerelateerde MIT onderzoek; zij zagen een onderling verband tussen deze processen en grootschaliger pogingen tot democratisering van Turkije. Dit bewijst echter geenszins dat er sprake was van een samenzwering tegen de premier.

Het is algemeen bekend dat zelfs de hoofdofficier van justitie van het Hooggerechtshof, laat staan de lager in rangorde staande officier van justitie, in Turkije niet de bevoegdheid heeft om een zaak aan te spannen tegen de premier of tegen welke minister dan ook. De bewering dat ‘de premier gearresteerd zou gaan worden’ is dan ook misplaatst.

Het is onduidelijk waarom AK-parlementsleden en -bestuurders die juridisch zijn onderlegd dit soort ongefundeerde roddels en beschuldigingen kritiekloos aannemen.

Bewering 9: ‘De Hizmetbeweging wil een verkiezingsverbond sluiten met bepaalde politieke partijen en mensen.’

Feit is dat de Hizmetbeweging tot op de dag van vandaag nimmer een verbond heeft gesloten met een politieke partij of persoon, en niet voornemens is dit ooit te gaan doen.

Een verbond sluiten met een politieke partij druist in tegen de stellingname van de Beweging om buiten de politieke arena te blijven en tegen het feit dat de Beweging sympathisanten heeft uit alle politieke partijen met allerlei verschillende politieke visies.

Hoewel de Hizmetbeweging geen verbonden sluit met politieke partijen, steunt zij beleidsvormen en acties die gestoeld zijn op democratie, pluralisme, mensenrechten, vrijheid van religie en geloof, en de wet, welke partij deze ook voorstelt, zonder hierbij een partijdige houding aan te nemen. Dit is niet louter een democratisch recht maar ook een verantwoordelijkheid die zij heeft te nemen ten opzichte van Turkije en de volgende generatie. Mocht sprake zijn van beleidsvormen en acties die indruisen tegen bovengenoemde waarden, dan zal de Beweging niet nalaten om daar kritisch over te zijn en suggesties te doen, wederom zonder een partijdige houding aan te nemen. Dit is een benadering die het nationale belang van Turkije respecteert en koestert, gebaseerd op een aantal principes, en staat volkomen los van partijpolitiek.

Bewering 10: ‘Het afluisterapparatuur in het kantoor van de premier was daar geplaatst door mensen die nauwe banden onderhouden met de Hizmetbeweging.’

De Beweging is niet betrokken bij een strijd tussen verschillende staatselementen en kan dus niet worden geraakt door beweringen dat iemand binnen de Beweging ‘de premier heeft afgeluisterd’ tijdens privégesprekken.

Het geeft stof tot nadenken dat de kwestie niet is doorverwezen naar justitie en dat er geen actie is ondernomen met betrekking tot deze duidelijke misdaad. Het feit dat roddels en artikelen die twijfel willen zaaien omtrent de Hizmetbeweging vrij mogen circuleren, en dat degenen die hier verantwoordelijk voor zijn niet worden aangeklaagd of vervolgd, doet vermoeden dat sprake is van motieven die niet welwillend zijn te noemen.

Het is de verantwoordelijkheid van de regering en justitie om deze kwestie tot op de bodem uit te zoeken, de verantwoordelijken op te sporen en hier duidelijkheid over te verschaffen.

Bewering 11: ‘Waarom keert Fethullah Gülen niet terug naar Turkije? Zijn verblijf daar bewijst dat hij wordt beïnvloed door de VS.’

Degenen die deze bewering doen, beweerden jaren geleden hetzelfde toen hij nog in Turkije woonde. Zij stellen ook dat de VS de baas is over alle delen van de wereld. Als we hier vanuit gaan, dan is het voor Gülen toch onmogelijk om aan de invloed van de VS te ontsnappen, al zou hij terugkeren naar Turkije? Deze mensen beschuldigen mensen die nog nooit een voet in de VS hebben gezet van precies hetzelfde als waar ze Gülen van beschuldigen. Feit is dat er zelfs figuren waren die beweerden, met name in de beginjaren van de partij, dat de AK-Partij een door de VS geleid project was,

Gülen heeft vele malen een verklaring afgelegd waarom hij niet terugkeert naar Turkije. Hij heeft verklaard dat hij vreest dat zijn terugkeer naar, en aanwezigheid in, Turkije in sommige kringen kan worden aangewend om problemen te veroorzaken en waar mogelijk de democratische verworvenheden van Turkije ongedaan te maken. Daarom zegt hij niet terug te zullen keren naar Turkije totdat deze zorgen zijn weggenomen, ondanks zijn sterke verlangen om verenigd te worden met zijn geboorteland.

Bovendien heeft Gülen gezegd, gezien de snel veranderende agenda van Turkije en de media-aandacht die hij zonder twijfel zou trekken, dat “degenen die mij in het verleden hebben aangeklaagd, die via de media een lastercampagne tegen mij op touw hebben gezet om de aandacht af te leiden van de staat, die mij met van alles en nog wat hebben beschuldigd, die mij buiten het rechtswezen om wilden executeren, dit opnieuw zullen doen als ik terugkeer. Ik denk dat het na een bepaalde leeftijd moeilijk is om terug te keren naar een plaats waar ik steeds opnieuw dezelfde dingen naar mijn hoofd geslingerd krijg”. Zelfs als Gülen in een ander land dan de VS zou wonen, zou hij geconfronteerd worden met beschuldigingen van een gelijke aard als waar hij vandaag de dag mee wordt geconfronteerd.

Degenen die bovenstaande beschuldigingen uiten geven blijk van hun kwaadaardige intenties door te zeggen dat ze “met één aanklager en drie politieagenten kunnen verklaren dat deze Beweging een terroristische organisatie is om ze op die manier voorgoed het zwijgen op te leggen”. Sommigen interpreteren de beslissing van de regering om de particuliere voorbereidingscursussen voor de universiteit te sluiten als een manier om de Beweging een les te leren. Sommigen beweren dat de ambtenaren die beschouwd werden als sympathisanten van de Hizmetbeweging uit hun functie zijn gezet. Het is zeer betreurenswaardig dat dit alles erg doet denken aan de diepe staat praktijken en het proces van de postmoderne staatsgreep van 28 februari 1997.

De Hizmetbeweging heeft zich tijdens het uitvoeren van haar activiteiten altijd gehouden aan de wet. De bewering dat sommige aan de Beweging gerelateerde instellingen, die door de oprechte opoffering van gewone mensen konden worden opgericht en tot vandaag de dag een grote bijdrage leveren aan de maatschappij, door de regering worden opgedoekt om de Beweging op haar plaats te zetten, een lesje te leren, kan door geen enkel weldenkend en gewetensvol mens serieus worden genomen.

Kort samengevat, de Hizmetbeweging streeft ernaar de mensheid te dienen. Zij bestaat uit opofferingsgezinde en onbaatzuchtige vrijwilligers die door leiders en gewone mensen in alle 150 landen waarin de Beweging actief is, altijd met open armen zijn ontvangen. De Beweging is nimmer betrokken geweest bij een activiteit of project dat in strijd is met democratie, mensenrechten of de wet van het land waarin ze actief is. Betrokkenheid bij dergelijke activiteiten is voor de Beweging niet mogelijk zonder de aard van de Beweging volledig en onherkenbaar te veranderen, nu niet en in de toekomst niet. De Hizmetbeweging bestaat uit mensen, en waar mensen zijn worden fouten gemaakt. Dit is een natuurlijk gegeven. Daarom staat de Beweging niet alleen open voor kritiek, maar stimuleert zij de mensen die de moeite nemen kritiek te bieden, en verwelkomt zij hen oprecht. Dit alles in beschouwing genomen, is het onmogelijk om te zwijgen over de lastercampagnes met als doel het in een kwaad daglicht stellen van de Beweging en al haar activiteiten. Het doel van dit persbericht is niet het in de kiem smoren van opbouwende kritiek; het is bedoeld om een bijdrage te leveren aan een gezonder platform om dit soort kwesties te bespreken.

 

Stichting van Journalisten en Schrijvers (GYV)

Het standpunt van Fethullah Gülen over de Koerdische Kwestie

Door Stuart William

www.athought.info, 17 februari 2012

Een paar maanden geleden, kort nadat er 24 soldaten waren vermoord door de PKK en alles met betrekking tot de Koerdische kwestie achteruit leek te gaan, hield Fethullah Gülen een belangrijke toespraak over deze kwestie. Deze werd later op de website herkul.org, gepubliceerd en veroorzaakte een aantal controverses (of deed ze herleven). Hier zal ik eerst een samenvatting presenteren van zijn verklaring voordat ik stil zal staan bij een aantal punten van controverse waartoe deze heeft geleid.

Wat zei Gülen nou eigenlijk?

Fethullah Gülen begon zijn verklaring door te zeggen dat niemand van ons, inclusief de regering, niet voldoende verdrietig was over dit conflict, niet diep genoeg geraakt om er een oplossing voor te vinden. Hij zei dat tenzij of totdat wij het probleem diep genoeg voelen, al de voorgestelde oplossingen, oprechtheid zullen ontberen en onhoudbaar zullen blijken.

Ten tweede, bekritiseerde hij de vorige regeringen en de militairen omdat ze te weinig hebben gedaan om de aanvallen, die het werk zijn van terroristen, te stoppen. Hij vindt het enorm discutabel dat het niet lukt om terrorisme aan te pakken, gezien de technologische en personele middelen die het leger ter beschikking krijgt.

Ten derde veroordeelde hij, op ondubbelzinnige wijze, de terreur en het geweld, hij adviseerde daarvoor in de plaats dat mensen proberen zich positief te gedragen. Hij zei dat er niets gewonnen kan worden door mensen pijn te doen; het had ook geen nut om mensen in de straten op te trommelen en op te roepen tot wraak. Daarvoor in de plaats, drong hij bij de mensen aan om kalm te blijven en beleid te ontwikkelen die ze aan de regering konden overdragen voor consideratie.

Ten vierde en misschien wel het allerbelangrijkste, drong hij er bij de regering op aan om de natuurlijke rechten te implementeren voor de Koerdische mensen zoals de Westerse staten ze implementeren voor hun etnische minderheden. Hij betoogde dat het recht op onderwijs in je moedertaal een fundamenteel recht is en een recht dat over het algemeen in het Westen steeds toegepast wordt.

Waar ging het mis?

De afgelopen weken is de verklaring van Gülen in de Turkse media uitvoerig besproken en werd hevig onder vuur genomen met kritiek. Bijvoorbeeld, een aantal mensen uitte kritiek op Gülen omdat hij in de afgelopen 30 jaar niets zou gezegd hebben zeggen over de Koerdische kwestie, geen beleid zou hebben aangedragen aan de regeringen en altijd stilzwijgend de militairen en de vorige acties van de regeringen zou hebben gesteund.

Het is gewoonweg niet waar dat Gülen niets heeft gezegd of niets heeft gedaan met betrekking tot de Koerdische kwestie. Vanaf 2000 heeft hij steeds welgestelde families uit het westelijke gedeelte van Turkije, aangeraden om zich in het oosten te vestigen en bevriend te worden met families uit het oosten. Hij drong er bij hen op aan om bijvoorbeeld feestdagen met elkaar door te brengen. In reactie hierop, gingen duizenden mensen naar de oostelijke delen van Turkije, verbleven daar en hielpen de arme families met behulp van de hulp organisatie voor liefdadigheid, Kimse Yok Mu. Hij drong er bij de scholen in het westen op aan om beurzen te verlenen voor de arme kinderen die zich anders een goede opleiding niet konden permitteren: honderden kinderen kregen hun middelbare school volledig vergoed in goed gevestigde scholen in de grote steden van Turkije zoals Istanbul, Ankara en Izmir.  Hij overtuigde filantropische zakenmensen om ‘lees ruimtes’ te openen in het oostelijke deel van Turkije: hiervan werden er honderden geopend en duizenden kinderen kregen gratis wiskunde en wetenschappelijke cursussen. Gülen sprak de leraren ook aan om gratis les te geven in deze lees ruimtes: honderden vrijwilligers reageerden en verhuisden naar de regio, zonder enige verwachting van materiële beloning. Inderdaad, het grootste deel van de recente sociale mobiliteit vanuit het westen naar het oosten in Turkije, kan toegeschreven worden aan de goede adviezen van Fethullah Gülen. Ook na de verandering in de wet die TV uitzendingen in het Koerdisch toeliet, was het op advies van Gülen dat het eerste privé kanaal dat in het Koerdisch uitzond, namelijk Dunya TV, werd gevestigd.

Per slot van rekening is de Gülen beweging een sociale beweging; zij kan geen en wil ook geen wetten maken. Recentelijk verklaarde premier Erdogan dat niemand van hem amendementen moet verwachten ten aanzien van de wet over het recht op onderwijs in de moedertaal. Als een opinieleider stelde Gülen dat het een fundamenteel recht is om in de moedertaal onderwijs te geven en het is in de gevestigde democratieën in het Westen een optie om in je moedertaal onderwijs te krijgen. Was daar nu enige verplichting voor hem om dit te doen, vooral met het oog op oppositie op de huidige regering over deze kwestie? Nee, gewoonweg niet. Sommige mensen vroegen, wanneer Gülen echt gelooft dat dit een natuurlijk recht is, waarom bieden de scholen van Gülen de Koerdische taal dan niet als een keuzevak aan? Het antwoord is: het is nog steeds illegaal om het zo te doen. De Gülen scholen moeten in Turkije opereren binnen de wetten van het land, zoals elke andere staatsschool dat ook doet. Het enige dat Gülen kan doen is zijn mening ventileren over het hebben van de Koerdische taal als een keuzevak. Ik geloof dat dit in de nabije toekomst zal gebeuren en ik ben er zeker van dat de eerste scholen in Turkije die in de Koerdische taal les zullen geven, de Gülen scholen zullen zijn.

Een ander kritiek was gericht op de verklaring dat de PKK verslagen zou moeten worden. Critici vroegen zich af hoe een man van liefde in het voordeel van geweld tegen de PKK guerrilla’s kon spreken?  Wat voor een reactie hadden deze critici dan van hem verwacht? Was hun verwachting dat hij ‘Dankjewel’ zou zeggen tegen de PKK voor het doden van onschuldigen – kinderen, zwangere vrouwen, politiemensen die aan het voetballen waren –voor het in vuur steken van middelbare scholieren die in hun slaapplaatsen aan het slapen waren –voor het chanteren of terroriseren van de mensen in de hele regio, voor acties die in de afgelopen dertig jaar hebben geleid tot het verlies van meer dan 30,000 mensenlevens? De rechten van de Koerdische mensen zijn nu duidelijk gescheiden van de acties van de PKK. De PKK is een illegale terreur organisatie en wordt ook als dusdanig erkend door bijna elke staat binnen de regio en ook in het Westen.

Door deze verklaring die hij over deze kwestie heeft gedaan, in een periode wanneer alles achteruit aan het gaan was, heeft Fethullah Gülen, volgens mij, trouw zijn verantwoordelijkheid genomen als een opinieleider en de inspirator van een grote sociale beweging: hij benadrukte op een krachtige manier de rechten van de Koerdische mensen en adviseerde de maatschappij als geheel,  zich verantwoordelijk te voelen voor de situatie en om op een positieve manier te handelen.

Gulen en een nieuw paradigma in de Koerdische kwestie

Gulen en een nieuw paradigma in de Koerdische kwestie

Door: Markar Esayan

Today’s Zaman, 26 oktober 2011

We maken moeilijke tijden mee. Dit land heeft zoveel problemen die genegeerd worden en die ons raken; zij doen dit soms als een groep, soms individueel en soms als een collectief geheel. Verlies van tijd en geld kan gecompenseerd worden. Maar wat doen we met levens die verloren zijn gegaan? Of wat doen we met degenen die het leed van verlies van een dierbare hebben ervaren.

Tijdens de Çukurca aanval, doodde de Koerdische Arbeiders Partij (PKK) 26 van onze soldaten; Als gevolg hiervan werd er een militaire campagne gelanceerd tegen de PKK kampen in Çukurca en het Zap gebied. Het aantal PKK gevallenen waarover geschreven wordt loopt in de honderden.
Op dit moment werden Van, de parel van het oosten, en een stad waarvan ik hou, geraakt door een aardbeving van 7.2 op de schaal van Richter. Het aantal doden van de beving was toen ik dit schreef 432. Ik hoop dat dit aantal niet zal stijgen. Maar onze pijn is zo groot. Ik verloor twee verwanten aan deze aardbeving en mijn hart is aan het bloeden. Moge God genade hebben met hen en mogen ze in vrede rusten.
Onafhankelijk of ze nu soldaten of PKK militanten waren, dit zijn onze mensen. Hun moeders zijn burgers van dit land. We noemen het de Koerdische kwestie maar sommige van de soldaten die in Çukurca of elders waren gedood zijn van Koerdische herkomst. En degenen die hen hebben gedood zijn Koerdische PKK militanten. Er zijn zelfs incidenten waar het lichaam van een martelaar en het lichaam van een militant klaargezet werden om begraven te werden in hetzelfde huis. Deze kwestie is zo gecompliceerd geworden dat we geen optie hebben dan het oplossen ervan. Klaarblijkelijk, is de PKK aan het proberen de staat naar de bergen in Noord Irak te trekken. De PKK denkt dat in dit gebied waar ze bekend zijn, het makkelijk zal zijn voor hen om een groep van soldaten te verslaan die slechts een training van twee maanden hebben ontvangen. De PKK is in een staat van complete arrogantie. De feodale heren van de PKK geven er geen zier om hoeveel jonge mensen er verloren zijn gegaan. Ze zijn zelfs ervan overtuigd dat hoe meer bloed er wordt vergoten, des te sterker zij zullen worden omdat tot nu toe, de staat hen alles heeft gegeven dat ze wensten. De staat heft de dorpen in brand gestoken en vernietigd zonder onderscheid te maken tussen PKK en de gemiddelde Koerdische mensen waarbij ze de burgers doodden en moorden pleegden. De organisatie misbruikte de woede en de razernij die hiermede verband hield.
Maar hoe gaan we het probleem oplossen?
De remedie is door uit dit paradigma te stappen als een volk met het politieke etablissement die niet in de valkuil valt van de PKK. In een land waar het woord “Koerdisch” tot voor kort werd verbannen en waar de Koerden nog steeds geen aanspraak kunnen maken op allerlei van hun rechten, de enige manier om met bloedige organisaties als de PKK, die alleen op het consolideren van zijn kracht gericht is, om te gaan is door de rechten van de Koerdische burgers te erkennen zonder te proberen hen deel van onderhandelingen te maken. En wij, als de staat en het volk, zouden zelfs onze excuses moeten aanbieden aan hen voor de wreedheden waaraan ze onderworpen zijn geweest sinds the twintiger jaren. Het enige dat mijn aanstond tijdens de Koerdische opening was de legitimatie van de Koerdische identiteit en de empathie dat het publiek had voor de pijn van de Koerden. De mensen begrepen uit de onlangs onthulde documenten van de vieze oorlog in de recente jaren dat diepe structuren binnen de staat en de PKK, hand in hand, deze oorlog hebben lopen bekostigen omdat deze oorlog hen macht en economische voordelen biedt.

Fethullah Gülen maakte in een recent toespraak getiteld “Terreur en het lijden,” gepubliceerd op de website Herkul.Org , een aantal zeer belangrijke observatie. Ik zou graag een aantal van zijn uitspraken willen uitingen willen citeren:
“Toen hij aanbevelingen aan het doen was voor het vestigen van een universiteit met de naam Medresetü’z Zehra,  in Van, tijdens de jaren van de constitutionele monarchie, zei Bediüzzaman [Said Nursi]  Arabisch [als een academische taal] zou fard  moeten zijn [verplicht], Turksh waajib [noodzakelijk] en Koerdisch djaiz [toegestaan], en dat alle drie de talen tegelijkertijd onderwezen zouden moeten worden. Hij verwees naar het Koerdisch als aanbevelenswaardig. Wij zijn er niet in geslaagd om dit uit te spreken. … Waarom was het Koerdisch niet toegestaan in de scholen? Het zou als een taal zijn ontwikkeld binnen jullie systeem. In dit grote land, de Verenigde Staten, spreken de Spanjaarden hun eigen taal en de Italianen die van hun. Jullie hebben ook het recht om jullie eigen scholen te openen waar jullie de Turkse taal kunnen aanbieden als een keuzevak. Niemand die hiertegen iets doet….”
(…)
“Allen die zich zorgen maken over ons land en onze mensen… zouden kalm moeten blijven en terughoudend moeten zijn bij onrust en provocaties, ze moeten ook vergeldingsacties zeer zeker vermijden. Dit probleem kan niet worden opgelost door reacties en leuzen, zoals ‘Martelaars sterven niet, vaderland is niet verdeelbaar.’ Degenen die de provocaties en de zaden van verdeeldheid verhinderd willen zien, kunnen hun opinies op vredige wijze uiten door solide en gezonde verslagen en verklaringen die doorgestuurd kunnen worden naar de autoriteiten als leidraad voor anderen.”
De Moslims zijn in de afgelopen negen jaar, het hoofd dynamiek geweest van de verandering in Turkije. Ze hebben hun banden met het nationalisme, militarisme en de status quo. Deze punten die door Gülen werden onderschreven zijn uitermate belangrijk. Hij identificeert op duidelijke en precieze manier de reden voor de problemen en adviseert de oplossing.

Dit is wat ik bedoel met een nieuw paradigma: het recht om in gelijkheid en vrijheid naast elkaar te bestaan. Het overgeven aan deze mentaliteit zal alle problemen oplossen. In deze droevige week, gaven de opmerkingen van Gülen mij hoop en troost.

De bijdrage van Fethullah Gülen aan de dialoog tussen religies, culturen en beschavingen

 

Geschreven door Dr. Pim Valkenberg, Gürkan Çelik, Sophia Magazine

Inleiding: historische context

 

Dr. Gürkan Çelik

Dr. Gürkan Çelik

In dit artikel analyseren wij de bijdrage van Fethullah Gülen (1941) aan de interculturele en interreligieuze dialoog.[1] In een historische context willen wij stilstaan bij zijn belangrijke inspiratiebron in het Turkije van de twintigste eeuw: Bediüzzaman Said Nursi (1876-1960).[2] Nursi en Gülen worden gezien als twee prominente islamitische theologen en religieuze leiders zowel in hun geboorteland Turkije als in andere delen van de wereld en zijn bekend met hun inzet voor de samenwerking tussen de Abrahamitische godsdiensten[3]: jodendom, christendom en islam. Gülen’s bijdrage kenmerkt zich door een benadering waarin dialoog centraal staat en harmonie, interactie en verzoening tussen de ‘volkeren van het Boek’[4](joden, christenen en moslims) worden aanbevolen. Het meest opvallende in deze benadering is niet een denkwijze maar een activisme waarin dialoog voortdurend centraal wordt gesteld in alle contacten, handelingen en gedragingen.

Gülen’s dynamische interpretatie van de islam verenigbaar is met zowel traditie als moderniteit.
Dr. Pim Valkenberg

Dr. Pim Valkenberg

Fethullah Gülen, ook ‘Hocaefendi’ (gerespecteerde leraar) genoemd door diegenen die geïnspireerd zijn door zijn leer, stelt dat gemeenschappelijke aspecten tussen mensen belangrijker zijn dan verschilpunten; daarom stelt hij ook een dialoog voor tussen beschavingen, religies en culturen in plaats van de veel besproken Huntingtonse ‘botsing van de beschavingen’.[5] Gülen heeft zich ontwikkeld tot ‘pleitbezorger van de dialoog’[6] waarmee hij een alternatieve strategie wil schetsen voor Huntington’s paradigma van ‘botsing van beschavingen’. Vanuit een islamitische inspiratie zet hij zich sinds de jaren zestig in voor de dialoog tussen religies, culturen en levensbeschouwingen[7] die tevens in gesprek blijft met moderne realiteiten.[8] Ahmet Kuru stelt dat Gülen’s dynamische interpretatie van de islam verenigbaar is met zowel traditie als moderniteit.[9] Door veel moslims, eerst in Turkije en later ook in andere landen, wordt de beweging die de naam van Gülen draagt ervaren als een nieuwe manier om islamitische waarden uit te dragen in moderne samenlevingen en deel te nemen aan duurzame dialoog en samenwerking met mensen met een andere geloofsovertuiging en levensstijl. Vooral door middel van onderwijsinstellingen en dialoogcentra heeft deze beweging zich verspreid over vele landen in de Turkse diaspora in Europa, Noord-Amerika, Australië en Azië.[10]

Fethullah Gülen is in zijn benadering vooral geïnspireerd door Said Nursi, een islamitische theoloog uit Turkije die toenadering heeft gezocht tot het Vaticaan. Ook is rond Nursi een beweging tot stand gekomen die de naam van Nursi draagt. Hij richtte zich tot zijn 83-jarige leeftijd op het herleven van morele en spirituele waarden in Anatoliё (Aziatisch deel van Turkije) in het bijzonder en in de islamitische wereld in het algemeen. De Nursi-beweging is ontstaan in reactie op de processen van modernisering en secularisatie die zich in de republiek Turkije hebben voltrokken. Bron van inspiratie vormen de 130 religieuze geschriften van Nursi die zijn verzameld in de Risale-i Nur (Brief van het Licht). Deze beweging kan gezien worden als een reformistische (neo)mystieke beweging.[11]

“door wetenschap, godsdienst en spiritualiteit te combineren, kunnen wij onwetendheid, armoede en tweedracht overwinnen”

Beide figuren, Nursi en Gülen, streefden reeds naar een dialoog met christenen toen dit nog niet gebruikelijk was en trachtten op deze wijze de invloed van het materialisme te stuiten. In zijn Preek te Damascus die in 1911 gehouden is, en die later in het Turks gepubliceerd is, schreef Nursi dat “moslims en christenen samen een beschaving kunnen opbouwen waarin menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en naastenliefde de norm zullen zijn. Dit is mogelijk wanneer zij hun wederzijdse relatie op liefde baseren. De tijd van vijandigheid is voorbij”.[12] De belangrijkste boodschap van Nursi was dat er een harmonie bestaat tussen het geloof in God enerzijds en de natuurwetenschappelijke inzichten die de mens heeft verworven anderzijds.[13] Terwijl Said Nursi in zijn Risale-i Nurvooral wil laten zien hoe de inzet voor dialoog en vrede zich kan beroepen op een basis in de Koran, staat bij Fethullah Gülen vooral de uitwerking ervan in de educatie voorop: “door wetenschap, godsdienst en spiritualiteit te combineren, kunnen wij onwetendheid, armoede en tweedracht overwinnen”. De educatieve filosofie van Said Nursi inspireerde Gülen tot het ontwikkelen van een modern en innovatief educatiemodel in Turkije. Gegeven het gebrek aan integratie tussen wetenschappelijke kennis en spirituele waarden introduceerden Gülen en zijn volgelingen een nieuwe stijl van educatie die deze twee elementen verzoent.[14]

Educatie ten behoeve van dialoog

Gülen besteedt ruime aandacht aan de rol van educatie ter bevordering van dialoog.[15] De scholen die op basis van Gülen’s inspiratie en inzet in het leven zijn geroepen, laten zien hoe onderwijs gebruikt kan worden om mensen te vormen die in staat zijn tot dialoog. Zijn opvatting van vorming en scholing is gericht op het ontwikkelen van voorwaarden voor het harmonisch samenleven en het in praktijk brengen van universele waarden, zoals solidariteit, tolerantie, erkenning van mensenrechten, en fundamentele vrijheid voor iedereen. Centraal daarbij staat dialoog als wederzijdse verrijking waarbij mensen kennis uitwisselen om elkaar zo te veredelen met respect voor de wezenlijke verschillen tussen volkeren, culturen en beschavingen. Het bereiken en in stand houden van een universele vrede door middel van dialoog is afhankelijk van de bijdrage van jonge generaties en hun kennis, scholing en sociale betrokkenheid.[16]

Midden in een regio waar regelmatig vermissingen plaatsvinden en wederzijds gedood wordt, leert deze school geïnspireerd door Gülen tolerantie en leert aan zowel moslim- als christenkinderen een goede verstandhouding met elkaar.

Dr. Thomas Michel schetst de rol van het onderwijs in Gülen’s benadering van dialoog als volgt: [17] zijn eerste persoonlijke ervaring met Gülen’s dialoogscholen dateert uit 1995, tijdens zijn verblijf op het zuidelijke Filippijnse eiland Mindanao. Hier hoorde hij van een school op ongeveer elf kilometer afstand van de hoofdstad. Op het bord boven de schoolpoort stond de volgende tekst: Filippijns-Turkse School van Tolerantie. Deze naam was voor Michel een verrassende keuze in Zamboanga, een stad waar de bevolking bestaat uit een even groot aantal moslims en christenen, midden in een regio waar fel wordt gevochten tussen Moro separatisten en de militaire macht van de Filippijnse overheid. De staf van de school bestaat uit moslims en christenen van Turkse of Filippijnse afkomst. Midden in een regio waar regelmatig ontvoeringen plaatsvinden, een guerrilla oorlog woedt, arrestaties worden verricht, waar vermissingen aan de orde van de dag zijn en waar wederzijds gedood wordt door militairen en opstandige milities’s, biedt deze school aan zowel moslim- als christenkinderen hoogstaand onderwijs waardoor kinderen een positieve manier van leven en een goede verstandhouding met elkaar leren. Thomas Michel geeft verder aan dat zijn collega’s aan het Ateneo de Zamboanga bevestigen dat de Filippijns-Turkse School van Tolerantie vanaf het begin diepgaande contacten onderhoudt en samenwerkt met de christelijke instellingen in de regio.

Gülen’s mensbeeld in de interreligieuze dialoog

Interreligieuze dialoog is volgens Gülen een noodzakelijke opdracht.[18] Om dialoog te kunnen verwezenlijken, moeten we het verleden achter ons laten, polemische argumenten negeren en voorrang geven aan gemeenschappelijke punten om zo de ander in zijn of haar eigenheid te kunnen accepteren en te kunnen delen in de context van de ander. De wereldwijde beweging die geïnspireerd is door Gülen vraagt moslims zich bewust te worden dat de islam de noodzaak van dialoog onderwijst en dat zij als moslims worden opgeroepen om vertegenwoordigers en getuigen te zijn van de universele genade van God. Om zijn gezichtspunten te staven, berust Gülen zich zowel op inzichten uit de sociale en exacte wetenschappen alsook op de islamitische traditie waarin Koranteksten, Hadithverslagen en de inzichten en overeenstemmingen van moslim geleerden (idjmaa) door de eeuwen heen samen komen[19]. Op deze manier laat hij zien dat tolerantie, liefde en compassie waarlijk islamitische waarden zijn, die moslims in de moderne wereld moeten uitdragen.[20] Vrede, liefde, vergeving en tolerantie vormen volgens Gülen de vier pilaren van de dialoog, overeenkomstig de essentie van de islam.[21] De overige aspecten noemt hij bijzaken. De beweging die met Fethullah Gülen wordt geassocieerd, probeert een dynamische interpretatie van de islamitische leer voor te staan die de gelovige naar werkelijke spirituele waarden als vergeving, innerlijke vrede, sociale harmonie, eerlijkheid en vertrouwen in God leidt. Gülen beperkt er zich echter in zijn geschriften en conversaties niet toe, moslims op te roepen de dialoog te zoeken en zich voor vrede in te zetten, maar hij betrekt ook niet-moslims bij de gesprekken over gemeenschappelijke idealen.

Gülen: “Door middel van onze dialoogactiviteiten moeten wij, handelend vanuit het beginsel in de Koran dat ‘vrede beter is’, binnen en buiten ons land zoveel mogelijk laten zien dat wij aan de kant van de vrede staan.”

In 1996 kreeg Gülen in Turkije grote bekendheid met zijn initiatieven op het gebied van tolerantie en interreligieuze dialoog. Er werd een dialoogplatform (Abant) opgericht waarin politieke en religieuze prominenten en intellectuelen vanuit uiteenlopende achtergronden tot elkaar kwamen. Ook buiten dit platform onderhield Gülen banden met religieuze leiders van verschillende religies en met andere leidende figuren in binnen- en buitenland. Concreet valt te denken aan de ontmoetingen met de gezant van het Vaticaan, de patriarch van de Orthodoxe christenen en de opperrabbijn van de Turkse Joden. In 1998 bracht hij een bezoek aan Paus Johannes Paulus II in het Vaticaan. Dit was een moedige daad, die Gülen veel kritiek heeft opgeleverd in zijn geboorteland. In een interview[22] dat hij na zijn bezoek gaf, verdedigde Gülen zijn gewaagde daad in termen van het streven naar wereldvrede. Hij stelde naar het voorbeeld van het gedrag van de profeet Mohammed te handelen, die voorwaarden voor vrede accepteerde die door zijn metgezellen als nadelig werden ervaren. In de vredige sfeer die door het verdrag van Hudaybiyya tot stand was gekomen, werden in de ogen van Gülen de deuren van het hart geopend voor islamitische waarheden.[23] In deze tijd moeten volgens Gülen het intellect en het hart van mensen opnieuw worden aangesproken, een onderneming die een vredige sfeer van wederzijds respect en vertrouwen vereist. Daarbij is hij er met zijn aanhangers niet op uit, land van andere volkeren te veroveren, maar is hij vastbesloten een bijdrage te leveren orde en harmonie in de oude wereld en aan de wereldwijde dialoog.

Gülen is ervan overtuigd dat werken aan dialoog en vrede vereist is om werkelijk uiting te geven aan een islamitische manier van leven. Door de Koran wordt dit voorgeschreven als ‘de betere weg’ die het beginpunt is van de dialoog en de voorwaarde om de maatschappij en de mensheid te dienen. “Door middel van onze dialoogactiviteiten moeten wij, handelend vanuit het beginsel in de Koran dat ‘vrede beter is’ (Al-Nisa, 4:128)[24], binnen en buiten het land zoveel mogelijk laten zien dat wij aan de kant van de vrede staan. Sterker nog, vrede is van wezenlijk belang voor de islam; oorlog is slechts bijkomstig en gebonden aan specifieke redenen en voorwaarden. In dit opzicht kunnen wij zeggen dat wij geen positieve bijdrage kunnen geven in naam van ons volk en de mensheid als we geen vredige omgeving tot stand kunnen brengen waarin iedereen in vrede en veiligheid kan leven.”[25]

Twee voorlopers in theologische dialoog: een christen en een moslim

Het is interessant om de opvattingen van Gülen over de rol van vergeving bij het stichten van vrede en dialoog te vergelijken met het soortgelijke gedachtegoed van Paus Johannes Paulus II (1920-2005).[26] In 2002 verklaarde de Paus dat vergeving eigenlijk op korte termijn verlies lijkt op te leveren, maar op lange termijn winst oplevert doordat het als oogmerk heeft het herstellen van beschadigde menselijke relaties. Daarentegen brengt geweld een ogenschijnlijke winst op korte termijn, maar verlies op lange termijn met zich mee. In zijn benadering van vrede en dialoog beroept Paus Johannes Paulus II zich op een verklaring die hij in de loop der jaren steeds weer heeft gegeven: ‘Vrede rust op twee zuilen: gerechtigheid en vergeving’. Het benadrukt dat beide elementen noodzakelijk zijn om ware vrede te bereiken. Hij is ervan overtuigd dat aandacht voor de een, zonder de ander, geen echte vrede kan voortbrengen. Het eerste element, gerechtigheid, is er op gericht het gedane kwaad te herstellen, onrechtvaardige behandeling te corrigeren, materieel bezit terug te geven, verkeerde beoordelingen recht te zetten. Het tweede element, vergeving, is gericht op het herstellen van de menselijke relaties, die in de strijd beschadigd en vernield zijn.

Gülen gaat zover te zeggen dat vrede, liefde, vergeving en tolerantie essentieel zijn voor de islam. Andere zaken zijn bijzaken.

In een van zijn artikelen moedigt Gülen moslims aan tot dialoog en tolerantie met soortgelijke woorden: “Ik wil graag benadrukken dat moslims niets zullen verliezen door dialoog, liefde en tolerantie uit te dragen. Moslims zoeken altijd de goedkeuring van God. Dat is de grootste winst van alles. In dat opzicht worden zaken die op sommige mensen als verlies zouden kunnen overkomen, door moslims als winst gezien, zoals andere gebeurtenissen schadelijk kunnen zijn, zelfs wanneer ze op het eerste gezicht zeer winstgevend kunnen lijken.”[27] Gülen gaat zover te zeggen dat vrede, liefde, vergeving en tolerantie essentieel zijn voor de islam. Andere zaken zijn bijzaken. Hoewel het toevlucht zoeken tot oorlog onder bepaalde omstandigheden soms gerechtvaardigd mag zijn, is deze ‘kleinere djihaad’ van het zwaard ondergeschikt aan de essentie van de islam die wordt samengevat met de begrippen vrede, liefde, vergeving en tolerantie. Gülen beschuldigt hen die oorlog en geweld voorstaan ervan dat zij zich laten misleiden door een te letterlijke interpretatie van de Koran waarin bijzaken tot hoofdzaken gemaakt worden.[28] Zij maken zich schuldig aan een oppervlakkige interpretatie van de Koran, zonder stil te staan bij de kernzaken die door de Koran worden aanbevolen.

Karakteristieken van Gülen’s dialoogbenadering

Wereldwijd is een toenemende aandacht waar te nemen voor dialoog tussen verschillende culturen, religies en beschavingen. In dit proces kunnen we veel leren van Gülen’s benadering van dialoog en van zijn dialoogactiviteiten. Zijn oproep tot universele vriendschap, en tot het naleven van humanitaire waarden van vrede, tolerantie, dialoog en wederzijds begrip heeft op vele plaatsen gehoor gevonden.[29] Gülen wordt bekritiseerd vanuit twee tegenstrijdige kampen. Nationalisten verwijten hem dat hij religie tot een publieke factor maakt, hetgeen strijdig is met de secularistische ideeën van Mustafa Kemal Atatürk; Islamisten verwijten hem dat hij buigt voor de dominante invloed van het Westen en zo de harten van de Turkse jeugd opent voor buitenlandse en met name Christelijke invloed. Boven hebben we gezien hoe Gülen zich verdedigt met een beroep op de lange termijn en het voorbeeld van de Profeet bij het verdrag van Hudaybiyya. Hoewel hij bekritiseerd wordt om zijn gerichtheid op dialoog en zijn openheid voor niet-islamitische bronnen wordt hij door velen beschouwd als een vredestichter die dialoog, interactie, onderwijs en spiritualiteit centraal stelt in zijn leven. Omdat de bijdrage van Fethullah Gülen aan de dialoog tussen moslims en christenen in de context van Abrahamitische samenwerking meer en meer zichtbaar wordt in het westen, kan een grondige analyse van Gülen’s benadering van dialoog en van de religieuze bronnen die hij daarbij benut tevens bijdragen tot meer inzicht in interreligieuze omgangsvormen in de steeds pluriformer wordende westerse samenlevingen. Op die wijze kan tegelijkertijd een interactie ontstaan tussen theologisch onderzoek enerzijds en sociologische gezichtpunten anderzijds.

Fethullah Gülen kan worden gekarakteriseerd als een activist en een voorloper in dialoog en vrede die vooral door zijn onvermoeibare inzet op het gebied van educatie wegen gevonden heeft tot betere verhoudingen tussen volkeren en religies. In verschillende geschriften[30] stelt Gülen dat de vrede van deze steeds kleiner wordende wereld ligt in het respecteren van alle verschillen door ze te beschouwen als deel van de menselijke natuur en door zorg te dragen voor waardering en respect. Gebeurt dit niet, dan is het volgens hem onvermijdelijk dat de wereld terechtkomt in een vloedgolf van conflict, strijd, gevechten en de meest bloedige oorlogen die tot de eigen ondergang leiden. Zijn theorie is af te leiden uit zijn praktijk en dialoogactiviteiten. Hij heeft de overtuiging dat zonder kennis van elkaar geen dialoog, vrede en verzoening tot stand kunnen komen. Gülen sluit hiermee aan bij een islamitische traditie die stelt dat onwetendheid de wortel is van alle kwaad. Opmerkelijk is dat Gülen een verband legt tussen onvrede en onwetendheid. Hij stelt dat door onderwijs en geestelijke scholing een vruchtbare voedingsbodem voor dialoog en vrede tot stand gebracht kan worden.

De kern van Gülen zijn boodschap inzake dialoog: “Wees zo verdraagzaam dat je boezem zo wijd wordt als de oceaan. Raak vervuld met geloof en voel liefde voor de mens. Laat er geen bedroefd hart zijn waarin je niet geïnteresseerd bent of waarnaar je de hand niet hebt uitgereikt.”

Een ander opvallend kenmerk van Gülen’s dialoogmethodiek is dat hij begint bij zijn nabije omgeving en vervolgens zoekt naar verbreding van zijn activiteiten in een wijdere omgeving. In dat kader heeft hij in zijn geboorteland Turkije menig religieus leider bezocht en ontvangen om samenspraak en tolerantie te bevorderen. Hij is steeds bereid om zijn boodschap en gedachten inzake dialoog te delen met alle groeperingen en alle lagen van de samenleving. Tegelijk verklaart zijn bijzondere gerichtheid op intellectuelen en religieuze leiders in belangrijke mate het succes van zijn dialoogbenadering. Door middel van zijn beweging nodigt Gülen niet-moslims uit om verder te kijken dan het beeld van de islam dat ons door de media en door vele politici ook in Nederland voortdurend wordt voorgehouden: “Iemand wiens kennis van de islam zich beperkt tot de dagelijkse krantenkoppen, zou kunnen geloven dat de islam terrorisme, zelfmoordaanslagen, onderdrukking van vrouwen en haat van iedereen buiten de eigen gemeenschap voorschrijft”.[31] De beweging die met Fethullah Gülen wordt geassocieerd probeert echter een interpretatie van de islamitische leer voor te staan die de gelovige naar werkelijke spirituele waarden als vergeving, innerlijke vrede, sociale harmonie, eerlijkheid en vertrouwen in God leidt. De waarden die Gülen ons voorhoudt op grond van zijn kennis van bronnen en traditie van de Islam roepen niet alleen moslims op om de dialoog te zoeken en zich voor vrede in te zetten, maar zijn ook voor vele niet-moslims herkenbaar als oriëntatiepunten bij een discussie over gemeenschappelijke idealen en harmonieus samenleven.

Verder meent Gülen dat oprechte dialoog, wederzijdse acceptatie en universele vrede slechts bereikt kunnen worden door degenen die gericht zijn op dialoog, die de diversiteit van het multiculturalisme als rijkdom beleven, die ruime aandacht besteden aan de realiteit van maatschappelijke pluriformiteit en die zuiver, respectvol, empathisch en tolerant zijn en zich openstellen voor gemeenschappelijke humanitaire waarden en inspiraties. De kern van zijn boodschap inzake dialoog verwoordt Gülen zelf in de volgende uitnodiging: “Wees zo verdraagzaam dat je boezem zo wijd wordt als de oceaan. Raak vervuld met geloof en voel liefde voor de mens. Laat er geen bedroefd hart zijn waarin je niet geïnteresseerd bent of waarnaar je de hand niet hebt uitgereikt.”[32]

Noten

[1] De Roemeense commissie van UNESCO heeft Fethullah Gulen geëerd in 2005 met een prijs voor zijn bijdragen aan tolerantie en dialoog (www.fgulen.com, 26.10.2005).

[2] The Muslim World: Special Issue. Juli 2005, vol. 95, Issue 3, pp. 325-471. M. Enes Ergene, Gülen Hareketinin Analizi: Gelecegin Modern Caga Tanikligi. Istanbul 2005.

[3] Pim Valkenberg, Ertürk Alasag, Greco Idema, Janneke Teunissen & Carla Robertson (red.). In de voetsporen van Abraham. Budel 2004.

[4] De term “volkeren van het Boek” of Ahl al-kitab wordt in de Koran 24 keer genoemd, in het bijzonder in verband met christenen en joden. Een deel van deze verzen nodigt de ‘volkeren van het Boek’ uit tot gemeenschappelijke uitspraken tussen moslims en henzelf (Qur’an 3.64). Een ander deel van deze verzen laat zien dat er een grote nabijheid bestond tussen moslims en christenen (Qur’an 5.82).

[5] Samuel P. Huntington, The clash of civilizations and the remaking of world order, London 1998.

[6] Advocate of Dialogue: Fethullah Gülen. Compiled by Ali Unal & Anphonse Williams, Fairfax VA 2000; Gurkan Celik, Paul Cobben, Joannemie van Dijk & Pim Valkenberg (red.), Voorlopers in de Vrede. Budel 2005.

[7] M. Fethullah Gülen, Kirik Testi [Broken Jug], Istanbul 2005. Deze bundel bevat zijn recente speeches; Kerim Balci, “Commentary on Analysis of Tolerance Process”, Zaman, 01.03.2005.

[8] M. Hakan Yavuz & John L. Esposito (eds). Turkish Islam and The Secular State. The Gülen Movement. Syracuse N.Y., 2003.

[9] Ahmet T. Kuru, “Fethullah Gülen’s Search for a Middle Way Between Modernity and Muslim Tradition.” In: M. Hakan Yavuz & John L. Esposito (eds), Turkish Islam and the Secular State, pp. 115-130.

[10] Bekim Agai. Zwischen Netzwerk und Diskurs: Das Bildungsnetzwerk um Fethullah Gülen (geb. 1938): Die flexible Umsetzung modernen islamischen Gedankenguts, Schenefeld 2004.

[11] Herman de Ley. Moslims in de Europese lekenstaten. http://www.flwi.ugent.be/cie/RUG/deley30_1.htm, 13.12.2005.

[12] Said Nursi. The Damascus Sermon. Istanbul 1996, p. 49.

[13] Said Nursi. The Essentials of the Rilale-i Nur. Izmir, 1999; The Words, Izmir, 1997; The Letters, Izmir, 1998; zie ook Herman de Ley, 2004.

[14] Thomas Michel s.j., “Sufism and Modernity in the Thought of Fethullah Gülen.” The Muslim World, 95 (2005) 342-58; M. Fethullah Gülen, Towards the Last Paradise. London 1996; Osman Bakar “Gulen on Religion and Science: A Theological Perspective”. The Muslim World, 95 (2005), pp. 359-72.

[15] Bekim Agai. “The Gülen Movement’s Islamic Ethic of Education”. In: Critique 11 (1), 2002, pp. 27-47.

[16] Gurkan Celik & Saniye Celik. “De rol van educatie ten behoeven van dialoog”, in: de Cascade (2), 2005, pp. 28-30. Utrecht.

[17] Thomas Michel,s.j. “Gülen as Educator”, in: M. Hakan Yavuz & John L. Esposito (eds), Turkish Islam and the Secular State, pp. 69-84.

[18] Zie Advocate of Dialogue: Fethullah Gülen, pp. 244-5.

[19] Naast de Koranteksten en de Hadithverslagen zijn Mewlana Djaladdin Roemi, Ahmed Yasawi, Yunus Emre en Bediüzzaman Said Nursi de voornaamste inspiratiebronnen van Gülen’s inzichten over dialoog en tolerantie.

[20] Selcuk Camci & Kudret Ünal, Fehullah Gulen’in Konusma ve Yazilarinda Hosgoru ve Diyalog, Izmir 1999, pp. 104-110.

[21] M. Fethullah Gülen, Toward a Global Civilization of Love & Tolerance. London 2004; Id., Love and The Essence of Being Human. Istanbul 2004.

[22] Suat Yildirim, “Fethullah Gulen’s Meeting with the Pope”, Zaman 11-12.4.1998; “Fethullah Gulen on His Meeting with the Pope”. Aksiyon 14.2.1998.

[23] Zie Selcuk Camci & Kudret Ünal, 1999.

[24] Qur’an, Al-Nisa (soera 4), 128

[25] Id., Gülen, Love and the Essence of Being Human, p. 172.

[26] Vergelijk Thomas Michel s.j., “Twee voorlopers in de vrede: Paus Johannes Paulus II en M. Fethullah Gülen”, in: Voorlopers in de vrede, pp. 31-46.

[27] M. Fethullah Gülen, “The Necessity of Interfaith Dialogue: A Muslim Perspective”, in: The Fountain 3 (2000), nr. 31, pp.4-9. Ook in: Love and the Essence of Being Human, p. 174.

[28] Id., Gülen, Love and the Essence of Being Human, p. 168.

[29] Zeki Saritoprak & Sidney Griffith, “Fethullah Gülen and the ‘People of the Book’: A Voice from Turkey for Interfaith Dialogue”. The Muslim World 95 (2005), pp. 329-340.

[30] M. Fethullah Gülen, Toward a Global Civilization of Love & Tolerance; Suat Yildirim, “Fethullah Gulen’s Meeting with the Pope”. Zaman, 11-12.4.1998.

[31] Ergun Capan Terror and Suicide Attacks: An Islamic Perspective, Istanbul 2004.

[32] M. Fethullah Gülen. Pearls of Wisdom, New Jersey 2005, p. 75.

Fethullah Gülen: Turkse voorvechter van tolerantie

Geschreven door Marianne Vorthoren, VolZin

Fethullah Gülen, een Turkse prediker die in eigen land omstreden is omdat hij het seculiere karakter van Turkije in gevaar zou brengen, krijgt langzaam maar zeker meer bekendheid in Nederland. Niet altijd in positieve zin. Een meerderheid in de Tweede Kamer (CDA, PvdA, SP en VVD) wil dat minister Ella Vogelaar van Integratie onderzoek doet naar organisaties in Nederland die zijn gedachtegoed zouden uitdragen. Wie is Gülen eigenlijk en wat zijn zijn principes?

Fethullah Gülen wordt in 1941 geboren, als tweede kind van een gezin met acht kinderen, in Korucuk, een dorp in het oosten van Turkije. Zijn vader Ramiz is voorganger in de moskee en zijn moeder Refia zorgt voor het huishouden. Al jong krijgt Gülen les van plaatselijke geleerden. Na de afronding van zijn opleiding tot voorganger en prediker vertrekt hij naar Edirne, in het westen van Turkije. Daar werkt hij vier jaar als voorganger totdat hij in 1966 als prediker wordt aangesteld in de kosmopolitische stad Izmir. Daar preekt hij in veel grote moskeeën. Van dan af zal hij geleidelijk aan uitgroeien tot een van Turkije’s meest populaire predikers en geestelijke leiders.

Islamitische principes worden door Gülen uitgelegd met het oog op de actualiteit. Typerende thema’s in zijn preken en publicaties (intussen verschenen al zo’n vijfentwintig boeken van zijn hand) zijn: altruïsme, tolerantie, dialoog, acceptatie en respect voor anderen. Hij drukt zijn volgelingen op het hart zich in woord en gedrag verre te houden van fanatisme en extremisme en wijst hen op het “goddelijke geschenk” van de vergeving, waardoor wij mensen “boven de donkere wolken uitstijgen die aan onze horizon opdoemen en het licht van deze wereld zien”. Moslims moeten volgens hem niet treurig blijven terugblikken op een voor altijd verloren ‘gouden eeuw’, maar met alle mensen van goede wil samenwerken aan de realisering van een rechtvaardige, meevoelende en fatsoenlijke samenleving.

‘Hodja efendi’ (meester leraar) wordt Gülen in Turkije genoemd. Hij ontleent zijn faam niet in de laatste plaats aan zijn rol als volksopvoeder. Hij beklemtoont bij voortduring het belang van onderwijs, dat volgens hem nodig is om je als individu te laten verlichten. Het denken van Gülen is inmiddels de inspiratiebron voor meer dan vijfhonderd scholen, vijf colleges en zes universiteiten, niet alleen in Turkije en Centraal-Azië, maar ook daarbuiten. Deze scholen staan bekend om hun moderne, seculiere karakter. Waar de staat een uur per week godsdienstonderwijs voorschrijft, zoals in Turkije, voeren ze dat uit.

Inzet voor dialoog

“Liefde is de reden van het bestaan en de essentie ervan en het is de sterkste band die schepselen bindt. Alles in het universum is het werk van God”, aldus Gülen. Hij is zich de afgelopen decennia steeds meer gaan inzetten voor de interculturele en interreligieuze dialoog. Hij ontmoet journalisten, schrijvers, kunstenaars, politici, zakenlui, sporters en wetenschappers van uiteenlopende overtuiging. Verder spreekt hij met de geestelijke leiders van de voornaamste religieuze gemeenschappen in zijn land: joden, protestanten en Grieks-, Syrisch- en Armeens-orthodoxen. In 1998 heeft hij een ontmoeting met paus Johannes Paulus II. Om maatschappelijke kwesties in een breder perspectief bespreekbaar te maken, wordt in 1999 door de Stichting van Journalisten en Schrijvers in Turkije, waarvan Gülen erevoorzitter is, het Abant Platform in het leven geroepen. Aan dit platform doen nationale en internationale wetenschappers en denkers van verschillende religies en levensvisies mee. Het platform behandelt onderwerpen als democratie, scheiding van kerk en staat en de rechtsstaat. Fethullah Gülen blijft een grote groep mensen inspireren, ook in Nederland, waar diverse organisaties op het gebied van onderwijs, media en interculturele en religieuze dialoog mede op zijn gedachtegoed zijn gebaseerd. Naast een stimulans tot maatschappelijke activiteiten vormen zijn boeken, artikelen en cassettes voor velen een bron van persoonlijke verlichting.

Wat wel de ‘Gülen-beweging’, of ‘hizmet’ (wat ‘dienst’ of ‘dienstbaarheid’ betekent) wordt genoemd, is volgens de Amerikaanse islam- en Aziëkenner Greg Barton in feite een uitgebreid, losjes verbonden netwerk van zelfstandige scholen, universiteiten, niet-gouvernementele organisaties en media- en uitgeversondernemingen. Gülen wordt vaak verkeerd begrepen, zegt Barton, omdat er in de moslimwereld niets is wat met zijn beweging vergelijkbaar is. Oppervlakkig gezien lijkt zijn beweging enigszins op een sociale beweging in de trant van de Moslim Broederschap, onder meer bekend in Egypte. Nadere bestudering van de kernleer en waarden toont evenwel al snel aan dat deze beweging in geen enkel opzicht fundamentalistisch is. De ‘Gülen-beweging’ kan men dan ook beter vergelijken met christelijke bewegingen en organisaties die actief zijn in het maatschappelijk middenveld. Dat Gülen in Turkije omstreden is omdat hij het seculiere karakter van Turkije in gevaar zou brengen, is in het licht van het voorgaande op zijn zachtst gezegd ongerijmd te noemen. Op het ogenblik verblijft hij overigens al enige tijd in de Verenigde Staten voor een medische behandeling.

Vrede als beginsel

Gülen wordt meestal gezien als intellectuele erfgenaam van de invloedrijke en geliefde geleerde en schrijver Said Nursi, die op zijn beurt veel ontleende aan de grote soefi ‘Mevlana’ (‘onze leraar’) Djalaal-ad-Din Roemi. Mevlana (1207-1273) neemt ook in het werk van Gülen een centrale plaats in. Volgens de Vaticaanse islamdeskundige Thomas Michel is Roemi voor Gülen het ware gezicht van de islam, zonder grofheid, wreedheid of fanatisme. Deze negatieve aspecten zijn geen onderdeel van de islam maar er juist mee in strijd. Vrede, liefde, vergeving en tolerantie zijn fundamenteel. Als God belang hecht aan liefde, dan moeten we dit als een fundamenteel beginsel aanvaarden, betoogt de Turkse prediker. Een wezenlijk kenmerk van Gülen is zijn streven naar een vrede die zowel individuen als de samenleving omvat. Juist in tijden van gewelddadige conflicten, die Turkije meermalen heeft gekend en die dwars door gezinnen liepen, riep Gülen zijn gehoor op om het hoofd koel te houden. Hij spoorde hen aan om geduldig te blijven werken aan een vreedzame toekomst. Gülen houdt zich niet bezig met onderwerpen als een islamitische staat of met de invoering van islamitische wetgeving (sharia) hoewel sommige machthebbers hem daar herhaaldelijk van hebben beschuldigd. Er zijn in Turkije verscheidene rechtszaken geweest tegen hem gevoerd. Hij is keer op keer op dit punt vrijgesproken. Hij is tegen islamisme en fanatisme. ‘De visie op de islam als een alles omvattende ideologie is geheel tegen de geest van de islam, welke de rechtsstaat voorstaat en openlijk onderdrukking tegen enig segment van de samenleving verwerpt”, aldus Gülen.

Steun voor democratie

In zijn benadering van de islam legt Gülen de nadruk op rationaliteit, op een open, onderzoekende geest, op tolerantie ten opzichte van verschillen en op pluralisme. Deze principes leiden bij hem juist tot steun voor de seculiere democratie. Barton: “Voor Gülen betekent seculiere democratie de enige geschikte weg naar bestuur in de moderne staat. Koran en soenna (de profetische traditie, red.) mogen dan wel duidelijk zijn over godsdienstige waarden waarover men moet nadenken en die men moet hooghouden in de staat, toch bevatten ze geen blauwdruk voor de politiek. De islam staat geen onveranderlijke vorm van regering voor, noch probeert hij daaraan vorm te geven. In plaats daarvan stelt de islam de basisprincipes op die wijzen naar de algemene eigenschappen van een regering. Hierbij laat de islam het aan de mensen over om het type en de vorm van bestuur te kiezen, afhankelijk van tijd en omstandigheden. Gülen komt vaak specifiek op voor democratie met als argument dat het de meest geschikte vorm van bestuur is in de moderne tijd en dat het volledig in overeenstemming is met de islam.” Gülen ziet samenwerking met mensen van andere religies en levensbeschouwingen als een noodzaak: “Los van hoe de aanhangers hun geloof in hun dagelijks leven in de praktijk brengen, zijn algemeen geaccepteerde waarden als liefde, respect, tolerantie, vergevingsgezindheid, genade, mensenrechten, vrede, broederschap en vrijheid allemaal door religie verheven waarden. De meeste van deze hebben een zeer prominente plaats gekregen in de boodschappen van Mozes, Jezus en Mohammed, vrede zij met hen allen, maar ook in die van Boeddha en zelfs Zarathustra, Lao-Tze, Confucius en de hindoeprofeten.”