Waarom onderwijs?

Waarom onderwijs?

Geschreven door Fethullah Gulen

Kortom, onze drie grootste vijanden zijn onwetendheid, armoede en verdeeldheid. Onderwijs, ondernemerschap, en dialoog kunnen hiertegen strijden.

Er zijn al veel dingen gezegd en geschreven over onderwijs. We zullen dit onderwerp benaderen vanuit drie samenhangende invalshoeken: menselijk-psychologisch, nationaal-maatschappelijk en universeel.
We hebben eeuwenlang geleefd onder de serieuze invloed van het hedendaagse Westerse denken dat ongetwijfeld veel superieure aspecten kent. Het kent echter ook enkele gebreken die voornamelijk stammen uit de historische periode die het heeft doorlopen en uit de unieke omstandigheden die het heeft geschapen. In de Middeleeuwen, toen Europa onder een theocratische orde leefde, geregeerd door de kerk of door de kerk-aangewezen monarchieën, kwam het in contact met de islamitische wereld, met name door Andalusië en de kruistochten. Naast andere factoren opende dit de deur voor de renaissance en de hervormingsbewegingen. Samen met andere factoren zoals een tekort aan land, armoede, de drang om in groeiende behoeften te voorzien, en sommige eilanden zoals Engeland die van nature geneigd zijn tot zeetransport, leidde het tevens tot overzeese geografische ontdekkingen.

De primaire drang in al deze ontwikkelingen was het bevredigen van materiële behoeften. Toen de bijgaande wetenschappelijke studies zich in strijd met de kerk en middeleeuwse christelijke scholastiek ontwikkelden, werden de Europeanen geconfronteerd met een conflict tussen religie en wetenschap. Dit was er de oorzaak van dat religie zich afsplitste van de wetenschap en dat veel mensen braken met religie. Deze ontwikkeling leidde uiteindelijk tot materialisme en communisme. In de sociale geografie werd humaniteit geconfronteerd met de meest opvallende elementen uit de Westerse geschiedenis: wereldwijde exploitatie, een oneindig conflict gebaseerd op belangen, twee wereldoorlogen en de verdeling van de wereld in machtsblokken.

Het Westen heeft de wereld enkele eeuwen onder economische en militaire controle gehouden. In de afgelopen eeuwen heeft het conflict tussen religie en wetenschap vele intellectuele kringen beziggehouden. Bewegingen omtrent de Verlichting begonnen in de achttiende eeuw en beschouwden mensen slechts als hun geest. De daaropvolgende bewegingen, positivisme en materialisme, beschouwden de mens slechts als materiële of lichamelijke entiteiten. Het resultaat daarvan was dat spirituele crises elkaar opvolgden, de één na de ander. Het is niet overdreven om te zeggen dat deze crises en de afwezigheid van spirituele bevrediging de grootste factoren waren achter het belangenconflict dat de laatste twee eeuwen omhulde en dat zijn hoogtepunt bereikte in de twee wereldoorlogen.
Als bezitters van een geloofssysteem met een andere geschiedenis en essentie, hebben we enkele fundamentele zaken aan het Westen te geven, met wie we diepe economische, maatschappelijke en zelfs militaire relaties hebben, en aan de mensheid in zijn geheel. Bovenaan de lijst staan ons inzicht in en onze visie op de mensheid. In feite is deze visie niet exclusief voor ons of subjectief; het is eerder een objectieve visie die naar voren brengt wat mannen en vrouwen werkelijk zijn.

Een mens is een schepsel dat is samengesteld uit niet alleen een lichaam of verstand of gevoel of geest; hij of zij is eerder een harmonieuze compositie van al deze elementen. Een mens is een lichaam dat kronkelt in een net van behoeften. Hij of zij is ook een geest die meer subtiele en essentiële behoeften heeft dan het lichaam en die wordt gedreven door angsten betreffende het verleden en de toekomst en om antwoorden te vinden op vragen als: “Wat ben ik? Wat is deze wereld? Wat willen het leven en de dood van mij? Wie heeft me deze wereld ingestuurd en met welk doel? Waar ga ik heen en wat is het doel van het leven? Wie is mijn gids op deze wereldse reis?”
Bovendien is ieder mens een schepsel dat bestaat uit gevoelens die niet kunnen worden vervuld door de geest en een schepsel dat bestaat uit de geest waardoor hij of zij de essentiële menselijke identiteit verkrijgt. Een individu bestaat uit al deze dingen. Als er met een man of een vrouw, waar alle systemen en verrichtingen om draaien, rekening wordt gehouden en als hij of zij wordt beoordeeld als een schepsel dat uit al deze aspecten bestaat en als aan al zijn of haar behoeftes is voldaan, zal hij of zij het ware geluk kunnen bereiken. Op dit moment is de ware menselijke vooruitgang en ontplooiing met betrekking tot ons essentiële zijn, alleen mogelijk door educatie.

Om het belang van educatie te bevatten, hoef je alleen maar te kijken naar een verschil tussen dieren en ons. Aan het begin van de reis door de wereld van geesten, die zich uitstrekt tot in de eeuwigheid, in het aardse stadium, zijn we zwak, behoeftig en in de ellendige positie dat we bij alles op anderen moeten wachten. Dieren daarentegen, komen deze wereld in, of worden deze wereld ingezonden, alsof ze perfectie hebben bereikt in een andere wereld. Binnen 2 uur of 2 dagen of 2 maanden na hun geboorte leren ze alles wat ze moeten weten, hun relatie met het universum en de wetten van het leven en ze beschikken over beheersing. Aan de andere kant is het zo dat het verwerven van de kracht om te leven en het vermogen om te werken ons 20 jaar kost, terwijl dit door een mus of een bij in 20 dagen wordt verkregen. Meer correct is, dat het hen wordt ingegeven.

Aan de andere kant moeten we alles leren als we deze wereld binnenkomen, omdat we onwetend zijn van de regels des levens. In feite kunnen we, in 20 jaar tijd of zelfs gedurende ons hele leven, nog altijd niet de volledige aard en zin van de regels en voorwaarden van het leven leren, of van onze relatie tot het universum. We worden naar hier gezonden in een zeer zwakke en hulpeloze vorm. We kunnen bijvoorbeeld pas na 1 of 2 jaar op onze voeten staan. Bovendien kost het ons bijna ons hele leven om te leren wat echt in ons belang is en wat niet. Alleen met de hulp van het maatschappelijke leven kunnen we ons richten op onze belangen en gevaar vermijden.

Dit betekent dat het onze essentiële taak is, als creatie met een zuivere aard die naar dit uitzonderlijke pension is gekomen, om stabiliteit en helderheid in gedachten, verbeelding en geloof te bereiken, zodat we een “tweede natuur” en een kwalificatie kunnen verwerven om ons leven in “de volgende, veel meer verheven werelden” kunnen voorzetten. Bovendien hebben we, door onze taken als dienaren uit te voeren, de plicht om ons hart en ziel te laten functioneren en om al onze aangeboren vermogens te activeren. Door onze innerlijke en uiterlijke werelden, waar ontelbare mysteries en puzzels resideren, te omarmen, moeten we het geheim van het bestaan doorgronden en dus opklimmen naar de positie van ware humaniteit.

Ten tweede heeft het conflict tussen religie en wetenschap en het daaruit ontstane product, materialisme, de natuur, net als de mensheid, gezien als een accumulatie van materiaal dat alleen is geschapen om onze lichamelijke behoeften te vervullen. Als resultaat hiervan ondergaan we nu wereldwijde milieurampen.

Overweeg het volgende: Een boek is de materiële manifestatie van het “spirituele” bestaan in de gedachten van de schrijver door het gebruik van woorden. Er is geen strijd tussen deze twee manieren om dezelfde waarheid en inhoud te uiten in twee verschillende “werelden”. Op dezelfde manier heeft een gebouw een spiritueel bestaan in de geest van de architect, “lot of predeterminatie” in de vorm van een plan, en een bouwwerk in de vorm van materiële existentie. Er bestaat geen conflict tussen de manieren waarop dezelfde betekenis, inhoud en waarheid van deze drie verschillende werelden worden geuit. Zoeken naar conflicten is niets meer dan verspilde moeite.

Er kan evenzo geen conflict zijn tussen de Koran, het goddelijke Schrift, (afkomstig van Gods kenmerk het spreken), het universum (afkomstig van Zijn kenmerken van kracht en wilskracht) en de wetenschappen die dat onderzoeken. Het universum is een machtige Koran, voortgekomen uit Gods kenmerken van kracht en wilskracht. Met andere woorden, het is, als we deze omschrijving mogen gebruiken, een grote, gecreëerde Koran. In ruil daarvoor,  het is tenslotte een expressie van wetten van het universum in een andere vorm, is de Koran een universum dat is gecodificeerd en opgetekend. In de ware zin van het woord verzet religie zich niet tegen de wetenschap en wetenschappelijk werk en religie beperkt beide ook niet.

Er wordt tegenwoordig beweerd dat religie tweedracht zaait en de weg opent naar het vermoorden van anderen. Niemand kan echter ontkennen dat het niet de religie, en zeker niet de islam, is die heeft geleid tot de genadeloze exploitatie van de laatste paar eeuwen, en in het bijzonder de oorlogen en revoluties van de twintigste eeuw die honderden miljoenen mensen hebben gedood en zelfs nog meer daklozen, weduwen, wezen en gewonden hebben achtergelaten. Wetenschappelijk materialisme, een visie op het leven en de wereld die zich heeft afgescheiden van religie, en een botsing van belangen hebben geleid tot deze exploitatie.

Het dienen van de mensheid door middel van educatie.

Onderwijs is altijd al de meest belangrijke weg geweest naar het dienen van ons land. Nu we leven in een mondiaal dorp is het de beste manier om de mensheid te dienen en om de dialoog met andere beschavingen in te stellen.

Het volgende hangt hiermee samen. Er is een gezegde onder de mensen: “Een buur heeft de as van zijn of haar buren nodig.” Als je geen as hebt dat anderen nodig hebben, zal niemand enige waarde aan je hechten. Zoals hierboven aangegeven, hebben we meer aan de mensheid te geven dan van de mensheid te nemen. Vandaag de dag hebben vrijwilligersorganisaties en niet-gouvernementele organisaties bedrijven en stichtingen opgericht die anderen vol enthousiasme dienen. De massale acceptatie van de educatieve instellingen die over de hele wereld zijn verspreid, en die ondanks de grote financiële tegenslagen die ze hebben gehad, en ondanks het concurreren met en het vaak overtreffen van hun Westerse collega’s in een korte periode, zou het bewijs moeten zijn dat hetgeen we hebben beweerd, niet kan worden ontkend.

Kortom, onze drie grootste vijanden zijn onwetendheid, armoede en verdeeldheid. Onderwijs, ondernemerschap, en dialoog kunnen hiertegen strijden. Als onwetendheid het meest serieuze probleem is, moeten we dat bestrijden met onderwijs. Onderwijs is altijd al de meest belangrijke weg geweest naar het dienen van ons land. Nu we leven in een mondiaal dorp is het de beste manier om de mensheid te dienen en om de dialoog met andere beschavingen in te stellen.

Ten eerste is educatie een humane dienst omdat we hiernaartoe zijn gezonden om te leren en om beter te worden door middel van educatie. Een gezegde is: “De oude stand van zaken is onmogelijk. We moeten ofwel naar een nieuwe staat ofwel naar vernietiging.” Bediuzzaman verlegde de aandacht naar nieuwe oplossingen en naar de toekomst. Hij zei dat “controversiële onderwerpen niet zouden moeten worden besproken met Christelijke spirituele leiders,“ en hij opende zo dialogen met leden van andere religies. Net als Jalal al-Din al-Rumi, die zei: “Eén van mijn voeten staat in het centrum en de andere voet staat in 72 rijken die als omtrek fungeren”, trok hij een wijde cirkel die alle monotheïsten omvat. Implicerend dat de dagen van bruut geweld over waren, zei hij: “Een overwinning met beschaafde personen is een overwinning door overreding,” waarmee hij aangaf dat de dialoog, overtuiging en het gesprek gebaseerd op bewijs, essentieel zijn voor degenen onder ons, die ernaar streven om de religie te dienen. Door te zeggen “humaniteit zal zich in de toekomst zal richten op kennis en wetenschap en in de toekomst zullen de rede en het woord regeren,” moedigt hij kennis en het gesprek aan. Uiteindelijk trok hij, nadat hij de politiek en directe politieke bemoeienis aan de kant had geschoven, de hoofdlijnen van ware religieuze en nationale dienstverlening in deze tijd en in de toekomst.

In het licht van zulke principes, heb ik mensen aangemoedigd om het land in het bijzonder te dienen, en de mensheid in het algemeen, door middel van educatie. Ik heb hen opgeroepen om de staat te helpen met het onderwijs en de opvoeding van mensen, door scholen te openen. Onwetendheid wordt verslagen door educatie, armoede door het bezit van kapitaal en interne schisma en separatisme door eenheid, dialoog en tolerantie. Maar, omdat elk probleem in het menselijk leven uiteindelijk afhangt van de mensen zelf, is educatie het meest effectieve vehikel, ongeacht of we een verlamd maatschappelijk en politiek systeem hebben, of een systeem dat opereert met de precisie van een klok.

Scholen

Nadat de overheid privéscholen had toegestaan, kozen veel mensen er op vrijwillige basis voor om hun vermogen te besteden aan het dienen van het land, in plaats van het door te geven aan de volgende wereld na een frivool bestaan. Ze deden dat in feite met hetzelfde enthousiasme als voor aanbidding. Het is voor mij onmogelijk om alles over de scholen die hier en in het buitenland geopend zijn, te weten. Omdat ik het openen van scholen alleen heb aangeraden en aangemoedigd, ken ik niet eens de namen van veel van de organisaties die de scholen hebben geopend of de plaatsen waar de scholen zijn gevestigd.

Ik heb deze zaak echter tot op zekere hoogte gevolgd in de pers en in de serie artikelen van achtenswaardige journalisten als Ali Bayramoglu, Sahin Alpay en Atilgan Bayar. Scholen zijn geopend plaatsen van Azerbeidzjan tot op de Filippijnen en van St. Petersburg (de hoofdstad van tsaristisch Rusland) tot Moskou (de hoofdstad van communistisch Rusland) en met de hulp en referentie van onze joodse medeburger en prominente zakenman Uzeyir Garih in Jakoetsk. Deze scholen zijn geopend in bijna alle landen, behalve in landen als Iran die geen toestemming geven.
De schrijvers en denkers die de scholen hebben bezocht verklaren dat deze scholen worden gefinancierd door Turkse vrijwilligersorganisaties. In velen hiervan of zelfs alle gevallen, zijn schoolgelden van studenten een belangrijk deel van deze financiering. Lokale bestuurders dragen, indien nodig, aanzienlijk bij met hulp bij de voorziening van land, gebouwen, directeuren en leraren. De leraren, die zijn toegewijd aan het dienen van hun land, hun volk en de mensheid, hebben hun betekenis in het leven gevonden in het dienen van anderen. Ze werken vol enthousiasme voor een laag salaris.

In eerste instantie waren enkele van onze functionarissen van deze buitenlandse missie aarzelend om hun steun te betuigen, omdat ze niet echt begrepen wat er gaande was. Vandaag de dag echter, steunen de meesten van hen de scholen. Naast de twee laatste Turkse presidenten, betuigden wijlen de eerzame Turgut Ozal, de eerzame Suleyman Demirel, de voormalige voorzitter van het parlement Mustafa Kalemli en voormalig minister van buitenlandse zaken Hikmet Cetin, hun steun door de scholen daadwerkelijk te bezoeken.
Het is passend om hier Ali Bayramoglu’s observaties te presenteren. Een journalist die veel van deze scholen heeft bezocht stelde: “Deze scholen geven geen religieus onderwijs en omvatten geen educatieve activiteiten in een religieuze omgeving, zoals wordt aangenomen. Ze zijn opgericht volgens het model van “Anadolu Hogescholen” met een superieure technische uitrusting en laboratoria. Lessen worden gegeven binnen het leerplan dat door het ministerie van onderwijs is opgesteld. Religieuze onderwerpen worden niet eens onderwezen.” Sterker nog, journalist Ali Bulac, die deze scholen heeft bezocht, vertelde over zijn impressie dat de toiletten met opzet niet sprankelend schoon werden gehouden, om het idee te vermijden dat bidden voortvloeit uit netheid. Activiteiten vinden plaats binnen het kader van de geldende wetten van elk land en van educatieve filosofie. In Oezbekistan bijvoorbeeld, krijgen leerlingen, nadat ze Turks en Engels in de voorbereidende klas hebben geleerd, natuurkunde in het Engels van Turkse leraren en maatschappelijke vakken in Oezbekistan van Oezbeekse leraren. Het doorgeven van religieuze kennis of religieus onderwijs is niet het doel.”

Lokale bestuurders zijn even gevoelig voor secularisme, of zelfs meer, als de Turkse overheid. Er wordt verklaard door onze verlichte journalisten zoals Alpay, Bayar en vele anderen op een manier die vergelijkbaar is met Bayramoglu’s observaties, dat deze landen niet de minste bezorgdheid voelen voor de toekomst van deze scholen. Sterker nog, op de openingsceremonies voor de school in Moskou, zei het hoofd van het Nationale Educatiekantoor in Moskou: “Er zijn twee belangrijke gebeurtenissen in de recente geschiedenis van Rusland. Eén van deze twee is de maanlanding van Gagarin. De andere is de opening van een Turkse school hier.” Hij omschreef het als een historische gebeurtenis.

Notice: Trying to access array offset on value of type bool in /www/wp-content/themes/Divi/epanel/custom_functions.php on line 499

Verklaring omtrent ontwikkelingen in Turkije: Corruptiezaak, AKP en Gulenbeweging

 

Openbare Verklaring van de Stichting voor Journalisten en Schrijvers omtrent de recente ontwikkelingen in Turkije

30-12-2013

De strijd tegen de corruptie is een van de kwesties die door het publiek over de hele wereld nauwlettend en graag gevolgd wordt. Het ligt voor de hand dat de regeringen in Turkije die tot nu toe verwikkeld raken bij corruptieschandalen en waarvan het publieke geweten het vermoeden krijgt dat deze regeringen niet adequaat optreden tegen de corruptie hun geloofwaardigheid en hun krediet bij het volk verliezen. Het is van essentieel belang dat de beschuldigingen van corruptie die in deze dagen nauwlettend en met volle nieuwsgierigheid gevolgd wordt door het publiek, zoals dat hoort in alle democratische landen, zowel door de rechterlijke macht als door de media op de meest effectieve manier vervolgd wordt.

Het is van belang dat vooral door de regering, maar ook alle betrokken personen en instanties respectabel wordt omgegaan met de besluiten van de rechterlijke macht, die conform de grondwet en de wetten namens het volk worden genomen, zodat het publieke geweten ervan overtuigd wordt dat gerechtigheid bewerkstelligd is.

“Te beweren dat de Hizmetbeweging achter het lopende onderzoek zou zijn, is een schandelijke laster.”

Beweringen dat onze erevoorzitter de heer Fethullah Gülen en de Hizmetbeweging banden zouden hebben met “de openbare aanklagers” die het onderzoek naar corruptie voeren en “lakeien van buitenlandse mogendheden” zouden zijn en dat ze daarom deze zaken geopend zouden hebben is een schandalige laster.

Daarnaast is het verdraaid weergeven van nieuws over zelfs de transparante vergaderingen van onze stichting met het doel om zowel Turkije als de activiteiten die ontplooid worden door de vrijwilligers van de Hizmetbeweging aan de hele wereld te vertellen, door de media die dicht bij de regering zijn, als “verraad”, “spionage”, “samenwerken met internationale duister machten” zijn belachelijke samenzweringstheorieën en beschuldigingen die onverenigbaar zijn met oprechtheid.

Anders zouden we iedereen die met dergelijke activiteiten bezig zijn met spionage en landverraad kunnen beschuldigen waardoor we het land mee zullen sleuren in een onontwarbare krankzinnigheid.

“Er is absoluut geen sprake van vijandigheid van de Hizmetbeweging jegens de AK-partij.”

Er bestaat geen vijandigheid van de heer Gülen en de Hizmetbeweging jegens de AK-partij, die het land veel diensten heeft bewezen. De Hizmetbeweging heeft de AK-partij openlijk gesteund in al haar pogingen om het democratiseringsproces tussen de jaren 2002-2011 te realiseren. Echter, in het besturen, acties en non-acties van de heer Erdogan en zijn partij is er sinds de verkiezingen van 2011 een significant verschil opgetreden. De vertraging van het EU-proces, het voorstel van een presidentieel systeem dat de scheiding der machten doet eroderen, het geleidelijk beperken van de mediavrijheid, het verzwakken van de parlementaire controle, het feit dat de Rekenkamer niet meer in staat is om haar taken uit te voeren, de toename van de tekenen van een autoritair regime, last but not least het ingrijpen in het rechtssysteem, heeft zelfs bij de nuchtere AK-partij supporters geleid tot ernstige bezorgdheid over de toekomst van het land.

Het is niet realistisch om te beweren dat deze discussies en kritieken, die ook door de Hizmetbeweging gedeeld en dikwijls verwoord worden, zouden zijn begonnen met de ontwikkelingen rond het verbieden van de scholen die leerlingen voorbereiden op toelatingsexamens van de universiteiten. Reeds lang voordat de discussies rond het verbieden van deze voorbereidingsscholen begonnen, heeft onze Stichting haar zorgen met name over de mediavrijheid, met inbegrip van de vertraging van de hervormingen in Turkije en de neigingen tot autoritaire regime met de publieke opinie gedeeld.

“We zijn bezorgd dat de straatprotesten aanleiding kunnen geven tot een reeks van provocaties.”

Het beeld dat er ontstaan is dat door de regering openlijk ingegrepen wordt bij de rechterlijke macht, die het onderzoek naar de corruptieschandalen leidt, dat er ingegrepen werd bij de politie die in opdracht van de rechterlijke macht werkt, maar ook de nieuwe benoemingen bij de politie, waardoor de politie haar taak van rechtshandhaving niet meer wil en kan vervullen, heeft bij veel mensen terecht reacties veroorzaakt.

Vreedzame straatprotesten, die in overeenstemming met de wetten worden gevoerd, zijn een democratisch recht, zolang deze zich niet lenen aan geweld. Echter, het beeld dat de regering toont alsof er onverdraagzaamheid is jegens de rechterlijke macht en de dagelijkse zeer polariserende uitspraken die in deze dagen tot meer spanningen leiden, hoewel deze vreedzaam en gerechtvaardigd zijn, maakt ons bezorgd dat dit soort straatprotesten tot provocaties zullen leiden.

We maken ons duidelijk zorgen dat de protestacties ons land in een chaotische toestand zullen brengen. Het kan ertoe leiden dat, als de vreedzame straatprotesten, die bedoeld zijn om tegen de corruptie te protesteren gesaboteerd worden, de corruptieagenda verdoezelen, en precies het tegenovergestelde van het beoogde resultaat leveren. In deze context nodigen we de regering uit, zoals we ook bij de protesten in het kader van de Taksimplein hebben verklaard, om voorzichtig en bedachtzaam te regeren en op te treden als de regering van 76 miljoen inwoners, inclusief de protestgangers. We roepen op dezelfde manier ook de activisten op om zich te beperken tot vreedzame methoden.

“Parallelle staat is onaanvaardbaar in een democratisch land. Als er een dergelijke structuur bestaat moet de regering dit met bewijsmateriaal openbaar maken.”

Aan de andere kant geven de onbewezen en te abstracte beschuldigingen zoals de “junta van de rechterlijke macht”, “parallelle staat”, “autonome structuur”, “spion”, “spionage” die samen met het corruptie onderzoek, zowel door de overheid als de media die dicht bij de overheid staan steeds luider geuit worden, de indruk dat het onderzoek verhuld wordt.

Als er hieromtrent aanwijzingen zijn in handen van de overheid moeten deze onmiddellijk aan de rechterlijke macht overhandigd worden. Dit hebben we reeds in onze uitspraken in Augustus ook openlijk verwoord. Echter in plaats van dit te doen, wordt er door middel van abstracte en onbewezen beschuldigingen de Hizmetbeweging, die miljoenen sympathisanten, mensen die haar waarderen en vrijwilligers telt, afgeschilderd als “de pionnen of de spionnen van buitenlandse duistere machten”, “een smerige bende, wiens handen afgehakt dient te worden”. Dit is niets anders dan, op zijn mildst, oneerlijk.

Het is duidelijk dat de persoonlijke rechten van de verdachten, die beschuldigd worden van corruptie, geschonden wordt om ze bij voorbaat schuldig te verklaren omdat ze onschuldig zijn zolang het tegendeel bewezen is. Echter, op dezelfde manier is het onrechtvaardig en valt het niet te rijmen met logische verstand, rede en oprechtheid, om zonder een beroep te doen op eventuele juridische en democratische beginselen om een grote gemeenschap die miljoenen sympathisanten heeft, te bestempelen met bende of criminele organisatie.

Zoals we keer op keer hebben uitgedrukt is het uiterst belachelijk om de Hizmetbeweging, die een civil society beweging is, te beschuldigen met het vestigen van een “voogdij” op de overheid of een “aandeel” te claimen van de regering. Het beschuldigen van elke advies, kritiek, verzoek of het verdedigen van de rechten van de groepen uit de maatschappij alsof ze uit zijn op macht en hen als op macht beluste, bij de politiek betrokken organisatie, en tegen hen te zeggen “bemoei je niet met de politiek”, “ga dan zelf een politieke partij oprichten”, “wacht op de verkiezingen”, “ga niet door krantenkoppen de nationale wil onder druk zetten” strookt niet met de geest, normen en waarden van het democratische systeem en is evenwel onaanvaardbaar.

“Elke vorm van voogdij is onaanvaardbaar”

Het is vanzelfsprekend dat in een democratisch land mensen hun wettelijke en legale burgerlijke rechten benutten en in overeenstemming met het principe van bevoegdheid tot de bureaucratie toetreden. Evenwel is het logisch en aanvaardbaar dat er mensen zijn die met de Hizmetbeweging sympathiseren en ervan houden. Wet kijkt naar concrete acties. Het kan niet uitgelegd worden met goede wil om de mensen die, ongeacht welke mening en levensstijl de burgers koesteren, conform de wetten van het land een functie bekleden op alle niveaus van de staat, te beschuldigen met “het overmeesteren van de staat”, “infiltreren in de staat”, “vestigen van voogdij” of “parallelle regering”. Gedurende de periode van de militaire voogdij is de heer Gülen, met identieke verwijten beschuldigd, acht jaar lang tegen hem geprocedeerd en is uiteindelijk vrijgesproken van alle aanklachten.

Natuurlijk is het zo dat de bureaucraten, de (wettelijke) bevelen van hun gekozen bestuurders en toezichthouders moeten gehoorzamen en alleen hun bevelen op te volgen. De administratieve handelingen van de door het volk gekozen regeringen moeten uiteraard gerespecteerd worden; maar zoals de informatie en documenten, die ook publiekelijk bekend zijn en die niet weersproken zijn, ook onthullen, worden de mensen op een onrechtmatige manier in verband gebracht met de Hizmetbeweging, die overigens een grondwettelijke misdaad is, en op een zwarte lijst gezet en vervolgens op grond van verkregen informatie van inlichtingendiensten waarvan de criteria onbekend zijn, op een onrechtmatige manier geëlimineerd. Dit is zowel ondemocratisch als in strijd met de meest elementaire mensenrechten.

“Wat voor een Turkije”

Zowel onze erevoorzitter de heer Fethullah Gülen, als de Hizmetbeweging als wel onze Stichting hebben keer op keer niet alleen geëist dat de EU-hervormingen worden doorgevoerd, volledig democratische Turkije wordt opgebouwd, de volledige suprematie van het recht in de ruimste zin van het woord gevestigd wordt, de meest gevorderde staat van de mensenrechten gerealiseerd wordt, de gelijkheid van iedereen niet alleen in theorie maar ook in de praktische uitvoering van de wet gepraktiseerd wordt, civiele grondwet, een transparante staat, die ter verantwoording geroepen kan worden, maar zich ook ingezet, met inbegrip van de inspanningen voor het grondwettelijk referendum, met alle activiteiten en projecten, voor de realisatie van deze doelen.

Nogmaals, het is duidelijk een irrationeel en onlogisch eis dat, degenen die de staat willen overmeesteren of een parallelle, autonome structuur in de staat willen vestigen. Want de grootste obstakel voor deze eisen van een parallelle structuur, of de overmeestering van de staat door een duistere kliek, waarvan de intenties onduidelijk zijn, is een volledig democratische en transparante rechtsstaat die, conform de EU-normen, verantwoording kan afleggen tegen zowel het parlement, de rechterlijke macht en de Rekenkamer, alsmede de media en de publieke opinie.

Wiens inspanningen al dan niet in deze richting is, staat ter beoordeling van de waardering van het publiek.

Hoogachtend aangekondigd.

Stichting voor Journalisten en Schrijvers

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Toen enkele maanden geleden bekend geraakte dat aan de KU Leuven een Gülen leerstoel voor interculturele studies zou geopend worden, was de berichtgeving hierover in De Standaard erg negatief. Naïviteit, blindheid voor verborgen agenda’s… waren nog de meest zachte verwijten. Ik herinner me dat zelfs de persdienst van de KU Leuven toen enigszins in verlegenheid kwam. Niet dat men het initiatief wou afvallen, maar ze hadden het uiteraard liever positiever gezien… en dus werd van dan af die leerstoel in de mate van het mogelijke niet te veel onder de aandacht gebracht. Men zou wel zien wat het zou worden.

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu…

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu… en over alles te berichten wat in dit verband publieke aandacht mag verdienen, zowel in positieve als – indien nodig – negatieve zin. Ik neem aan dat ik dit niet via De Standaard moet doen, en waarschijnlijk ook niet via De Morgen, die er ook al een gepeperde en sterk gekleurde reportage op zitten had over de Lucerna colleges, wat wel niet hetzelfde is als de Gülen leerstoel maar toch ook bij de (islamitische) Gülen beweging aansluit.
Dus doe ik het hier via de website van integratiecentrum Foyer en via De Wereld Morgen. Het is nu eenmaal moeilijk om positieve berichtgeving over de islam via onze media verspreid te krijgen. Dus gebruik ik het middel dat me toegang geeft hiervoor.
Wat kan ik melden? Dat met de middelen van de Gülen-leerstoel volgende reeks open lessen zullen plaats vinden in het tweede semester van het academiejaar 2011-12 aan de KU Leuven, campus Sociale Wetenschappen.
Tegelijk wil ik benadrukken dat de samenstelling van de open lessen-serie (dus toegankelijk ook voor mensen van buiten de KU Leuven) volledig overgelaten werd aan mij en dat ik dit in volle vrijheid, zonder enige beïnvloeding kon doen.
De conferenties vinden, voor wie geïnteresseerd is, plaats telkens op donderdag tussen 18u en 20u.

Bij deze een overzicht van de reeks.

Titel: Current issues in Islam

Week 1: Islamic self-understanding and Islamic understanding of society (including its main currents) by Emilio Platti, Prof.Em., KU Leuven (16 February 2012)

Week 2: Euro-Islam and Euro Muslims by Brigitte Maréchal; Prof.,UC Louvain. (23 February 2012)

Week 3: Social work, Poverty, inequality and social safety nets: voluntary welfare associations by Jonathan Benthall, Dr., University College London.(1March 2012)

Week 4: Islam and Shi’ite influences, in Europe and in the World By Matthijs van den Bos, Dr., Birkbeck, University of London.(8 March 2012)

Week 5: Secularism in the Muslim Contexts Abdou Filali-Ansary, Dr, Aga Khan University London ( 15 March 2012)

Week 6: Radicalization and Muslims: Salafism, Wahhabism in Europe By Roel Meijer, Dr.; Nijmegen University (22 March 2012)

Week 7: Islam and Sufism, in Europe and in the World By Eric Geoffroy; Prof., University of Strasbourg.(29 March 2012)

Week 8: Islamic bourgeoisie and Muslim Entrepreneurships C. Mazereeuw – van der Duijn Schouten, Dr., University of Tilburg.(19 April 2012)

Week 9: Muslim Self and European Public Sphere by Nilüfer GÖLE, Prof, EHESS (26 April 2012)

Week 10: Religious Freedom and Islamophobia by Chris Allen, Dr., London College (3 May 2012)

Week 11: Pluralism and Toleration: Interfaith and Intercultural Dialogue by Emilio Platti, Prof.E., KULeuven.(10 May 2012)

Week 12: Final: Theoretical Debates on European Muslims Erkan Toguslu, Dr. KU Leuven. (24 May 2012)

Wat hieruit te besluiten valt?

Dat er wel degelijk meer en meer heel positieve, dialooggerichte en intellectuele door de moslimwereld zelf gedragen initiatieven bij ons plaatsvinden, en dat dit er een van de voorbeelden van is.

Wil dat zeggen dat er ondertussen geen integristische attitudes tegelijk tot ontwikkeling komen bij anderen? Neen. Die zijn er ook, maar men moet tegelijk het vele positieve ook willen zien.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Mijn ervaringen met de Gülen beweging…

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Gisteren 10 april las ik, zoals sommigen onder u, het artikel over de “Gülen-beweging” in De Standaard. Mijn eerste reactie? Voilà, ’t is weer prijs. Ik heb het gelezen om tot de vaststelling te komen dat het hier weer maar eens om de zoveelste mix gaat van vermoedelijke waarheden, ongenuanceerde waarheden en soms ronduit foute beweringen. Kort van elk een voorbeeld. Vermoedelijk is het waar dat vanuit de hoek van mensen die aansluiten bij de Gülen-beweging actie gevoerd wordt, vooral in Turkije en wellicht ook in Nederland, tegen adoptie door buitenlandse niet-islamitische gezinnen. Ik weet het niet, maar dat valt geenszins uit te sluiten. Ongenuanceerd waar: er zouden al heel wat mensen binnen politie en justitie in Turkije Gülen’s ideeëngoed gunstig gezind zijn. Wat is daar ongenuanceerd aan?

Tot op heden was een toppositie in Turkije, bij het leger, binnen justitie en binnen de bureaucratie, al decennialang een privilege van kemalistische families, met alle machtsconcentraties en soms ronduit corruptie vandien. (Niemand in het Westen zag daar toen graten in.) Op een ogenblik dat heel wat mensen, vooral intellectuelen, sedert de jaren 90 naar Gülen’s ideeëngoed overgaan, lijkt het me niet abnormaal dat je meer en meer van die mensen ook in die kemalistische bolwerken zal terugvinden.
Is dit infiltratie? Volgens mij is dit gewoon een gevolg van een toenemende democratisering van die diensten, onder druk van o.a.  Europa, waardoor een sociologisch evenwichtiger vertegenwoordiging van de samenleving daarin terug te vinden valt.
Ronduit onwaar zijn dan weer beweringen als zou Saïd Nursi aan de oorsprong staan van de Gülen-beweging. Niet dat daar bezwaar zou tegen zijn, maar het is gewoon niet waar en je moet echt geen expert zijn om dat te weten. Dat Gülen invloeden ondergaan heeft van Nursi, en trouwens ook van anderen, is juist… maar meer niet.

Wat dan weer opviel bij het artikel in De Standaard, was de in dikke letters afgedrukte bewering dat het hier vermoedelijk om een grote indoctrinatiemachine gaat. Akkoord, ‘k geloof dat er een vraagteken bij stond. En verder, heel subtiel, dat KU Leuven een leerstoel heeft, gefinancierd door IDP, en dus gefinancierd door de Gülen-beweging (en dus door die indoctrinatie-machine?). Hoe subtiel kan journalistiek toch tewerk gaan, nietwaar!
En wat doe je dan als lezer van o.a. De Standaard en als leerstoelhouder? Je kan zwijgen en het laten overgaan… Risico: sommige mensen zeggen dan: haha, het was een schot in de roos. Hij reageert zelfs niet.
Je kan ook reageren. Zakelijk. Dit is wat ik, terecht of ten onrechte, gedaan heb. Ik heb een korte Opinie gestuurd, met de vermelding dat ik in het artikel werd vermeld, en de opname in De Standaard van mijn reactie fair zou vinden. Welnu, nothing… Zelfs geen antwoord van ontvangst. Daarom publiceer ik mijn reactie dus hier. En u moet zelf maar oordelen.

Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in de mensen uit de Gulen beweging?

Vooraf wil ik echter nog iets kwijt wat ik niet in mijn reactie geplaatst had. Toen de leerstoel aan de KU Leuven werd geïnaugureerd, kreeg ik een telefoontje van een De Standaard-journalist die mij noch min noch meer wou laten zeggen dat de Gülen-beweging mij zijn programma opgedrongen had in ruil voor geld. Ik kreeg ook te horen dat evolutietheorie en dergelijke niet zou mogen, enzovoort. Toen ik zei dat ik daar tot op heden niets van ondervonden had, haakte hij af. Nadien hoorde ik dat hij de decaan en de omgeving van het rectoraat in dezelfde zin opgebeld had… Tiens!

En nu mijn Opiniestuk, met weglating van de inleiding:

“Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in die mensen? Voorgeschiedenis: geloof me of niet, maar als ik ooit bedreigd of onder druk gezet geweest ben vanuit ‘islamitische’ hoek, is het begin jaren ’90 gebeurd vanuit kemalistische hoek. Nadien heb ik begrepen dat dit de periode geweest is van de fameuze Ergenekon-affaire in Turkije, maar dit zou ons te ver leiden.

Later kreeg ik op het Koninklijk Commissariaat van het Migrantenbeleid, waar ik kabinetschef was, bezoek van een Turkse kolonel bij de Nato die me afdreigde dat ik in de kwestie van het woordvoerderschap voor de islam in België het standpunt van de toenmalige Turkse ambassade moest verdedigen. Zoniet ging hij ervoor zorgen dat ik in het kanaal van Brussel zou belanden. Ik hoor het hem nog zeggen: “voor 50.000 frank vinden wij wel een Albanees”.

Andere keren heb ik, als directeur van het CGKR, ook nog wel eens last gehad van islamisten die tot een manifestatie in Molenbeek en aan de Beurs in Brussel hadden opgeroepen tegen mij. Mijn conclusie: net zoals het islamisme, heeft ook het kemalisme niemand lessen te geven over intimidatie. Wat ik vandaag wel nog steeds ondervind, is dat ik heel frequent e-mails ontvang vanuit een bepaalde kemalistische hoek om me te waarschuwen tegen islamisering en anti-westers gedachtegoed bij Gülen. Ik vermoed dat sommige journalisten daar ook heel frequent mails over ontvangen. Voor mezelf heb ik echter uitgemaakt dat ik zal geloven wat ik zie en ondervind, en niet wat men roddelt.

En nu de leerstoel in Leuven. Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter… tot op heden organiseer ik het onderzoek dat ze financieren zoals ik het zie, en in volle vrijheid. En in de cursus die ik coördineer, nodig ik uit wie ik wil. Ik vermoed dat er tussen de lezers van mijn Opiniestuk mensen zullen zitten die de cursus volgen. Als ze vinden dat dit niet waar is, dat ze het dan laten weten, aan de krant of aan mij.

Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter…

Wat ondervind ik nog? Ik zie dat er een reeks initiatieven (Beltud, Golden Rose, Betiad, Fedactio, Lucerna) van de grond gekomen zijn in België en Vlaanderen, die gezien kunnen worden als behorend tot de Gülen-beweging. Ik zie dit als een los aaneengekoppeld netwerk van initiatieven, die ‘bottom up’ ontstaan en moreel-religieus vanuit een islamitische ethiek in wisselende mate ‘top down’ geïnspireerd worden. Die initiatieven worden gekenmerkt door een sterke lokale onderlinge netwerking, maar kunnen nogal grondig verschillen per land.

Wat is daar verkeerd aan? Is dit een indoctrinatiemachine? Is een Davids- of een Willemsfonds een indoctrinatiemachine? Verraadt dit een verborgen agenda? Zijn er dan geen ex-leden die wat ontgoocheld kunnen zijn? Kent u een beweging waar dit niet het geval is? En ongetwijfeld zullen daar ook wel eens beheersfouten gemaakt worden…

Maar ten gronde, moet het Westen misschien eens beginnen te leren begrijpen en aanvaarden dat globalisering niet betekent dat alles nog zal lopen zoals het Westen het verwacht vanuit zijn eigen vooropstellingen… en dat er nieuwsoortige bewegingen bij ons aan het opkomen zijn. Blijkbaar hebben sommigen het daar moeilijk mee en moet alles wat niet aan de eigen logica beantwoordt als verdacht voorgesteld worden. Ondertussen stel ik vast dat die initiatieven bij ons, die men ervan verdenkt een sterke Turkse islamitische staat te willen doordrukken, in mijn ogen zelfs te weinig de Turkse taal en cultuur valoriseren, waarmee ik bedoel dat ze daarin terecht veel verder zouden mogen gaan, en dat ik hen nog nooit een démarche heb zien doen die op islamisering van hun omgeving lijkt.”

Als afsluiter wil ik nog het volgende meegeven. Ik hoor ook meer dan eens vertellen dat de evolutieleer door de Gülen-beweging in twijfel getrokken wordt, of dat er banvloeken over homosexualiteit uitgesproken worden. Eerlijk gezegd: ik sluit niet uit dat sommige mensen zo denken die bij de beweging aansluiten.

Trouwens, bij de evangelicals en bij de katholieken heb je ook van alles, hoor. Waarom dus niet in een beweging met enkele honderdduizenden sympatisanten, in meerdere landen en met wisselende betrokkenheid? En er zijn al mensen bij mij gekomen om me vanuit Koerdische hoek te waarschuwen tegen de beweging. Welnu, beste lezer, tot nu toe heb ik daar zelf als persoon allemaal nog niets van ondervonden. En als het ooit zo ver komt, zal ik u informeren.

Ondertussen heb ik mijn buik vol van alle mogelijke roddels, verborgen agenda’s, “double talk” en wat nog allemaal wat verteld wordt als het over een zo complex iets als de islam gaat. Sommigen reduceren het tot enkele Koranverzen, anderen hebben ergens een of andere ervaring met een moslim opgedaan, en hop… de veralgemening volgt in een oogwenk. Sommige niet-moslims mogen er zich, bij zoveel halsstarrige perspectiefvernauwing, echt wel eens vragen beginnen bij stellen.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be

Spanningen tussen AK-partij en Gülen-beweging in Turkije

In Turkije komen stilaan enorme interne spanningen aan de oppervlakte, die ook een invloed zouden kunnen krijgen binnen de Turkse gemeenschappen in de diaspora. Na de Gezi Park-protesten, die premier Erdogan en sommige mensen in zijn omgeving duidelijk zwaar op de maag zijn blijven liggen, wordt een zondebok gezocht. Dit keer wil premier Erdogan blijkbaar de Gülen-beweging zien hangen.

Dit gebeurt via 11 beschuldigingen, die geleidelijk gefantaseerd en de wereld ingestuurd worden en binnenkort vermoedelijk ook via ambassadepersoneel in verschillende kringen van Buitenlandse zaken en van de Veiligheid verspreid zullen worden. Voor deze analyse baseer ik me op http://gyv.org.tr/Haberler/Detay/2455 , een belangrijk opiniestuk verspreid door de Gülen gezinde Journalists and Writers Foundation. (13.08).

In dit Opiniestuk kan men de 11 beschuldigingen (vanuit kringen rond premier Erdogan) lezen, alsook de antwoorden die de Turkse tak van de Gülen beweging hierop geeft.

De 11 beschuldigingen

1: de Gülen beweging ligt aan de basis van de Gezi park protesten in Istanboel. Als bewijs wordt aangevoerd dat Gülen had laten weten dat hij niet gekant was tegen vreedzame democratische protesten. Wat opvalt, is dat de betrokken regeringskringen die de beschuldiging formuleren verzuimen om te vermelden dat Gülen zich krachtig uitgesproken heeft tegen de plunderingen en dat hij zich eveneens gekeerd heeft tegen infiltraties van buiten uit die de protesten trachtten te manipuleren.

2: het zijn rechters die nauw aansluiten bij de Hizmet beweging van Gülen die de aangehouden jongeren die protesteerden vrij snel weer vrij lieten. Enkele rechters die van dergelijke laksheid verdacht werden, werden ondertussen overigens al uit hun post ontslagen.

3: de Gezi Park protesten werden aangewakkerd door Gülen gezinde politiemensen die de tenten van de jongeren die protesteerden in brand staken en die excessief geweld gebruikten.

4: de Gülen beweging zou de staatsgreep in Egypte niet veroordeeld hebben.

5: de Gülen beweging wil vanuit Pennsylvania (waar Gülen verblijft) een alternatieve macht uitbouwen die de legitiem verkozen burgerlijke regering in Turkije wil vervangen. Als bewijs hiervoor wordt aangevoerd dat sommige mensen uit Turkije, ook mensen uit de politiek, soms Gülen nog opzoeken in de VSA.

6: via infiltratie in de administratie probeert de Gülen beweging te delen in de regeringsmacht.

7: de Gülen beweging zou tegen het vredesproces met de Koerden gekant zijn.

8: de Gülen beweging zou gehoopt hebben dat de eerste minister aangehouden zou zijn geweest bij een vroeger incident rond 7 februari.

9: de Gulen beweging zou in het zicht van de volgende verkiezingen een alliantie willen sluiten met bepaalde politieke partijen buiten de AK partij. Als bewijs wordt aangevoerd dat de krant Zaman zich soms kritisch uitgelaten heeft over het feit dat de premier zelfs via Grondwetswijzigingen zijn macht wil bestendigen..

10. de Gülen beweging zou afluisterapparatuur geplaatst hebben in het kantoor van de eerste minister. (Eigenaardig genoeg werd echter nooit een gerechtelijk onderzoek hierover aangevraagd door de premier zelf, alhoewel dat eigenlijk – als het waar is – een heel ernstig misdrijf zou geweest zijn.)

11. waarom komt Fethullah Gülen niet terug uit de VSA naar Turkije? Omdat hij onder invloed staat van de VSA.

De Gülen beweging verdedigt zich tegen de aanklachten

Wat de Gezi park protesten betreft, wijst ze er o.a. op dat zelfs president Gül geprotesteerd heeft tegen het gebruik van excessief geweld tegen de jongeren door de politie, en dat ook ministers uit Erdogans regering afstand genomen hebben van het politiegeweld. Ook wijst ze erop dat rechters en politie in Turkije niet ressorteren onder de bevoegdheid van een beweging uit het middenveld, maar onder de ministers respectievelijk van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

Wat de situatie in Egypte betreft, wijst ze erop dat Gülen van een “darbe” (Turks woord voor een putsch) gesproken had door het leger tegen Morsi en erop gewezen had dat problemen in Egypte, als die er waren, anders dan via een ingreep door het leger opgelost moesten worden.

In de Koerdische kwestie claimt de beweging dat zij in steden als Diyarbakir en elders meetings georganiseerd heeft om de dialoog met de Koerden te promoten, en dat Gülen zelf al jaren verdedigt dat het Koerdisch als taal een plaats moet krijgen in het onderwijs. Ook heeft de beweging een privé zender in het Koerdisch opgericht.

De beschuldiging dat de beweging Erdogan graag gearresteerd had gezien, steunt nergens op, aldus de beweging, en is complete onzin. En er wordt inderdaad geen enkele aanwijzing hiervoor vernoemd. Hier komt men dus in de pure paranoia terecht.

Wat het feit betreft dat Gülen in de VSA mensen ontvangt uit Turkije en ook van elders, wijst de beweging erop dat dit een normaal menselijk gegeven is en dat iemand nog altijd mensen mag ontvangen zonder vooraf toestemming te vragen aan de Turkse of aan de Amerikaanse regering. Dat Gülen niet naar Turkije terugkeert, is gewoon een kwestie van gezond verstand… Immers, dit zou in Turkije aanleiding kunnen worden voor een hele reeks manipulaties uit de meest verschillende richtingen.

Onze commentaar

Het is duidelijk dat er een ernstig probleem aan het rijzen is tussen de Gülen beweging en sommige mensen rond Erdogan (uit de regerende AK partij). Nu is een zekere paranoia altijd wel een beetje inherent geweest aan de strategieën in de Turkse binnenlandse politiek, maar de AK partij gaat deze keer toch wel bijzonder ver met enkele van haar verdachtmakingen. Wat ze eigenlijk insinueert, of aan het voorbereiden is als beschuldiging, is dat de Gülen beweging wel eens een terroristische beweging zou kunnen zijn die de macht wil grijpen in Turkije. (Je weet wel: verborgen agenda’s enzovoort, de “klassieke” dooddoeners).

Onze vraag: Zou het kunnen, gelet op het ontbreken van een echte politieke oppositie in Turkije, dat Erdogan die uit islamistische Milli Görüs hoek komt (kringen die nota bene in Europa zelf minder ‘moslimbroeder’ geïnspireerd zijn geworden dan in Turkije), die sector uit het middenveld, namelijk de Gülen beweging, wil uitschakelen die als enigste nog wat kritiek op de regeringsleider durft uiten? (Alhoewel Erdogan zou moeten weten dat de Gülen beweging nog nooit echt tegen de AK partij ingegaan is, vermoedelijk omdat ze ook wel weet dat er momenteel geen echt alternatief voor bestaat. En het valt bijvoorbeeld op dat de corruptie die in bepaalde kringen binnen de AK partij bestaat, zelfs nooit ter sprake wordt gebracht in de met de Gülen beweging sympatiserende media, zo zeer lijkt men er van overtuigd dat de AK partij eigenlijk best de regering blijft vormen).

Ondertussen neemt de Gülen geïnspireerde Journalists and Writers Foundation in haar manifest heel duidelijk als haar positie in, dat ze het interne democratiseringsproces in Turkije wil blijven stimuleren en ook de toetreding van Turkije tot de Europese Unie als een prioriteit blijft zien. Is dit het wat Erdogan, die meer en meer met de moslimbroederschap sympatiseert, dwars zit? Eigenlijk moet gehoopt worden dat het conflict niet uit de hand loopt… want erg veel alternatieven voor de AK partij bestaan er momenteel niet in Turkije en dat weet de Gülen beweging ook, maar hopelijk ontspoort de AK partij niet in islamistische richting. Gevreesd mag echter worden dat de roddelmachines weer overvloedig allerlei “gossip” zullen produceren…

Johan Leman, bron: De Wereld Morgen

Anti-Gülen campagne in Europa

Recent kregen leden van het Europees Parlement een anonieme brief toegestuurd met allerlei vijandige beschuldigingen tegen de in het Turkse soefisme ontstane Gülen beweging. De in het Engels opgestelde brief begint als volgt:

“Ik schrijf deze brief als een menselijk wezen levend in Turkije met de bedoeling om te communiceren met bevriende menselijke wezens. We zijn in gevaar! Wij hebben je hulp nodig! Ons land staat onder controle van een radicale islamitische terroristische organisatie die zichzelf Fethullah Gülen gemeenschap noemt. Hun politieke partij namelijk de AKP heeft stap voor stap een dictatoriaal regime ingesteld in Turkije. Oppositie is niet meer toegelaten. De media staan onder controle. (…). Enzovoort.
Opvallend in de brief is dat de Gülen beweging als heel nauw verbonden voorgesteld wordt met de AK partij van Erdogan, en deze op haar beurt met de islamistische broederschappen in Syrië geassocieerd wordt. Europa wordt gewaarschuwd tegen een beweging die vergelijkbaar is met het nazisme in de jaren 30 in Europa.

Context.
Het valt op dat de brieven en artikelen-campagne in Europa gebeurt op een moment dat de onlusten bezig zijn in Istanboel en elders in Turkije. Van die onlusten kan men met enige waarschijnlijkheid zeggen – en hier deel ik de mening van de Turkse socioloog Ferhat Kentel – dat zij heel spontaan begonnen zijn, uitgaande van moderne jongvolwassenen en jongeren die het niet nemen dat premier Erdogan steeds meer Poetin-neigingen begint te vertonen en de vrijheden gaat inperken. Hun protest is terecht. Het valt me op dat ik ook in kringen van de Gülen beweging al een jaar lang kritiek hoor op Erdogan en die gaat in dezelfde richting: de man is te autoritair, is aan de macht verslaafd en wil zelfs de Constitutie ‘ad personam’ aanpassen om zijn macht te continueren. Wat echter ook opvalt, is dat vandaag andere mensen zich in die onlusten zijn gaan mengen, die duidelijk een andere agenda hebben. Ze willen dat zo snel mogelijk enkele doden vallen… zodat het leger een aanleiding krijgt om de macht over te nemen, op zulk een wijze dat het Westen ermee instemt.

Analyse.
Hier willen we het echter niet hebben over wat in Turkije gebeurt, maar over hetgeen in Europa in Turkse kringen aan de hand is. De brief aan de Europarlementariërs is immers geen alleen staand feit. Enige tijd geleden zijn er de artikels geweest in het Duitse “Der Spiegel”, die duidelijk ook de bedoeling hadden de Gülen beweging te discrediteren, en nu onlangs ook enkele voorvallen in Nederland. Wat opvalt is dat daarbij telkens heel veel geïnsinueerd en gedesinformeerd wordt. Uiteraard weet ik niet alles dat zich in de Gülen beweging afspeelt, maar enkele gegevens uit de verspreide informatie die ik zelf heb kunnen toetsen, stemmen op geen enkele wijze met de werkelijkheid overeen. Ondertussen heb ik zelf ook ondervonden dat veel e-mail berichten, anonieme en andere, tegen de Gülen beweging rond gestuurd worden. Ik kan er zo stilaan zelf een bloemlezing over publiceren.

Conclusie.
Er is dus wel degelijk een campagne bezig tegen de Gülen beweging. Vraag: door wie georganizeerd en waarom? Als het waar is dat een goede methode om te weten wie er achter zit, erin bestaat om na te gaan wie daar baat bij heeft, dan lijkt de meest waarschijnlijke verklaring de volgende. Het is duidelijk dat de harde kern van deviante kemalisten die zich indertijd rond Ergenenekon (vergelijkbaar met Gladio bij ons vroeger) georganiseerd heeft, en na de tweede wereldoorlog 40 jaar machtsposities en rijkdom opgebouwd heeft, met lede ogen ziet hoe haar macht in Turkije ondermijnd wordt, onder andere door de invloed van de Gülen beweging op het Turkse middenveld. Dààr heeft men er alle belang bij om de Gülen beweging als islamistisch voor te stellen zodat haar populariteit in het Westen zou tanen en ook intellectuelen in Turkije zouden aarzelen. Vervolgens leeft er in het Westen hoe dan ook enige twijfel over alles wat er in islamitische hoek, in Turkije en omringende landen, beweegt. Wanneer beide bewegingen, het Europese islamo-scepticisme en het Ergenekon gerelateerde kemalisme (dat sterk aanwezig is in Nato-kringen) mekaar kunnen vinden, lijkt dit een eerste mogelijke netwerk waar de oorsprong van de anti-Gülen geschriften kan gezocht worden.
Kan dit een invloed hebben op de manier waarop de Gülen beweging in Europa gepercipieerd wordt? Absoluut. Aangezien de Gülen beweging absoluut niet het monolitisch blok is, zoals haar opponenten haar graag voorstellen, kunnen sommige van haar leden, intellectuelen en businessmen, gaan aarzelen. “Waar er rook is, is er vuur,” is ook een Turks gezegde. Mensen die niet echt volop geëngageerd zijn, kunnen het veilige voor het onveilige verkiezen. En ook bij de mensen die geen lid zijn, maar gewoon enige sympathie voelen, kan twijfel ontstaan.

Zijn we wel zo zeker over wie ze zijn?
Daarom mijn advies aan mijn vrienden in de Gülen beweging:
1. neem duidelijk afstand van de Poetin-neigingen van premier Erdogan en bewaar duidelijk uw afstand van de AK partij;
2. spreek u duidelijker dan tot vandaag het geval is uit voor het respect van de Koerdische culturele diversiteit;
3. stel u prioritair en consequent op als een middenveld beweging, die zich met de hoogst mogelijke transparantie laat kennen.
In een extreem gepolariseerd Turkije is het bijzonder moeilijk om vandaag niet gevat te worden in een polariserend proces dat op een clash tussen extremen aanstuurt, maar dit zou voor de Gülen beweging een reden te meer moeten zijn om heel duidelijk een partijpolitiek-neutrale middenkoers aan te houden.

Johan Leman

PS. je moet voor de lol ook eens de gedachtekronkels van Vlaamse journalisten volgen als het over de Gülen beweging gaat… De betere versie dan nog! Tracht die “Vlaamse” etnocentrische kronkels dan wel eens heel objectief en zakelijk te analyseren…

Voorbeeld: nieuwe feiten d.d. 10 april… (zoek het op via VRT radio).

Aanleiding tot het bericht:
In Nederland is de Yünüs rel uitgebroken, een adoptiekind geplaatst bij een lesbisch koppel. De VRT journalist deelt mee dat dit volgens een Nederlands artikel (klakkeloos overgenomen door De Standaard) te wijten is aan de Gülen beweging.
Journalist Vermeiren hierover opgebeld in Turkije begint met te zeggen dat over het geval Yünüs in Turkije eigenlijk al heel wat te doen is. Hij zegt niet dat dit op de Gülen beweging teruggaat. Alle Turkse media berichten er immers over. En dan, gevraagd naar de Gülen beweging, meldt de journalist dat er wellicht 10 à 15 miljoen leden zijn. “Zonder lidkaart?”, vraagt de VRT. De journalist bevestigt: “een beweging zonder lidkaart”. Oeioeioei, … De VRT journalist doet heel verwonderd. (wat mij betreft, ik wil nota bene de socialisten of nationalisten in Vlaanderen niet tellen, die geen lidkaart hebben…). Conclusie van de VRT journalist: het moet toch wel een “schimmige beweging” zijn… want: “geen lidkaart”. “Een vage beweging,” wordt aan de andere kant van de lijn bevestigd. Geen van beiden denkt er blijkbaar aan dat men bv in de islamitische traditie even zou kunnen nagaan wat daar bedoeld wordt met een “haraket” (beweging)! Puur euro-centrisme dus oude stijl.
En hoe zit het met de financiering, vraagt de VRT. Er wordt verwezen, niet naar een doctoraatsthesis die hierover gepubliceerd is aan Houston university (VSA), ondertussen alom bekend bij wie zich ook maar een heel klein beetje aan de beweging interesseert, maar naar een vaag antwoord tijdens een persconferentie in Istanboel door iemand die tot een groepering behoort die aanleunt bij de beweging. Alsof zo iemand had moeten weten hoe 10 à 15 miljoen mensen bij een beweging financieel aaneenhangen. Journalistiek prutswerk dus.
En dan, de gelekte video-opname… waar de omgeving van Gülen onmiddellijk in harde woorden afstand had van genomen omdat het een “manipulatie” zou geweest zijn. Om dan te eindigen met een interview dat de journalist ooit had met één meisje… (uit de 10 à 15 miljoen), dat ontzettend conservatief bleek te zijn en het cliché dat je daar (bij die 10 à 15 miljoen?) niet over de evolutietheorie moet beginnen.

Ik eindig: al bij al deed Dirk Vermeiren, de journalist in Turkije, een ernstige inspanning om objectief en zakelijk te blijven… maar de gehele geheimdoenerij in de toonaard waarin het interview vanuit “nieuwe feiten” geplaatst werd, was m.i. typerend voor een weinig zakelijke benadering van wat in mijn ogen een van de meest interessante bewegingen is in de Islam. En als we zoiets nog niet eens zakelijk en niet-eurocentrisch kunnen benaderen, dan stel ik me vragen over hoe we het dan doen als we over Chinezen, en vele andere niet-Europeanen berichten. Ze allemaal een geheime agenda toeschrijven?

Bron: Foyer.be