De vragen van mevrouw Olga Karabonava en de heer Vladimir Avdayev

1. Hoe kunnen we uw filosofie kort omschrijven? Als ‘Filosofie van de goedheid’, ‘Caritatieve filosofie’ of op een andere wijze?

Antwoord: Wellicht is ‘filosofie van zelfopoffering uit de liefde, altruïsme en afzien van je liefde voor het leven om anderen te laten leven’ een betere omschrijving.

2. Denkt u als moslim, dat de islam de beste voedingsbodem is voor de ontwikkeling van uw filosofie?

Antwoord: Uiteraard is de islam mijn bron. Dit gezegd hebbende, wil ik u om misverstanden te voorkomen, verwijzen naar het antwoord op de 8ste vraag van Professor Leonid Sukiyanen.

3. Heel veel mensen accepteren uw leer erg snel. Maar er is ook veel weerstand. Wat zijn de dingen, die velen niet kunnen accepteren, denkt u?

Antwoord: Je kunt natuurlijk niet verwachten, dat iedereen een en dezelfde leer accepteert. Zoiets is ook in de geschiedenis nooit gebeurd. Ik probeer alleen dingen te vertellen, waarvan ik weet dat ze juist zijn. Dit aspect is te vergelijken met een product dat je op de markt aanbiedt. Mensen hebben verstand en een vrije wil en ze nemen iets selectief aan. Wat van de ‘leer’ wel en niet wordt geaccepteerd, heb ik, om eerlijk te zijn, niet onderzocht. Natuurlijk neem ik de kritiek en de ideeën van de tegenstanders in beschouwing; bovendien weten degenen die mij als nederige dienaar kennen, hoeveel waarde ik hecht aan beraadslaging en uitwisseling van ideeën en informatie. Collectiefbewustzijn en gemeenschappelijke rede is een belangrijke bron voor mij. Maar je kunt je visies, waarheden en je fouten niet kleurloos laten worden door de keuzes van elk individu. Bovendien hoeft het niet zo te zijn, dat de mensen die je leer accepteren, daadwerkelijk alles accepteren en dat degenen die zich verzetten tegen je leer, zich tegen alles zouden verzetten.

4. Er wordt gezegd dat elke ware leer een medicijn is. Wat kan uw leer genezen?

Antwoord: Over dit onderwerp kun je discussie voeren. Een bepaalde leer kun je vergelijken met een medicijn: een medicijn kan namelijk niet elke ziekte genezen en elke ziekte heeft een andere medicijn nodig’ een medicijn dat een bepaalde ziekte geneest, kan gif kan zijn bij een andere ziekte; bovendien moet elk medicijn in een bepaalde dosering gebruikt worden in verhouding tot de ernst van de ziekte. Persoonlijk zie ik de grootste problemen van de mensheid vandaag de dag, zoals ik al in de beantwoording van de 7e vraag van Professor Leonid Sukiyanen probeerde te verklaren, in het feit dat de mens niet in zijn complete hoedanigheid wordt behandeld, de mens niet gekend wordt in zijn volledigheid, dat vitale onderwerpen als godsdienst, mens, heelal en wetenschap afzonderlijk van elkaar worden beoordeeld. Ook het feit dat de mens ofwel als een wezen bestaande uit een lichaam, ofwel alleen op grond van zijn verstand, ofwel alleen als een wezen bestaande uit een ziel, wordt beschouwd, terwijl hij over zowel lichaam, ego, verstand/ziel, hart, geest en gevoelens als vrije wil beschikt en hij een ondeelbaar geheel is, dat door al deze eigenschappen wordt gevormd; tevens het feit dat hij niet in verhouding tot zijn relatie met de andere mensen, met zijn natuurlijke omgeving en met Allah, wordt beoordeeld. Met andere woorden, ik zie het in het feit dat de mens niet met heel zijn lichamelijke, verstandelijke, intrinsieke karakter, verstandelijke/mentale, geestelijke/spirituele en gevoelsmatige behoeftes op een evenwichtige wijze wordt behandeld en als zodanig wordt gezien. Indien deze ‘leer’ aspecten van een medicijn heeft, kan ik zeggen dat ik me vooral op deze cruciale onderwerpen probeer te concentreren. Uiteraard kan ik niet beweren, en ik heb dit nimmer beweerd, dat ik voor alle problemen van de mensheid een diagnose kan stellen en deze kan behandelen, God behoede mij. Ik ben noch een psycholoog, noch een socioloog, noch een econoom. Maar naar aanleiding van wat ik van mijn godsdienst en uit mijn onderzoeken heb geleerd en als iemand, die altijd uit is op het leren van nieuwe dingen, probeer ik mijn ideeën over sommige onderwerpen, die ik van vitaal belang acht, te delen met mensen die hiernaar vragen. We kunnen zeggen dat mijn ideeën zich vooral concentreren rondom de aspecten van verstand/mentaliteit en geestelijke/spirituele aard.

5. U kent het culturele erfgoed van de landen van de wereld, inclusief Rusland, ongetwijfeld heel goed. Wie van de Russische schrijvers, dichters en filosofen, staan het dichtst bij u? Wie hebben de grootste verwantschap met uw leer?

Antwoord: Het is vrij moeilijk om een definitieve keuze te maken uit het rijke intellectuele erfgoed van hoog niveau van Rusland of een ander land en dan te zeggen dat deze of gene dichter, schrijver of filosoof dichter bij mijn leer staat. Er zullen altijd dingen zijn die je met een mens al dan niet deelt. Soms kan het gebeuren dat je de ideeën van iemand goed vindt en dichter bij je vindt staan, maar zijn manier van uitleg, ik bedoel de kunst van het uiteenzetten, staat je niet zo aan. Terwijl je iemand gevoelsmatig mag, kan het zijn dat hij je qua ideeën niet aanstaat. Aan de andere kant is het zo dat er schrijvers, dichters en filosofen zijn die je kunt waarderen, terwijl je hen gevoelsmatig en ideologisch gezien niet mag. Ze hebben zichzelf al bewezen. Tevens kunnen je geestesgesteldheid en je ideeën tijdens het lezen van een schrijver, dichter of filosoof van invloed zijn bij het beoordelen van hen. Derhalve is het zeer moeilijk om een keuze te maken. Maar als een soort algemene beoordeling, moge mijn antwoord op de 3e vraag van mw. Tatyana Filippova volstaan.

6. De meeste filosofen hebben leerlingen. Heeft u ook leerlingen?

Antwoord: Er zijn mensen, met wie ik jarenlang studies heb verricht en boeken heb bestudeerd. Ik beschouw hen niet als mijn leerlingen, maar als mijn studievrienden.

7. Wat behoort een mens in zijn leven te doen? Wat heeft u in uw leven nog niet kunnen doen?

Antwoord: De mens is een genadig wezen. Zijn leven op de wereld is niet voor niets. Hij heeft zichzelf niet naar de wereld gestuurd. Derhalve zijn de vragen ‘Wat is leven? Wat is de zin van het leven en de dood van mij? Wie heeft mij naar deze wereld gestuurd? Wat zijn mijn primaire taken in dit leven volgens degene die mij heeft gestuurd? Moet er iemand zijn, die mij op dit levenspad zal begeleiden, zo ja wie is hij en hoe moet ik hem volgen?’ cruciale levensvragen. En de antwoorden, die we daarop zullen geven, zullen duidelijk maken wat we allemaal in dit leven moeten doen. Als een moslim die door Allah naar deze wereld is gestuurd, zie ik het leven als een zaaiveld en een zaaiseizoen, waar ik het eeuwige leven in het hiernamaals, dat begint met de dood en waarvan we een dimensie we meemaken in de wereld van het graf, dat wij als ‘tussenwereld’ beschouwen, als ware verschijning van de oorspronkelijke aspecten, zal oogsten. In dit kader kan ik nooit beweren, dat ik bij deze en gene dingen heb gedaan of iets heb bereikt. Voor zo’n bewering zoek ik mijn toevlucht bij Allah. Wellicht heb ik niets kunnen doen zoals ik het behoorde te doen, maar mijn hoop op de barmhartigheid van Allah is eindeloos. Ik probeer zo tussen hoop en vrees te leven. Het oordeel over hetgeen ik wel of niet gedaan heb behoort Hem toe en dit zal in het hiernamaals geopenbaard worden.

8. Wat heeft u de mensen van de wereld te zeggen? Wat zou u aan de leiders van de landen van de wereld willen zeggen?

Antwoord: Deze vragen komen voort uit een verkeerde visie op mij. Ik ben slechts een nederige dienaar. Ik heb mezelf nooit als iemand gezien die een missie heeft. Ik probeer als een simpele sterveling, een mens uit zoveel mensen, die verantwoordelijkheid draagt jegens Allah, de mensen en heel het bestaan, mijn gedachten te delen door middel van woorden en geschriften. Zoals ik bij het beantwoorden van de eerste vraag van Professor Rostislav Ribakov heb proberen uit te leggen, verlang ik naar een wereld, waarin de menselijke waarden met diepgang prevaleren, waar gevoelens een gehele zingeving krijgen, het lichaam dezelfde geestelijke waarden deelt. Waar onbeleefdheid, grofheid, hebzucht, eindeloze begeerte, ruzie, strijd, verraad, leugens, wreedheid, onrecht, corruptie en malversatie ten onder gaan. In deze wereld zullen edelmoedigheid, elegantie, oplevingsdrang, levensliefde, zachtmoedigheid en dialoog; respect tegenover het recht, gevoelens van veiligheid, gevoelens van trouw, rechtschapenheid, rechtvaardigheid en oprechtheid heersen. De mensen van deze wereld zullen de eigenschappen wraak, afkeer en ruzie uit hun woordenboek hebben geschrapt en hun bestaan hebben gebouwd op liefde, zachtmoedigheid en een goede omgang met elkaar. Laten we allen, inclusief onze leiders, zoveel mogelijk samen werken voor zo’n wereld en deze inspanningen vooruitsturen naar ons leven in het hiernamaals, waar ze als zaden zullen opbloeien.

9. Zullen de godsdiensten leven in de maatschappij van de toekomst?

Antwoord: Godsdienst is voor de mens een behoefte van vitaal belang en een onscheidbare dimensie van zijn bestaan. De bewering dat de mens op een dag geen behoefte meer zou hebben aan de godsdienst, was een bewering van sommige 19e-eeuwse positivistisch materialistische filosofen. Zij, Auguste Comte bijvoorbeeld, verdeelden de menselijke geschiedenis in drie perioden en dachten dat de mens na de perioden van godsdienst en metafysica, de periode van de wetenschap in zou gaan, waarin geen behoefte meer zou zijn aan de godsdienst. Wat is er gebeurd? Auguste Comte heeft tegen het eind van zijn leven een zelfbedachte ‘menselijke’ religie, die ‘een profeet, engelen, aanbidding of rituelen en een gebedshuis’ heeft, proberen te verkondigen. Zoals u vast en zeker weet, heeft het communisme op het gebied van de filosofie in het dialectisch materialisme, dezelfde bewering tot zijn basisprincipe gemaakt, maar het eindresultaat is bekend.

De godsdienst zal in de toekomst invloedrijker zijn dan vandaag. Allereerst zullen de ontwikkelingen in de wetenschap het besef van atheïstisch-materialistische wetenschap vernietigen, waarna de wetenschap op haar ware basis zal zetelen en het bewijs zal leveren dat het heelal en de mens elk een boek zijn, dat Allah leert kennen.

Daarnaast heeft WO I, die ontstond naar aanleiding van de concurrentiecrisis tussen landen als Duitsland en Engeland en de klassenvorming en de klassenstrijd, die veroorzaakt zijn door een meedogenloos kapitalisme in de wereld, de mensen aangezet tot zoeken. Op vele plaatsen hebben de mensen zich tot de godsdienst gewend. De islamitische wereld echter was in die periode een toonbeeld van kolonialisme, achteruitgang en wanorde en desondanks nam het onderzoek naar de islam toe. De zoektocht ten gevolge van de grote economische crisis van 1929, die zonder twijfel een van de redenen was die deze oorlog aanwakkerde, heeft het fascisme en het nazisme doen ontstaan en hierdoor is uiteindelijk WO II losgebarsten. Terwijl aan de ene kant het ‘Communistische Blok’ tot stand kwam als gevolg van deze oorlog, is er aan de andere kant een versnelling geweest in de wending naar de godsdienst. Nu bevindt de wereld zich aan de vooravond van een nieuwe crisis en het is niet bekend wat deze crisis met zich zal meebrengen of weg zal nemen. Naar mijn bescheiden mening zullen deze nieuwe crisis en het extreme materialisme de wending naar de godsdienst doen toenemen. Vandaag de dag ontspruiten vooral in de Westerse landen nieuwe wegen (tarikah’s), op zoek naar spiritualiteit; er worden nieuwe religieus getinte stromingen en systemen geboren. Deze zoektochten zullen de mensen steeds meer leiden naar de godsdienst, en de mensheid die de zin van zijn leven zoekt zal proberen deze in de godsdienst te vinden. Ondertussen zullen de moslims, christenen en de joden steeds nader tot elkaar komen. Daar bestaat geen twijfel over.

10. Hoe zou u het begrip geluk kort willen omschrijven?

Antwoord: In een paar artikelen, die ik eens heb proberen te schrijven over dit onderwerp heb ik het volgende gezegd: Het geluk is een geliefde, naar wie iedereen verlangt, en het ultieme doel, waarvoor iedereen bereid is zich elke vorm van opoffering te getroosten. Maar wat is geluk nu precies? Dat is dus een vrijwel onoplosbaar probleem!

Volgens de Griekse Oudheid is het liefde en hartstocht; volgens Caesar is het roem en faam; volgens Farao is het macht en rang en volgens Kroisos is geluk het hebben van bergen rijkdom en schatten. Terwijl niets van dit alles het ware geluk is, noch een van de wegen om daartoe te geraken. Degenen, die het ware geluk op deze wijze zochten, kwamen bedrogen uit en raakten teleurgesteld.

Het ware geluk is het bereiken van rust en vrede van het hart, als gevolg van de verlossing van de menselijke geest van slordigheid en ontreddering. Als de vier aspecten van het geweten, te weten het verstand of de ziel, het hart, de vrije wil en de gevoelens van de geest, de eigen taken vervullend, gevoed worden door eigen voeding, waardoor men met de ultieme moraal wordt uitgerust en het hele bestaan met liefde omarmt.

De bron van deugd is het geloof. Een gelovig mens is, ook al bevindt hij zich in de gevangenis, met zijn ziel in de hemelen. De deugd betekent daarnaast ook liefde, genade, broederschap en vriendschap; tevens betekent deugd het tegengaan van onrecht, geen verrader zijn; verwijderd zijn van gevoelens van wraak, haat, afkeer en jaloezie. Daarom zal een deugdvolle mens altijd een bries van respect en liefde voelen waaien in zijn omgeving. Hij is iemand, die wegens zijn liefdevolle, betrokken bejegening van zijn gezin, land, volk en zelfs de hele schepping en als gevolg van zijn door die liefde en betrokkenheid ontstane hartstochtelijke en altruïstische houding, leeft in een eindeloze oceaan met eindeloos plezier. Hij zal de geneugten van het paradijselijke leven al beleven, voordat hij in het paradijs komt. Deze geneugten zijn het delen van de vreugden van anderen, het genot van het voelen van die vreugde in zijn eigen geest, het delen van de smarten van anderen en het voor hen de weg banen, die naar het geluk leidt. Door op deze wijze een leven te leiden dat verweven is met de gehele mensheid en het heelal, zal het hart nog in deze wereld het eindeloze geluk bereiken en verkeren in zodanige dimensies dat externe gebeurtenissen het geluk niet kunnen torpederen.

11. U schrijft in uw artikelen dat een moslim geen terrorist kan zijn. Maar omdat vele terreuracties in naam van de islam worden gepleegd, is het voor vele mensen niet mogelijk deze visie meteen te aanvaarden. Wat behoren de moslimleiders en alle moslims te doen, zodat het authentieke vredeskarakter van de islam wordt begrepen?

Antwoord: De islam moet onophoudelijk en volhardend goed weergegeven worden, en vooral juist vertegenwoordigd worden. Zij behoort in het dagelijkse leven in haar eigen hoedanigheid geleefd te worden en op deze manier moet haar authentieke kant aan de wereld getoond worden. Er zullen onder een boom naast goede ook rotte vruchten te vinden zijn. Er leven in de wereld nu ongeveer anderhalf miljard moslims. Onder de huidige omstandigheden is het vinden van enkele mensen, die zich lenen voor terreurdaden altijd mogelijk. Er worden ook heel veel mensen met andere godsdiensten en levensvisies bereid gevonden, zich te laten gebruiken voor terreurdaden, maar die worden over het algemeen niet van het predicaat van hun godsdienst voorzien. Daarom moet de publieke opinie juist worden geïnformeerd. Dit moet niet verwaarloosd worden. Bovendien, men moet zich niet laten lenen voor provocaties en de massa’s moeten gewaarschuwd worden tegen dergelijke provocaties; foute informatie en desinformatie moet naar behoren gecorrigeerd en rechtgezet worden.

Antwoorden van Fethullah Gülen op vragen van Prof. dr. Rostislav Ribakov

1. De laatste jaren is er in de Russische media veel gepubliceerd over de “Fethullah Gülen-beweging”. Kunt u informatie geven over de beweging? Bestaat er een officiële organisatie en een programma van de beweging? Wat zijn de principes voor de activiteiten?

Antwoord: Vandaag de dag wordt bij “beweging” aan een maatschappelijke, zelfs aan een politieke beweging gedacht. Er kan geen sprake van zijn dat een dergelijke beweging wordt toegeschreven aan mij als gewone sterveling. Maar om een omschrijving te kunnen geven aan sommige activiteiten, zou je wel kunnen spreken van een “beweging”.  Ik acht het een plicht om te vermelden dat het niet juist is om een beweging aan mijn persoonlijkheid te binden en dan van een “Fethullah Gülen-beweging” te spreken; tevens zou dit onrecht doen aan de vele mensen die zich inspannen. Want mijn aandeel in deze beweging is minimaal en er is geen sprake van een leiderschap, een centrale organisatie en verbondenheid aan die centrale organisatie of een centraal orgaan. Er wordt uiteraard een manier van dienstbaarheid aan de mensheid getoond, te beginnen in je eigen land, vanuit je besef van dienstbaarheid aan je Schepper aan de ene kant en je overtuiging van een leven in het hiernamaals, maar ook als noodzaak van menszijn te midden van alle schepselen. Maar dit gebeurt niet door mensen bij elkaar te verzamelen en een centrale organisatie, een officiële stichting te vormen. Je bent met je preken bezig als een officiële prediker in moskeeën en je schrijft je ideeën op als een gewone burger, en waarschijnlijk krijgen je ideeën veel respons bij mensen die over het algemeen je ideeën delen en zo ontstaat er een vrijwilligersbeweging. Als er ergens een succesvolle prestatie wordt neergezet, dan proberen anderen, die op zoek zijn naar een soortgelijke oplossing elders, door vergelijkbare dingen te realiseren. Zo ontstaat er een los-vaste beweging, die berust op deelname op vrijwillige basis van mensen, waarbij geen sprake is van een centrale structuur, een centrale organisatie, officiële statuten en rechtspersoonlijkheid, hetgeen ook niet noodzakelijk is. Het is vanzelfsprekend dat sommige mensen je om advies vragen, omdat zij het waarderen, en dat je zelf je visies publiceert door middel van hedendaagse communicatiemiddelen. Bovendien behoort de basisgedachte van zo’n beweging niet toe aan jou als persoon. Dit is iets wat al vanaf de eerste mens bestaat en herhaald wordt door vele talloze filosofen, denkers, religieuze en ideologische leiders en wat door de mensheid aanvaard is. Het enige wat je doet is deze beginselen te vertalen naar de hedendaagse begrippen en condities. Tegelijkertijd zijn er vele mensen, vele intellectuelen, filosofen en denkers, die deze denkwijze ondersteunen, zelf bijdragen leveren en gebreken herstellen, derhalve kan zo’n beweging niet toegeschreven worden aan een persoon. Er ontstaat zo een collectieve beweging, waaraan mensen deelnemen uit alle lagen van de samenleving in diverse landen, diverse naties, en die gevormd en geleid wordt door collectief begrip en collectief bewustzijn.

Je kunt niet spreken van officiële activiteitenprincipes, maar als moslim hebben we een aantal basisprincipes bij het dienen van de mensheid, hetgeen ik al jaren probeer te verwoorden in mijn spreken en mijn schrijven. Sommige hiervan zijn:

Het liefhebben van alle schepselen omwille van de Schepper, met de mens voorop, die Hem het meest weerspiegelt en Hem in zich vertegenwoordigt.

Alle levende wezens omarmen met liefde en barmhartigheid.

Je hart zo wijd openen als oceanen voor iedereen, waar iedereen een plek zal hebben om te zitten.

Je tot doel stellen dat je geen bedroefd hart achterlaat dat je de hand niet hebt gereikt.

Jezelf opofferen met het doel de anderen te laten leven.

Iedereen, ongeacht religie, levensovertuiging, kleur, ras of nationaliteit in zijn waarde laten en met respect met allen in dialoog gaan.

Het winnen van harten hoog houden en geen ruimte geven aan geweld, kwaad en boosheid.

Slechte behandeling, betoonde vijandigheden en vijandige houdingen weerleggen conform de volgende goddelijke verklaring: “Weersta het kwade dat je wordt aangedaan op de mooiste manier; volg altijd het pad van vergeving en tolerantie; negeer onnozele houdingen en gedragingen; bejegen ze gracieus en wens iedereen het goede en veiligheid toe.

Verwacht van niemand een beloning voor geleverde of te leveren prestaties.

Alles wat je doet om een menselijke taak te vervullen, zul je doen om het welgevallen van God te verwerven.

En dit zijn geen principes die door mij zijn bedacht. Alle profeten zijn met deze principes gekomen; alle denkers en filosofen door de geschiedenis heen, die harten en zielen van mensen hebben aangesproken, hebben deze principes verwoord. Openbaringsboeken zitten vol met deze principes. Hier kan een vraag opkomen over wat de doelstelling van de “beweging” is. Het volgende citaat uit het boek “Yeşeren Düşünceler” [Bloeiende Ideeën] (p.88-90), dat door mij werd geschreven, behandelt de wereld die ik me verbeeld:

“Ik doe mijn ogen dicht en denk aan de toekomst, waarvan de contouren gevormd worden door mijn geloof, hoop en dromen, waarin menselijke waarden met diepgang prevaleren, waar gevoelens een hele zingeving krijgen, het lichaam dezelfde geestelijke waarden deelt. Ik aanschouw met mijn hart het uitmuntende gouden deel dat gevormd is uit uitzonderlijke delen van het “verloren paradijs”, dat wij al van oudsher aan het zoeken zijn. Het is alsof de herinnering aan die gedachte in mijn fantasieën, in mijn dromen binnen komt vloeien… Zodanig dat ik in de nieuwe lente, die in mijn wereld van hoop en geloof ontwaakt, alle wezens omarm, alle levende wezens liefkozend begroet, alle mensen met liefde omhels,  en ik zeg dan tegen mijzelf: “Dit moet het doel van de Schepper zijn geweest bij de schepping van het heelal”. Ja, in deze wereld zal geen ruimte zijn voor, onbeleefdheid, grofheid, hebzucht, eindeloze begeerte, ruzie, strijd, verraad, leugens, wreedheid, onrecht, corruptie en malversatie. In deze wereld zal edelmoedigheid, elegantie, oplevingsdrang, levensliefde, zachtmoedigheid en dialoog zijn; er zal respect zijn voor het recht, gevoelens van veiligheid, trouw, rechtschapenheid, rechtvaardigheid en oprechtheid zullen er heersen. De mensen van deze wereld zullen de eigenschappen wraak, afkeer en ruzie uit hun woordenboek hebben geschrapt en hun bestaan hebben gebouwd op liefde, zachtmoedigheid en goede omgang met de mensen.”

2. Gedurende onze reizen in Turkije hebben we de zogenaamde “Gülenscholen” bezocht. Hoe omschrijft u de “Gülenscholen”?

Antwoord: Met uw permissie wil ik deze scholen niet “Gülenscholen” noemen, maar privé-scholen die zijn opgericht door vrijwilligersorganisaties in de landen, waarin de mensen leven die deze scholen hebben opgericht en ingericht conform het officiële curriculum van die landen. Wel kunnen we stilstaan bij sommige eigenschappen die deze scholen onderscheiden van andere scholen: De mens is onderhevig aan het zigzaggen tussen twee positieve en negatieve extremen, tot het moment dat hij een evenwichtig denkvermogen ontwikkelt. Waarom is dit zo? Omdat de Schepper de capaciteiten die Hij aan de mens heeft gegeven niet heeft begrensd, maar vrijgelaten. De mens zal zich ontwikkelen tot een volmaakte, rijpdenkende mens, door deze capaciteiten zo te gebruiken dat ze uitgroeien tot vaardigheden en talenten waarmee hij wetenschappelijke onderzoek en ontdekkingen zal verrichten. Natuurlijk is dit een proces en het lerenderwijs ontwikkelen van de mens zal zijn hele leven beslaan. We zien vooral bij de vele ideologische, politieke en maatschappelijke bewegingen die in de moderne tijden zijn ontstaan dat er vaak sprake is van het afglijden naar negatieve of positieve extremen. Elke filosofische beweging, zoals het rationalisme, het idealisme, het materialisme en het spiritualisme, heeft haar eigen waarheden. Maar als je deze waarheden als de enige, absolute waarheden beschouwt, dan is het onontkoombaar dat er nieuwe bewegingen zullen ontstaan. Ook de bewegingen op het gebied van de economie, zoals het kapitalisme, het socialisme, het communisme zullen hun eigen waarheden bezitten, maar ten opzichte van elkaar ook fouten hebben. Hetzelfde kunnen we ook zeggen van politieke bewegingen. Als elke beweging haar eigen waarheden als de absolute waarheden stelt, dan zullen er ongetwijfeld extremismen ontstaan. Dientengevolge is het vanzelfsprekend dat er tegenstrijdige bewegingen ontstaan op het gebied van de pedagogie en deze bewegingen kunnen niet ontkomen aan filosofische, ideologische zelfs politieke polariserende invloeden. Juist op dit gebied onderscheiden de door u genoemde scholen zich, doordat er geen ruimte wordt geboden aan dit soort filosofische, ideologische, zelfs politieke invloeden, maar dat er puur algemene onderwijskundige en opvoedkundige waarheden centraal worden gesteld.

Ten tweede; deze scholen worden algemeen geaccepteerd door mensen van diverse nationaliteit, geografie, ras, kleur en overtuiging, omdat deze scholen onderwijs en opvoeding hoog in het vaandel houden en ze onderwijs en opvoeding zien als fundamentele principes voor een menswaardig bestaan en zij zich niet laten lenen voor enige ideologische, politieke of godsdienstige polarisering.

Ten derde; de ethiek vormt de basis voor de menselijke karakter, ongeacht sommige filosofische discussies daarover. Dientengevolge zijn de fundamentele ethische waarden en normen altijd en overal grotendeels hetzelfde gebleven. Eerlijkheid, genade, barmhartigheid, liefde, respect voor de mens, onbaatzuchtig dienen van de mens en andere levende wezens vanuit plichtsbesef, trouw, betrouwbaarheid, altruïsme, tolerantie, dialoog met iedereen, mijden van alle vormen van bedrog, belang hechten aan het instituut familie en familiewaarden, elkaar helpen in het doen van het goede, het mijden van het kwade en hooghouden van nederigheid; aan de andere kant het afstand houden van slechte eigenschappen als hoogmoed, grootheidswaanzin, egoïsme, neerkijken op de anderen, roddelen, laster, slecht denken etc. zijn waarden die geen enkel mens, geen enkele ideologie, geen enkele godsdienst, geen enkele kleur, geen enkele natie zal afwijzen. De mensen die in de door u genoemde scholen werken zullen, zo God het wil, deze ethische waarden zoveel mogelijk in acht nemen en zich de “niet officiële, maar wel fundamentele principes van de beweging” in belangrijke mate eigen hebben gemaakt.

Als vierde en belangrijke punt kunnen we het volgende zeggen: Het dienen van de mensheid binnen de kaders van de genoemde principes, kun je niet als een beroep uitoefenen. Ik bedoel een beroep dat je uitoefent, waar je een beloning voor vraagt en waar je je brood mee verdient. Tijdens het uitoefenen van zo’n beroep, denken de mensen enkel en alleen aan hun beloning en hun werktijden, waarbij ze niet al te veel zullen letten op wat ze produceren en/of doen. Ze zullen het al helemaal niet als een vorm van gebed beschouwen, waarmee ze het welbehagen van God en een eindeloos leven in het hiernamaals zullen verdienen. Maar als een mens onderwijs en opvoeding niet als een soortgelijk beroep ziet, maar meer als een eervolle taak, de eervolste, belangrijkste weg, een deugd die hij zelfs als gebed beschouwt, waarmee hij Gods welgevalligheid en een eeuwig leven zal verdienen, dan zal hij niet aan beloning of werktijden denken. In zijn activiteiten van onderwijs en opvoeding zal hij zich vereenzelvigen met zijn gesprekspartners, hetgeen zal resulteren in een duidelijk verschil met anderen.

Pater Thomas Michel, secretaris van het secretariaat voor interreligieuze dialoog van het Vaticaan, heeft in de stad Zamboanga van Filippijnen, die jarenlang geteisterd werd door oorlogen tussen de aanhangers van de Moro-beweging en de staatsmachten, het Filppijns-Turkse Tolerantie Lyceum bezocht. “In deze stad, waar oorlog, ontvoering van mensen, zomerse invallen, aanhoudingen, verdwijningen en moord dagelijkse praktijken zijn” was hij verbaasd dat in deze school aan over de 1000 christelijke en moslim leerlingen naast kwalitatief onderwijs een opvoeding werd geboden, en dat deze leerlingen op een harmonieuze manier bij elkaar gehuisvest werden. Later heeft Michel ook Kirgizië bezocht en daar een school in Bishkek aangedaan en hij werd gefascineerd door het niveau en de  taalprestaties van de leerlingen, alsook de geboekte successen bij academische olympiades. Hij zag daar hoe leerlingen van Amerikaanse, Koreaanse, Turkse, Afghaanse en Iranese afkomst in een weldadige harmonie onderwijs en opvoeding genieten. Ook de ijver, de integriteit en het altruïsme van de docenten trokken zijn aandacht. Uiteindelijk raakte hij benieuwd naar wat mijn ideeën zijn rondom het onderwijs. Hij heeft zijn gedachten hieromtrent in april 2001 tijdens een aan mij gewijd symposium aan de Georgetown Universiteit in een voordracht als volgt gepresenteerd:

“Volgens Gülen leidt de strijd tussen religie en wetenschap die in de moderne tijden een belangrijk gegeven is, tot sterke opsplitsingen in onderwijsvisie en -methoden. Moderne seculiere opvoeders zien de religie in het beste geval als een nutteloos tijdverdrijf en in het ergste geval als een hindernis voor de vooruitgang. Onder theologen leidde deze discussie óf tot het verwerpen van de moderniteit óf tot het beschouwen van een bepaalde vorm van religie als een politieke ideologie in plaats van religie in zijn ware vorm en functie. Gülen biedt hiervoor als oplossing een onderwijsmodel, waarin theologen goed wetenschappelijk bezig zijn en waarin wetenschappers zich met religieuze en spirituele waarden bezighouden. Fethullah Gülen biedt een toekomstgerichte benadering aan, in plaats van de discussies die in Turkije worden gevoerd door zowel ‘rechts’ en ‘links’ als ‘seculiere’ omgevingen, waarmee hij al deze discussies overstijgt en een hoger niveau wil bereiken. De moderne benaderingen van onderwijs lijken te veel op de fabrieken die gericht zijn op massaproductie voor een wereldwijd marktsysteem. Daar worden waarden als diepgang van ideeën en gevoelens, helderheid van gedachten, interesse in spiritualiteit en culturele rijkdom die Gülen vooropstelt, verwaarloosd. Derhalve is Gülen voorstander van onderwijs waarin de waarden waar hij veel belang aan hecht worden geleerd. Hij vindt dat meeste mensen les kunnen geven, maar dat het aantal opvoedkundigen zeer gering is. Zowel leraren als opvoeders verschaffen informatie en leren vaardigheden, maar de opvoeder is degene die de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de leerling kan ondersteunen, degene die nadenken en reflectie bevordert, die het karakter helpt vormen en de leerling in staat stelt om zich eigenschappen als zelfdiscipline, tolerantie en de bereidheid ergens voor te staan eigen te maken. Fethullah Gülen verkondigt universele morele waarden en culturele waarden en normen, zoals ethiek, rede, geestelijk evenwicht en integriteit. “Barmhartigheid” en “tolerantie” zijn de begrippen die hij het meest gebruikt. Hij vermeldt hierbij dat: “De profeet [v.z.m.h.] omschrijft een echte moslim als iemand, die niemand last bezorgt, noch door zijn gedrag, noch door zijn woorden. Een moslim is de beste vertolker van de universele vrede.” Volgens Gülen is de functie van het onderwijs dit soort niet-materiële waarden te laten worden tot een tweede natuur van de leerling. Volgens Gülen is het absoluut een must om van de lange historische kennis en beschaving van samenlevingen zoals die van Turkije gebruik te maken. Tegelijkertijd zijn alle pogingen om het verleden te reconstrueren kortzichtig en gedoemd te mislukken. Gülens onderwijsvisie overstijgt de discussies tussen de politieke bewegingen in Turkije. Hij is op zoek naar hervormers, dat wil zeggen, mensen die gesterkt worden door een waardesysteem dat zowel met de fysieke als de immateriële aspecten van het menszijn rekening houdt en hij verwacht dat ze veranderingen doorvoeren in de samenleving. De individuen die hij in het onderwijs waar hij mee bezig is wil opleiden, behoren individuen te zijn, die vrij zijn van begrensd ‘hokjesdenken’ en beschikken over evenwichtige zelfbeheersing en zelfdiscipline.

Alleen deze individuen kunnen de samenleving op een positieve manier blijvend inspireren.

Gülen ziet de school als een laboratorium, waar de leerlingen niet alleen kennis en vaardigheid verwerven maar ook vragen stellen over het leven, de betekenis van de materie proberen te begrijpen en het bestaan binnen de kaders van het leven in deze wereld en het hiernamaals leren bevatten. Bovenal ziet Gülen de school in sommige van zijn artikelen over het onderwijs als een heiligdom van heilige activiteiten: “School biedt de leerlingen kansen om hun omgeving te bevatten en verlicht belangrijke gebeurtenissen door het licht van de kennis op ze te projecteren. Tegelijkertijd opent de school op een snelle manier de weg van het ontdekken van de materie en de gebeurtenissen en begeleidt zij de mens naar eenheid in denkvermogen, naar het juiste reflectievermogen en naar eenheid in veelheid. Derhalve is de school een manifestatie van een gebedshuis en de leraren zijn heiligen.”

Het model van Gülen is een model dat wetenschappelijke arbeid combineert met karakterontwikkeling, maatschappelijke bewustwording en actieve spiritualiteit.

De woorden van pater Michel heb ik noodgedwongen herhaald, dat wil zeggen als bevindingen van een belangrijke buitenstaander. Bij het beantwoorden van uw vraag heb ik dit moeten doen, anders voel ik mij altijd beschaamd om over mij zelf te vertellen.

3. Wat is volgens u de rol van de islam in de moderne structuur van landen met een moslimbevolking?

Antwoord: Moslimgeleerden verdelen vanuit de islamitische benadering de bestuurlijke systemen in de geschiedenis van de islam, mede naar aanleiding van een overlevering van onze profeet, in drie fasen. Eerste fase is de fase van de boodschapper die zich in de persoon van onze profeet manifesteerde. Belangrijkste eigenschap van deze fase qua islamitisch bestuur is het zonder concessies uitvoeren van absolute rechtvaardigheid. Absolute rechtvaardigheid waarborgt het recht van elke individu vanuit het principe van “Recht is recht en er kan geen sprake zijn van groot recht of klein recht.”; de rechten van het individu worden niet opgeofferd omwille van de rechten van de samenleving. Elke individu is verzekerd van het feit dat zijn rechten tot het uiterste worden beschermd. Om dit uit te leggen zegt een van onze hedendaagse geleerden dat als in een schip negen criminelen zouden zijn en één onschuldige, dat schip vanuit de optiek van de absolute rechtvaardigheid, niet tot zinken mag worden gebracht om die criminelen te straffen, om te voorkomen dat die ene onschuldige schade wordt berokkend.

Tweede fase in het islamitische bestuur wordt gevormd door de periode van de rechtgeleide kaliefen, die meteen na onze profeet komt en een periode van 30 jaar bestrijkt. Dit wordt het profetische kalifaat genoemd, dat wil zeggen de periode van het volmaakte kalifaat in de voetsporen van de profeet. Ook de belangrijkste eigenschap van deze periode is de absolute rechtvaardigheid. De rechtvaardigheid van de tweede kalief Omar, welke zelfs bewonderd werd door Karl Marx, is alom bekend. Met dien verstande dat hoe groot en belangrijk iemand ook mag zijn, niemand de profeten kan evenaren en niemand is dat ook gelukt. Na de periode van de rechtgeleide kaliefen, die door vier kaliefen werd belichaamd, kwam de periode van het sultanaat van het kalifaat, dat wil zeggen een inrichting die weliswaar kalifaat werd genoemd, maar meer de trekken van een koninkrijk vertoonde en die sinds de val van het Ottomaanse Rijk tot het verleden behoort. In deze periode werd in plaats van absolute rechtvaardigheid de relatieve rechtvaardigheid toegepast en bovendien werd, terwijl de rechtgeleide kaliefen door middel van verkiezingen aan de macht kwamen, het bestuur van vader op zoon geërfd. Zo zien we dat het systeem verworden was tot een koninklijk kalifaat. Nadat het sultanaat en het kalifaat geschiedenis werden en in de islamitische wereld nationale staten ontstonden was de islam niet meer het referentiekader voor staatsvorm, staatsstructuur, regime en wetgeving. In de moderne tijd zijn in vele landen zogenaamde republieken maar niet democratische systemen overheersend geweest. In feite ligt de democratie dichter bij de islam, vooral wat betreft de mensenrechten en vrijheden, individuele rechten, en waarborgen van de keuze van het volk bij verkiezingen. De islam heeft al vanaf het begin in feite de republiek en de heerschappij van de keuze van de meerderheid van de bevolking algemeen geaccepteerd. In de moderne periode bestaat er een bepaalde mate van democratisch bestuur in een aantal landen, zoals Turkije 23 jaar na haar oprichting, in Pakistan en in Iran na de val van het Sjahregime, dat soms onderbroken werd door militaire interventies. Turkije is een seculier land en hanteert de islam niet als referentiekader bij het bestuurssysteem, treedt zelfs heel hard op aangaande dit onderwerp. Iran en Pakistan pretenderen een islamitische republiek te zijn maar dat is een discutabel punt. In sommige andere landen wordt de islam wel als een referentiekader gezien voor de wetten, maar ook dat is onderhevig aan discussie.

4. Wat zal de vereniging van het soennitisme en het shi’itisme met zich meebrengen?

Antwoord: Soennitisme en shiitisme kennen meer een politieke dan een godsdienstige vorm van scheiding. De factoren die bij de afscheiding van invloed zijn geweest, zijn politiek van aard; deze afscheiding is ontstaan bij de overgangsfase van het islamitische bestuur van het kalifaat naar het sultanaat. Alhoewel dit in relatie werd gebracht met de godsdienst, was het meer een politieke afscheiding en dat heeft in de islamitische wereld vaker breuklijnen doen ontstaan. Politiek mag nooit een bepalend en aanwijzende factor zijn in naam van de godsdienst. Omdat dit zo was en het ook een religieuze tint kreeg, veroorzaakte dit langdurige oorlogen tussen het Ottomaanse Rijk en het Perzische Safawidische Rijk; waardoor de godsdienst vatbaar werd gemaakt voor misbruik. We kunnen gerust zeggen dat de invloeden hiervan, in onze tijd van globalisatie, waarin de communicatie en transportmiddelen uitermate hoog ontwikkeld zijn, nog steeds voortduren. Het is moeilijk te zeggen of er in de nabije toekomst een vereniging van soenna en shia mogelijk is, daar de afscheiding die in principe van politieke aard is, vooral door de shi’ieten gezien wordt als een essentieel onderdeel van de godsdienst. Daarnaast is het shi’itisme door sommigen benoemd als “shi’itische islam”, een officiële staatsgodsdienst van een land als Iran. Dat wil zeggen, dat het ook een nationaal karakter heeft gekregen. We kunnen niet verwachten dat nationale staten zullen verdwijnen, hoe zeer ook de globalisering effectiever wordt door de communicatie en transportmiddelen. En dit laat zien dat er geen hoop gloort aan de horizon voor de gedachte van het verdwijnen van de verschillen tussen soennitisme en shi’itisme.

5. Wat vindt u van de ontwikkelingsperspectieven van de Turks-Russische betrekkingen?

Antwoord: Ik wil voornamelijk als een moslim onder uw aandacht brengen dat Allah, de Verhevene, in de Edele Koran zegt dat alle mensen van een vader en een moeder afstammen, daarna in stammen en volkeren zijn verdeeld, dat dit het doel heeft om elkaar beter te leren kennen en te helpen, dat het behoren tot een bepaald ras of volk, hetgeen de mens niet in eigen macht heeft, absoluut geen superioriteit mag betekenen, maar dat de superioriteit slechts door deugden als godsvrucht, de relatie van de mens met Allah en andere mensen, verworven kan worden. Zoals Ali [kalief en neef van de profeet] ook verklaart, zijn de mensen als moslims in de gemeenschappelijke noemer de islam begrepen en als niet-moslims in het menszijn mijn broeders. Allah heeft de aarde als een wieg van broederschap geschapen voor de hele mensheid, derhalve liggen we in dezelfde wieg en alle moeders voeden hun kinderen in dezelfde wieg.

Ten tweede is het zo dat naast het feit dat de mensen elkaars broeders zijn vanwege het feit dat ze kinderen zijn van dezelfde aardse moeder, ook een familieband hebben vanuit biologische verwantschap. Deze banden zorgen ervoor dat de mensen elkaar beter benaderen en spelen een bepaalde rol bij vooral het regelen en verdelen van rechten en plichten en intermenselijke betrekkingen. Bijvoorbeeld, de mensen worden elkaars erfgenamen op grond van hun familierelaties. Hiernaast hecht de islam ook veel belang aan de rechten van de buren. We hebben als Turken een tijdlang in de steppen van Azië samengeleefd met de Russen. Onderzoeken naar de Turkse en Russische culturele tradities wijzen uit, dat er veel gemeenschappelijkheden bestaan die afkomstig zijn uit die periode. Nu zijn we twee buurlanden, burenburgers van twee buurstaten. We hebben wederzijdse rechten en verplichtingen als buren. Daarnaast behoort Turkije, net als Rusland, zowel tot Azië als tot Europa. Tevens is Turkije een onderdeel van de islamitische wereld, maar Rusland heeft als gevolg van een gedegen inzicht ervoor gekozen om als waarnemer deel te nemen aan de Islamitische Conferentie, hetgeen de nodige aandacht verdient. Er zijn in Rusland, in de Russische Federatie veel moslims en de Sovjet Unie heeft een tijdlang goede betrekkingen gehad met islamitische landen die behoorden tot de Sovjet Unie. We kennen een gezegde “De buren hebben elkaars as nodig.” en dat geloven we ook. Bij al deze factoren komt nog dat de wereld wordt geleid naar een crisis. Het is moeilijk te bepalen wat deze crisis met zich mee zal brengen. Allah moge ons behoeden, maar als we niet met inzicht handelen en de wereld raakt verwikkeld in een oorlog, – en het episch centrum van deze oorlog zal ons gebied zijn, waardoor onze gehele geografische omgeving beïnvloed zal worden – dan kan dat zelfs uitmonden in een nieuw soort koude oorlog, waarvan de rekening door geen enkel land betaald kan worden. Dit alles maakt het noodzakelijk dat de twee landen van deze regio, Rusland en Turkije, die het politieke beleid van deze regio bepalen en een globale acteur kunnen zijn in de wereldpolitiek en het machtsevenwicht, nauwe betrekkingen met elkaar moeten hebben. Ik geloof/wil geloven dat zowel de Turkse als de Russische bestuurders hiervan doordrongen zijn. Hopelijk kunnen onze landen inzichtelijk handelen en zullen ze alle betrekkingen baseren op evenwichtige vriendschap, nabuurschap en wederzijdse belangen; zodat ze zowel crises in deze regio als op wereldformaat kunnen voorkomen.

6. Over wat voor informatie beschikt u ten aanzien van de Russische moslims? Overweegt u wellicht om Rusland te bezoeken in het kader van de Islamitische Conferentie in de nabije toekomst?

Antwoord: Het is moeilijk te zeggen dat ik de Russische moslims van vooral de laatste jaren, zelfs de laatste eeuwen,  goed ken. Ik heb niet de mogelijkheid gehad om ze van dichtbij te ontmoeten en te leren kennen. De kennis die ik over hen heb, bestaat uit hetgeen ik gelezen en gehoord heb. Desondanks kan ik juiste vermoedens over hen hebben, omdat we dezelfde godsdienst met elkaar gemeen hebben. Ja, ondanks het feit dat er historische, geografische, politieke, economische omstandigheden van invloed kunnen zijn, is het wel aannemelijk dat er een nauwe band ontstaat vanuit de overtuiging, gebeden, moraal en gedragingen van de godsdienst, die bepalend zijn in de fundamentele dimensies van het leven van de mensen.  Naast het feit dat de door mij genoemde verschillende omstandigheden hun neerslag hebben in het dagelijkse leven van de moslims, hebben ze overal heel veel gemeenschappelijkheden en voeren een gelijksoortig leven, hetgeen zich ook op dezelfde manier manifesteert in het leven van de christenen, van boeddhisten, van joden. Er zijn zelfs heel veel overeenkomsten tussen het geloven, denken, leven en gedragen van mensen van verschillende godsdiensten. Aan de andere kant heb ik niet gehoord of gelezen dat de Russische moslims hinder ondervinden bij het beleven van hun godsdienst, het uiten van hun overtuiging en praktiseren van hun gebeden. Bovendien geven de Russische bestuurders toestemming om scholen op te richten in Moskou, in Petersburg en in andere steden aan Turkse vrijwilligers wier islamitische achtergrond ze kennen. En het feit dat een intellectueel als u mij als een nederige dienaar wil leren kennen en vragen stelt wetende dat ik een moslim ben, de interesse die u toont, geeft mij voldoende beeld van de positie van de Russische moslims.

Daarnaast is het een feit dat de Russische aardbodem historisch gezien heel veel sporen draagt van de islam. Islamitische wetenschappen hebben grotendeels op deze aardbodem en die van de buurlanden wortel geschoten en gebloeid. Ook dit, dat wil zeggen het historische verleden van Rusland, is een bepalende factor bij het vormen van bepaalde beelden en gedachten over de Russische moslims. Wat betreft mijn bezoek aan Rusland, kan ik u zeggen dat ik uiteraard intellectuelen zoals u heel graag wil ontmoeten. En ook al is het voor een korte periode, wil ik heel graag van u leren. Maar mijn gezondheid staat langdurige reizen absoluut niet toe. Er moeten altijd enkele artsen bij mij aanwezig zijn. De medicijnen die ik moet innemen, worden constant gecontroleerd. Ik kan zelfs mijn persoonlijke zaken van tijd tot tijd niet zonder de hulp van anderen uitvoeren, hoewel dit mijn geest heel erg kwelt. Daarom kan ik u verzekeren, dat ik gedurende de 10 jaren dat ik in Amerika ben, zeker geen langdurige reizen, zelfs geen kortstondige reizen kan ondernemen.

7. Kunt u ons wat informatie geven over uw toekomstplannen?

Antwoord: Mijn allerliefste bezigheid is vooral meer over de godsdienstwetenschappen lezen, leren en bestuderen en met belangstellenden kennis en informatie uitwisselen. Zolang mijn gezondheid dit toelaat en ik de mogelijkheid daartoe heb, zal ik dit graag blijven doen. Even belangrijk, zelfs nog belangrijker dan dit is het feit dat ik, nu ik het leven in het graf steeds meer nader, men kan zelfs zeggen als iemand die bij de poort van het graf leeft, ik de verantwoordelijkheden die voorvloeien uit mijn dienst aan God nog nauwkeuriger wil uitvoeren en nog meer aandacht wil schenken aan de onderwerpen die te maken hebben met mijn leven in het hiernamaals.

Antwoorden op vragen van mevr. Tatyana Filippova

Geschreven door Tatyana Filippova

1. Ondanks het proces van globalisering zijn de culturen, economische omstandigheden en overtuigingen van de moderne mensen verschillend van elkaar. De naties worden van elkaar gescheiden door hun historische verleden en hun wederzijdse ergernissen en de staten worden door geopolitieke en economische belangen van elkaar gescheiden. Als een intellectueel met diepgaande levenservaring, roept u de mensen op tot liefde, begrip, tolerantie en de hoge principes van het bestaan, in een wereld van economische problemen en de duizelingwekkende ontwikkeling van de technologie. Waar put u uw hoop uit en wat doet het met u om te ervaren dat uw ideeën gehoord en geaccepteerd worden?

Antwoord: De globalisering zal nauwere onderlinge kennismaking van mensen met zich meebrengen. In de vorige eeuwen leefden we afzonderlijk van elkaar en kenden elkaar slechts uit hetgeen ons verteld werd. Dit bleef natuurlijk begrensd door de capaciteit en de betrouwbaarheid van de bronnen waar bij uit putten.  Tegenwoordig kennen we elkaar als volkeren persoonlijker en van dichterbij. De moslims hebben een eeuwenlange ervaring en geschiedenis van samenleven met niet moslims. Nog tot het begin van de 20ste eeuw, bestond bijna de helft van de inwoners van Istanbul uit niet-moslims. Het aantal moslims dat in het territorium van het Ottomaanse Rijk leefde was niet groter maar kleiner dan het aantal niet-moslims. Ook Rusland heeft op een bepaald niveau soortgelijke ervaringen gehad. Er leefden ook veel moslims binnen de grenzen van Rusland. Maar het Westen heeft, in landen als Duitsland, Engeland, Frankrijk en de VS, deze ervaring slechts in een eeuw verworven. Voorheen wisten zij van de moslims slechts dat wat er over hen verteld werd. In hun ogen waren de moslims, om maar een veelgebruikte hedendaagse term te gebruiken, ‘de ander’. Ook voor moslims die een islamkennis hadden die hen was aangeboden in een verpakking van nationalisme, konden christenen en de joden tot ‘de ander’ gemaakte mensen zijn. Een christelijk tijdschrift dat in de VS wordt gepubliceerd, behandelde kort voor de beruchte terreuraanslag van 11 september de moslims als coveronderwerp en schreef het volgende: “Gisteren was het niet zo, maar vandaag wonen we met de moslims in dezelfde wijk en in dezelfde straat. Onze kinderen spelen samen op straat. Deze buren moeten we van naderbij leren kennen.” Uiteraard zijn er bepaalde belangengroeperingen, bepaalde besturen, die dit soort toenadering niet wensen. Maar ondanks verwijdering in het verleden, zijn de mensen mondiaal steeds nieuwsgieriger geworden naar de moslims en de islam en begonnen ze initiatieven te ondernemen voor toenadering en kennismaking. De transportmiddelen en de grensoverschrijdende communicatiemiddelen brengen de mensen steeds dichter tot elkaar. De muren, die in de loop der eeuwen – en zoals u verklaarde – in een geschiedenis vol oorlogen gebouwd zijn, worden afgebroken. Tegenwoordig wonen miljoenen mensen, die afkomstig zijn uit islamitische landen, in westerse landen. Ondertussen zoekt de mensheid naar oplossingen tegen oorlog. God zij dank, vooral dankzij de inspanningen van intellectuelen zoals u en diverse burgerinitiatieven, ondanks politieke omstandigheden – en zoals u verklaarde – botsende economische belangen, treden de mensenrechten en vrijheden steeds meer op de voorgrond. Alhoewel de economische belangen botsen, dwingen ze landen en regeringen toenadering tot elkaar te zoeken door middel van handel en wederzijdse voorziening in levensbehoeften. In dit kader worden ten aanzien van de betrekkingen tussen Rusland en Turkije door middel van wederzijdse handel in energie, aardgas, groente en fruit en toerisme, de vooroordelen vernietigd en wordt de gemeenschappelijke noemer mens-zijn bepalend. Fundamentele onderwerpen zoals het feit dat de mens een edel wezen is en op zoek is naar het goede en de rechtschapene, zorgen ervoor dat we elkaar steeds meer naderen.  Kortom, het kan ons hoopvol stemmen, dat de omstandigheden vandaag rijper zijn dan gisteren en morgen zullen ze nog rijper zijn dan vandaag, zo God het wil. Als intellectuelen, denkers en leiders van burgerinitiatieven maar hun verantwoordelijkheid nemen, hun taak vervullen en niet wanhopen.

2. U benadrukt in uw werk heel vaak dat voor de ontwikkeling van nieuwe ideeën met betrekking tot zowel het materiële als het immateriële leven van de mens, onderwijs en nieuwe methoden van kenniswerving gebaseerd op ethische waarden erg belangrijk zijn. Wat moeten volgens u de principes zijn van het door u genoemde systeem, niet alleen met het oog op de realiteit in Turkije, maar ook in Rusland, de Unie van Onafhankelijke Staten, West-Europese landen en Amerika?

Antwoord: We kunnen uiteraard de verschillen die bestaan in diverse landen, welke voortvloeien uit het feit dat ze een eigen overtuiging, geschiedenis, cultuur en geografische ligging hebben, niet buiten beschouwing laten. Echter, naast alle verschillen die er zijn, zijn er ook gemeenschappelijke punten die we in ogenschouw moeten nemen. Als we dit onderwerp toespitsen op het individu, zullen we te maken krijgen met het volgende feit. Alle mensen zijn gemaakt van dezelfde materie; we bestaan allemaal uit dezelfde atoomdeeltjes van aarde, lucht en water. Daar komt bij dat we dezelfde structuur en dezelfde organen hebben. Bovendien vertonen we allemaal, naast fysieke verschillen zoals ons DNA, onze vingertoppen, onze stem en ons gelaat, ook verschillen qua humeur, karakter, keuzen, capaciteiten en vaardigheden, waardoor iedere mens een aparte wereld in zichzelf herbergt. Maar deze verschillen dwingen ons juist om samen te leven en ons niet van elkaar afzonderen. Net zoals de diverse ledematen die ons lichaam vormen, harmonieus met elkaar samenwerken ondanks hun verschillen, en net als in het heelal, dat bestaat uit talloze wezens en elementen, alles in de richting van een algemeen doel samenwerkt en samenleeft, en net zoals de zon met zijn warmte en licht, water, lucht, aarde en de graankorrel met onze inspanningen samenwerken om ons dagelijkse brood te verwerven, evenzo zijn de verschillen tussen de mensen er niet voor om over te strijden, maar om samen te werken om een algemeen en gemeenschappelijke doel te dienen. Wat houdt het algemene en gemeenschappelijke doel in? Enkele uitzonderingen daar gelaten, verschilt datgene wat de godsdiensten en vooraanstaande filosofen door de geschiedenis heen hebben verkondigd, niet al te veel van elkaar. Allen hebben stilgestaan bij het doel van het wereldse leven. Kant zegt bijvoorbeeld bij het omschrijven van dit doel, dat het niet de bedoeling zou moeten zijn van het bestaan van de mens om puur zijn materiële wellust te verzadigen, want de mens kan op dit gebied de dieren niet evenaren. Derhalve zou het doel van het bestaan van de mens moeten zijn het bereiken van de volmaakte mensheid door middel van morele opvoeding. Een andere Duitse filosoof, Scheler, zoekt hetgeen de mens van de dieren scheidt in de kern van de Geist. Terwijl hij het volgen van instincten en gevoelens als gemeenschappelijke noemer ziet bij de voortplanting van dieren en mensen, noemt hij de Geist en diens activiteiten als een richtingaanwijzer voor de juiste koersbepaling van menselijke gevoelens en neigingen en ook de beteugeling daarvan. De ware menselijke vrijheid ontdekt hij in deze activiteit. Een filosoof als John Stuart Mill, die bekend staat als hedonist, weerspreekt het verwijt dat hij het bereiken van het hoogste genot als het doel van het leven beschouwt en de mens derhalve een doel stelt dat gelijkstaat aan dat van de zwijnen. Hij zegt daarbij dat hij doelt op het basisdoel van het menselijk bestaan, namelijk de ultieme geneugten van de geest, het geweten en de gevoelens. Als we teruggaan naar de Oudheid, dan zien we Plato in het westen, die voor de mens en diens opvoeding het bereiken van het goede, waarheid, schoonheid en rechtvaardigheid als doel kiest en in het oosten Confucius, die op zoek naar een deugdzame samenleving, menslievendheid, wijsheid, integriteit, waarheid, moed en vastbeslotenheid als doel stelt voor de mensheid, dat slechts bereikt kan worden door middel van de bereidheid tot studie. Hij stelt dat de mens door studie deugden als bekwaamheid, rechtschapenheid, wijsheid, eerlijkheid, zuinigheid, onbedorvenheid, het waarborgen van de rechten van ouderen, gulheid, discipline en integriteit zou moeten kunnen bereiken. Zoals we in de Koran lezen en voor zover we de geschriften van islamitische geleerden en denkers die hierover schrijven kunnen volgen, wordt in de islam het hebben van kennis der materie als basisdoel gesteld voor het menselijk bestaan. Dat wil zeggen het in de ruimste zin des woords door de wetenschap construeren van de aarde met die kennis, het lezen van het heelal als een boek en het bereiken van de kennis van God. Onze geleerden en denkers staan stil bij het feit dat andere levende wezens dan de mens, bijvoorbeeld de dieren, als het ware ter wereld komen met voorkennis, die ze in een andere wereld hebben opgedaan en zich zo aan het leven aanpassen, terwijl de mens alleen door te leren van een potentieel mens-zijn tot een volwaardig mens kan worden.

Zo kennen wij in de islamitische terminologie het begrip ‘Fitrah’, hetgeen natuurlijke aanleg betekent en dat een onveranderlijke gemeenschappelijke noemer is voor een menselijke kern van ons allemaal. Deze gemeenschappelijke noemer, onze gemeenschappelijke behoeften, onze gemeenschappelijke kenmerken bepalen ook de fundamentele principes in de opvoeding, waar ook ter wereld. Zelfs de kenmerken die we als verschillen zien, vormen een zeldzaam geheel, als deeltjes van een puzzel. Net zoals onze materiële basisbehoeften al vanaf de eerste mens tot en met nu niet veranderd zijn, evenzo zijn we allemaal hetzelfde gebleven wat betreft onze mentale en geestelijke kanten. Zoals ik bij het beantwoorden van de eerste vraag van Prof. Dr. Rostislav Ribakov probeerde uiteen te zetten: fundamentele kenmerken die door alle mensen gedeeld worden, elementaire ethische waarden, gemeenschappelijke kanten van menselijk leven, bepalen ook de waarden voor  onderwijs, die overal in de wereld geldig kunnen zijn. Ook het antwoord op de tweede vraag van de professor geeft een idee over dit onderwerp. Rest nog het toepassen van de methoden, en wat dit betreft kunnen we leren van de werkzaamheden van onze onderwijzers en opvoeders, die ze al jaren, zelfs eeuwenlang hebben verricht. We kunnen dit proberen verder te ontwikkelen en de verschillen van de menselijke individuele psychologie en de culturele en geografische diversiteiten die in de praktijk ontstaan in ogenschouw nemen en daarmee aan het werk gaan.

3. Als mens die openstaat voor religie en ethiek, kent u ongetwijfeld de Russische culturele, intellectuele en immateriële tradities. Welke eigenschappen van deze tradities zijn volgens u de beste en meest nuttige en het nastreven in de 21e eeuw waard? Hoe ziet u de toekomst van Rusland en zijn culturele rol in Eurazië heden ten dage?

Antwoord: Ik kan u zeggen dat ik de Russische culturele, intellectuele en immateriële tradities voor een belangrijk deel uit de Russische literatuur heb kunnen volgen en voor zover ik hier kennis van heb kunnen nemen, heb ik tot mijn verbazing moeten constateren dat de geschiedenis van Rusland, vooral de laatste paar eeuwen, grote parallellen vertoont met de Ottomaanse en Turkse geschiedenis. Er zullen weinig mensen van mijn leeftijd zijn die Pushkin, Dostoyevski, Tolstoy, Tjechov, zelfs Gogole, Maxim Gorky en Pasternak niet hebben gelezen. Het leven van deze grote romanschrijvers, verhalenschrijvers, toneelschrijvers en dichters en de thema’s die ze behandelen, de helden die ze hebben bedacht, lijken behoorlijk veel op het leven en de helden van de schrijvers, die in de 19e en de eerste kwart van de 20ste eeuw in Turkije leefden, de ondergangseeuwen van het Ottomaanse Rijk en de overgangsperiode naar de Republiek. Zozeer zelfs dat de beschrijving van Gogol over de Palto van Dostoyevski, waarvan hij zegt dat ‘Wij allemaal voort zijn gekomen uit Gogol’s Palto’ sterk lijkt op onze samenleving en de geschiedenis van de laatste perioden. Ook de dorpelingen, over wie Gogol vertelt in zijn ‘Dode Zielen’, waren tegelijkertijd onze dorpelingen. De melancholie die in ‘Yevgeny Onegi’” en ‘Winterse Avond’, gedichten van Pushkin, wordt beschreven en die tot mijn geboorteplaats Erzurum zijn doorgedrongen, is ook onze melancholie. De ‘geesten’ van Dostoyevski lijken erg op onze ‘carabinieris’; het is alsof over dezelfde geheime organisaties, dezelfde politieke intriges, aanslagen en moorden wordt verteld. En zoals er gelijkenissen bestaan tussen Tjechov en Ahmet Mithat Efendi, die de eigen waarden van hun samenleving willen beschermen tegen de westerse literatuur, de strijd tussen Tolstoy en Turgenev, bij ons de strijd tussen Mehmet Akif en Tevfik Fikret; zo zijn er ook gelijkenissen te vinden in Turkije met de ontwikkeling van nihilisme en materialisme bij Russische intellectuelen en een deel van de Russische samenleving, de serieuze kritiek van Tolstoy in Anna Karenina op de elite die onderling Frans spreken verkiest boven het spreken van Russisch en hiertegenover de wending van Raskalnikov en Sonja tot de godsdienst, ondanks alle ellende en het kwaad van de hand van Dostoyevski, die precies terug te vinden zijn in Turkije. Pasternaks diepgaande onderzoek van liefde, onsterfelijkheid en pogingen tot verzoening met God in zijn Doktor Zjivago, zijn eveneens terug te vinden bij de laatste generaties van de Ottomanen en de generaties van Turkse Republiek. Bovendien lijkt het tijdens het lezen van Anton Tjechovs ‘De drie zusters’ alsof we ‘De drie dochters van de heer Pertev’ aan het lezen zijn. Ook de zelfmoord wegens desillusie van Mayakovski, die de Oktober Revolutie in 1917 serieus heeft gesteund en de desillusie van Pasternak, kunnen we terugvinden bij vele intellectuelen in de Turkse Republiek. De ‘Anna’ van Maksim Gorky, waarin hij de strijd beschrijft van de Russische arbeiders tegen het tsarenbewind, die geresulteerd heeft in de Oktober Revolutie van 1917, heeft vele communistische organisaties in Turkije sterk beïnvloed. Kortom, Turkije en Rusland lijken op velerlei gebied sterk op elkaar. Niettemin laat het feit dat de Russische schrijvers die we hebben genoemd beroemdheden zijn geworden van wereldformaat zien, dat het belangrijkste element van de Russische culturele en intellectuele tradities het feit is, dat de Russische bevolking en de samenleving veel waarde hechten aan kunst, gedichten, literatuur, schrijvers, dichters, letterkundigen; niet alleen aan de Russische maar ook aan kunstenaars en letterkundigen uit andere landen. In tegenstelling tot hoe het bij ons is gegaan, heeft ook het Sovjet Regime niet veel in de Russische taal en literatuur geïntervenieerd en niet geprobeerd om ze te veranderen.

In onze dagen, waarin het individualisme en daarmee gepaard gaande egoïsme op de voorgrond treden, is het noodzakelijk dat de Turkse en de Russische gastvrijheid als belangrijke deugd in stand gehouden worden. Parallel hieraan bestaan er in Rusland intellectuelen en activiteiten, die een evenwicht proberen te bewerkstelligen ten opzichte van het extreme individualisme dat voortvloeit uit het modernisme, door middel van solidariteit en samenwerking. De Russische Patriarch Alexi II heeft in een interview met hem, dat gepubliceerd werd in het tijdschrift ‘DA’ (Dialoog Eurazië), gezegd: “…dat er een jarenlange stabiele ontwikkeling te realiseren is door een vreedzame samenleving te stichten, waarin de mensen uit vrije wil elkaars waarden zullen respecteren. In Rusland hebben in een lange reeks van perioden mensen van verschillende godsdiensten en naties in een respectvolle, veilige en vreedzame sfeer met elkaar samen geleefd. Zo’n situatie ontstaat niet binnen een uur. Wij zijn doordrongen van de waarde van onze ervaring. We zijn bereid om deze ervaring met de hele wereld te delen.” Dit is ons aller wens ook. In Rusland leven belangrijke intellectuelen. Bijvoorbeeld de specialist in islamitische jurisprudentie Leonid Sukiyanen. Hij verdedigt aan de ene kant de toenadering en dialoog tussen de volgelingen van verschillende godsdiensten en vestigt aan de andere kant de aandacht op elementen van toenadering tussen het Westen en het Oosten, dat wil zeggen de islamitische wereld; hij is niet bevooroordeeld en kent de nodige waarde toe aan ieders eigenheid. De heer S.V. Lavrov publiceerde als minister van Buitenlandse Zaken van Rusland in december 2004 een artikel in sommige Turkse kranten en schreef over Turkije en Rusland: “Het vervullen van de brugfunctie tussen verschillende beschavingen en de taak van actieve bemiddelaar in de ontwikkeling van toekomstgerichte betrekkingen tussen Europa en Azië en het Westen en het Oosten, is alleen voor ons weggelegd en geen ander land kan die beter vervullen.” Rusland kan op grond van zowel zijn culturele en intellectuele traditie, als zijn historische ervaringen en geopolitieke en geostrategische ligging, maar ook de ligging op of dichtbij de grote aardgas en energiebronnen, evenals een belangrijk historisch verleden, alsook haar grootse macht een belangrijke bijdrage leveren aan de vrede in zowel in ons gebied als in de wereld.

4. In de laatste jaren tonen veel mensen in verschillende landen van de wereld belangstelling voor uw leer en levensprincipes. Voor veel mensen bent u de (moedjeddid=) hervormer in de islam, tevens wordt u als vernieuwende geleerde gezien, die veel moderne mensen aanspreekt met uw interpretaties, parallel aan de veranderende levensomstandigheden. Bent u het ermee eens dat uw rol op deze manier wordt omschreven?

Antwoord: Moedjeddid zijn in de islam is een grote eer. Het vereist een volmaakt mens te zijn op het gebied van wetenschap, ethiek, religiositeit en gedrag. Ik, als gewone sterveling, heb nooit zo’n eer geclaimd en ook nooit zoiets beweerd. Ik presenteer de islam niet op geheel persoonlijke wijze. Ik probeer de islam te presenteren zoals Allah, de Verhevene, in de Koran aan ons vertelt en hetgeen de profeet Mohammed, vrede zij met hem, middels zijn woorden en leven geleerd en gepraktiseerd heeft. Waarom is dit anders dan de islam, zoals die door sommigen begrepen wordt? Dit heeft twee redenen. De islamitische wereld verkeerde vanaf de 13e eeuw in een stagnatieperiode op het gebied van de wetenschap en in de staten die sinds die tijd zijn gesticht berustten de macht en de wetgeving grotendeels bij islamitische besturen en gemeenschappen; hierdoor hebben de wijsheid en de wetenschap aan invloed verloren ten opzichte van voorgaande eeuwen. Uiteindelijk is de islamitische wereld, zoals u ook weet, in de 20ste eeuw verworden tot een gebied van ruïnes en kolonies. In elk islamitisch land zijn echter pogingen ondernomen hiervan verlost te worden. Bij deze activiteiten en de bevrijdingsoorlogen is de islam en de religieuze gevoeligheid van de bevolking een drijvende kracht geweest. De religie werd op den duur steeds meer als een ideologie opgevat. Ook hierbij is weer de dimensie van wijsheid en wetenschap verwaarloosd. Ten tweede zijn er tegenovergestelde ideologische bewegingen ontstaan, die negatieve en positieve extremiteiten in zich verborgen. Sommigen hebben geprobeerd, zonder rekening te houden met de praktijk van de lange islamitische geschiedenis en door te doen alsof de godsdienst alleen in boeken stond geschreven, met inspanningen die leken op pogingen te bouwen op een ondergrond van water of lucht, om een algehele puriteinse houding aan te nemen, waarbij men beweerde terug te keren naar de Koran en de soenna. Hiertegenover hebben sommigen geprobeerd de islam, die een drijvende kracht was tijdens de bevrijdingsoorlogen, ook een drijvende kracht te maken bij het nationalisme en ze hebben haar (de islam) genationaliseerd. Alhoewel al deze bewegingen hun ideeën en houdingen pretendeerden te baseren op de Koran en de soenna, hebben ze de Koran niet in al haar volledigheid kunnen behandelen. Ze hebben de verzen van de Koran niet kunnen benaderen tegen de achtergrond van de volledigheid van de Koran en ze ook niet kunnen plaatsen in verhouding tot de andere verzen in de Koran. Als je, zoals ik probeer te zeggen, niet een lichaam eerst in zijn geheel kunt bekijken en alle organen van het lichaam niet kunt beoordelen in verhouding tot de rest van alle organen en hun functies, maar alle organen een voor een bestudeert, dan ontstaan er zoveel lichamen als het aantal organen. Zo ook ontstaan er heel veel interpretaties van de islam, als je de islam niet ook in haar totaliteit in beschouwing neemt en de delen van het geheel niet eerst in hun volledigheid en vervolgens een voor een in verhouding tot de rest van de delen plaatst. Ik als nederige sterveling heb al vanaf het begin geprobeerd, binnen de perken van mijn vermogen, om een totale kijk op de islam te hebben. Naast de Koran en de soenna is het ook noodzakelijk om te kijken naar de geschiedenis, die een belangrijk archief is voor ons en waarin vele voorbeelden aanwezig zijn. Derhalve vertel ik niet over een islam, die noch door de Koran verteld wordt, noch door de boodschapper van God in de praktijk ons geleerd is. Ik probeer de islam zodanig weer te geven, zoals die is en binnen de contouren van haar antwoorden op voorhanden zijnde plaatsen en omstandigheden.

Ten tweede, de onwetendheid die in de laatste eeuwen vaker te zien is in de islamitische wereld, is ook toegenomen op het gebied van de godsdienst. Elke godsdienst heeft echter een eigen methodiek, dus een eigen methodologie. Helaas zijn velen die heden ten dage over de islam spreken en die werken op het gebied van tafsier (exegese), hadieth (traditie) en fiqh (jurisprudentie) verstoken van de kennis van de wetenschap van de methodiek, methodologie van elke wetenschapsdiscipline, wetenschap van taal en logica. Dat terwijl je, voordat je koranexegese gaat beoefenen, de methodologie van de koranexegese moet kennen, voordat je de traditie en de overleveringen van de profeet Mohammed, vrede zij met hem, gaat beoordelen, eerst de methodologie van de hadieth moet kennen en voordat je gaat praten en schrijven over de islamitische jurisprudentie en zelf tot uitspraken gaat komen over de islam, je heel goed de methodologie van islamitische jurisprudentie moet kennen. Het is niet juist om hier in te gaan op technische details over dit onderwerp, maar staat u me alstublieft toe om ter verduidelijking het volgende te presenteren:

Er bestaan onveranderlijke principes in de Koran en de soenna. De principes van de geloofsovertuiging, gebeden, bepalingen over wat wel en niet geoorloofd is, de ge- en de verboden waar geen twijfel over bestaat, maar ook ethische en immateriële principes zoals rechtvaardigheid, gerechtigheid, eerlijkheid, integriteit, genade, liefde en barmhartigheid behoren tot de onveranderlijke principes. Er bestaan ook nog religieuze principes die onderhevig zijn aan veranderingen, die we de moetashabihaat (parabolen) noemen. Dit zijn relatieve feitelijkheden, die vorm en inhoud kunnen krijgen al naar gelang de tijd, plaats en persoon als de weerkaatsing van het licht door het prisma. Er zijn zelfs definitieve principes, die een veranderende weerspiegeling kunnen bieden al naar gelang de tijd, plaats, conditie en personen. Dit alles heeft een vorm gegeven aan de technische principes, waarmee we de Koran, soenna en de islamitische jurisprudentie kunnen begrijpen. Voor dit alles bestaan benoemingen met begrippen als nasih-mensoeh (abrogatie), moetlak-moekayyad (absoluut en relatief/gelimiteerd), oemoem-hoesoes (algemeen en bijzonder). Helaas zijn er tegenwoordig vele moslims, vele onderzoekers, die deze methodologische principes niet in beschouwing nemen. Het is zelfs zo dat velen deze principes niet eens kennen.

Daarom is het niet mogelijk om je de immense taak van hervormer, die u in uw vraag noemde, toe te eigenen. Mijn antwoord is wat langer geworden omdat ik mijn inspanningen, die slechts bestaan uit het presenteren van de islam, zoals die binnen de kaders van het boek en de soenna past, wilde verduidelijken.

5. Welke vraag zou u aan uzelf willen stellen met uw gevoelige houding jegens de veranderingen in onze huidige wereld? Waar bent u het meest geïnteresseerd in, wat enthousiasmeert u tijdens het bekijken van de ontwikkelingsfilm van de huidige mensheid, als u kijkt vanuit het perspectief van uw levenservaring?

Antwoord: Ik kan u zeggen dat de vraag die voor mij als nederige dienaar van vitaal belang is, de volgende is: Vanuit onze fundamentele verantwoordelijkheid jegens Allah, de mensen en het totale bestaan bekeken: “Hoe kunnen we ons verloren paradijs in deze wereld plaatsen, hoe kunnen we onze wereld tot een vorm van paradijselijk leven maken?” Het feit dat er intellectuelen zijn zoals u en vele burgerinitiatieven, wier activiteiten gericht zijn op het ontdekken van de menselijke kern en hoedanigheid, die door de Schepper is bepaald en de leermeesters van de wetenschap, ethiek en immateriële, doet mij deugd, vergroot mijn hoop en enthousiasmeert mij.

Antwoorden op de vragen van professor Leonid Sukiyanen

Antwoorden op de vragen van professor Leonid Sukiyanen

Geschreven door Leonid Sukiyanen

1. In vele artikelen, die gewijd zijn aan uw visie en activiteiten, en daarnaast tijdens de internationale conferenties waarin uw gedachtegoed wordt besproken, wordt de term “’Gülenbeweging’ gebruikt. Soms wordt er gesproken over een paar instellingen, wier activiteiten ontplooid worden namens één persoon of één organisatie. Tegelijkertijd wordt er gesproken over samenwerking en activiteiten van mensen, die alleen uw ideeën delen. Hoe beoordeelt U het begrip ‘Gülenbeweging’?

Antwoord: Als u mij toestaat, wil ik volstaan met te verwijzen naar het antwoord dat ik heb proberen te geven op de eerste vraag van Professor Rostislav Ribakov, waarvan ik hoop dat dit volstaat.

2. Er worden in vele landen scholen opgericht, waarin de leerlingen les wordt gegeven, naast de algemene lessen, in een attitude van tolerantie, cultuur, beschaving en interreligieuze dialoog. Over het algemeen zijn het Turkse ondernemers en privé instellingen, die deze scholen ondersteunen. Het is een traditie geworden om deze scholen als ‘Gülenscholen’ te betitelen. Er wordt gedacht, dat deze scholen door u of door mensen die uw ideeën steunen, worden opgericht. Wat is uw relatie met de genoemde scholen? Helpt u ook echt bij de oprichting en de financiering? Hoe denkt u over deze scholen?

Antwoord: Opnieuw wil ik vragen mij te verontschuldigen en verwijs ik naar de antwoorden, die ik op de eerste en de tweede vraag van Professor Rostislav Ribakov heb geformuleerd.

3. U bent één van de vooraanstaande islamitische denkers. Wat is belangrijk in uw werken? Wat heeft u naar uw mening bijgedragen aan het begrijpen van de islam in onze huidige tijd? Wat zijn de verschillen tussen uw ideeën en die van de moslimdenkers, bijvoorbeeld Mohammed Abdoeh, van eind 19e en begin 20ste eeuw?

Antwoord: Het antwoord dat ik op de 4e vraag van mevrouw Tatyana Filipova heb gegeven is ook grotendeels het antwoord op deze vraag. Maar omdat hier een concreet voorbeeld is genoemd en gezien het belang ervan kan ik wel een paar woorden wijden aan de persoon Mohammed Abdoeh en zijn stroming.

De tijd waarin Mohammed Abdoeh leefde, was een tijd waarin in de islamitische wereld op grote schaal uiteenviel en koloniaal werd bestuurd. Egypte verkeerde, zoals u weet, onder Engelse bezetting. De nederlagen die de moslims de laatste paar eeuwen hebben geleden, en hiertegenover de Europese, vooral Engelse en Franse vooruitgang op het gebied van zowel wetenschap en technologie, als de kunst en filosofie, beïnvloedden de moslimintellectuelen, -denkers en -geleerden. Het feit dat in het westen een wetenschapsbegrip van het loslaten van de godsdienst en het volgen van een lijn van positivisme en materialisme ontstond, en de storm van ontkenning van de dientengevolge ontstane filosofische stromingen in het westen, hebben ook hun uitwerking gehad op geesten en harten in de islamitische wereld. In de ideeën van Mohammed Abdoeh en zijn stroming, zien we deze invloeden sterk terug bij zijn benadering van de islam. Eigenlijk werd de islam, die in essentie een godsdienst is waarin de praktijk van wetenschap en de ervaring van de geest en het hart bij elkaar dienen te worden gebracht, als een rationeel en positief feit behandeld; de randverschijnselen van de islam werden buiten beschouwing gelaten. Graag wil ik voorbeeld teven. De verzen over het hiernamaals werden, alsof we het hiernamaals met eigen ogen hebben gezien, alsof de wetenschappelijke ontwikkelingen hun einddoel bereikt hebben, vanuit het perspectief van deze wereld benaderd. Ze werden niet geaccepteerd zoals die in de Koran worden verteld en derhalve werd het geluk of de straf in het hiernamaals volledig als een geestelijke of psychologische straf of beloning gepresenteerd. De wonderen van de profeten werden niet als zodanig erkend en alles werd binnen de context van oorzaak en gevolg behandeld, naar wezens als duivel en geesten, die buiten de horizon van ons gezichtsvermogen vallen, werd gekeken alsof ze bepaalde slechte instincten en aandriften van ons zijn. Maar de gelijktijdige ontwikkeling van de kernfysica, die de mechanische fysica ondermijnde, heeft de geldigheid van al deze benaderingen teniet gedaan. Bovendien heeft Mohammed Abdoeh en zijn stroming, die de problemen van de islamitische wereld als politieke, maatschappelijke en economische problemen beschouwde en niet veel aandacht schonk aan de ingevingen van het hart, de rede en de geest, aanleiding gegeven voor het ontstaan van islamitische bewegingen, politiek-maatschappelijke bewegingen in vooral de Arabisch-islamitische wereld.

4. De gedachte dat de islam als een politiek fenomeen tegenwoordig haar betekenis verloren heeft, wordt door veel mensen geaccepteerd. Hoe is volgens u de relatie van de islam met de politiek? Is het juist dat we de islam alleen als een godsdienst moeten zien? Wat zijn, naar uw mening, de belangrijkste problemen van de moderne islam? Zijn het alleen godsdienstige problemen of aardse problemen?

Antwoord: Geachte Sukiyanen, in een boek dat in Turkije is gepubliceerd met de titel ‘Een beschavingsvooruitzicht’ wordt het antwoord op deze vraag heel goed uiteengezet. Ik als een nederige dienaar wil daar een samenvatting van geven.

Als we kijken naar de verhalen van de profeten in de Edele Koran zien we het volgende beeld: Allah, de Verhevene, zendt profeten wanneer de mensen in shirk (polytheïsme) vervallen en als hiermee gepaard gaande allerlei bederf in de samenlevingen onontkoombaar verspreid wordt, opdat de mensen de Tawhied (eenheidsprincipe) accepteren, dat wil zeggen dat de mensen afzien van het geloven in de afgoden, niet in vele goden geloven en hen aanbidden, maar alleen in Allah geloven en Hem aanbidden, dat ze uitgerust worden met goede ethische deugden, zichzelf in het gareel houden, afzien van het verderf zaaien op aarde en opdat ze vrede en orde stichten. De profeten die met een openbaringsboek komen in een tijd waarin de religie van God niet meer herkenbaar is, noemen we een ‘rasoel’ (boodschapper met nieuwe wetten of een boek). Over de voornaamste taken van deze boodschappers, vooral van de laatste van hen, de profeet Mohammed, vrede zij met hem, wordt in de Koran het volgende gezegd:

“Omdat Wij uit uw midden een boodschapper hebben gezonden, die u Onze (aan hem geopenbaarde, in het heelal en in uw innerlijke wereld bestaande) tekenen verkondigt, u zuivert (van uw verkeerde gedachten en acceptatie, uw harten van afvallige overtuiging en zonden, uw leven van allerlei vuil), u het Boek (dat we aan hem hebben gezonden) en de Wijsheid (om dat boek te begrijpen en toe te passen) u (de betekenis en het doel van de ge- en de verboden) onderwijst en u leert, hetgeen gij niet wist.” (2:151)

Dus de taak van de profeet Mohammed, vrede zij met hem, is, zoals die van alle andere boodschappers, het leren van Allah aan de mensen, hen de Koranverzen en de door de moslimgeleerden als een geschapen boek omschreven heelal, wetenschap, als een boek te reciteren, zodat hij hiermee de mensen zuivert van verkeerde gedachten, hen redt van dwalingen, hun innerlijke wereld zuivert van de zonden en allerlei onzedelijke gevoelens, hen de Koran en de manier van toepassing, de bedoeling van de ge- en de verboden van de Koran leert en in het bijzonder alles wat ze nodig hebben ten behoeve van hun eeuwige geluk. In dit kader heeft de profeet Mohammed, vrede zij met hem, de mensen opgeroepen om in Allah, inclusief de andere geloofsprincipes, te geloven en alleen Hem te aanbidden en geprobeerd hen op te leiden tot deugdvolle mensen. De zes basisprincipes van het geloof zijn bekend; ook de vijf zuilen van de islam zijn bekend. Zo ook zijn de verboden en de geboden bekend. Ethische principes zijn eveneens bekend. Tevens is het bekend waar je op moet letten bij de intermenselijke omgangsregels. De politiek en politieke onderwerpen zijn in deze regels niet te vinden, laat staan in de jurisprudentieboeken, maar omdat het door sommige wetscholen, die in de minderheid zijn, wel naar voren is gebracht, is dit onderwerp van gesprek geworden in sommige boeken.

De islam doet behalve het voorstel van de toepassing van de goddelijke boodschap, geen gedetailleerd voorstel voor een staatsvorm, een regime of een systeem. De keuze voor bestuurlijke en politieke vormen laat zij over aan de regeringen die zich verbonden voelen met de goddelijke wil. De verscheidenheid aan bestuurlijke systemen in de geschiedenis laat dit ook zien. Zij neemt de hervorming van de samenleving en het individu als basisprincipe. Volgens haar is de principe van ‘Je wordt bestuurd zoals je bent’ erg belangrijk. De islam laat behalve de keuze van het bestuur aan de vrije wil en keuze van de meerderheid, ook de keuze van al dan niet geloven van mensen aan hun eigen vrije wil over. Bovendien kent zij iedereen de vrijheid toe van het praktiseren van hun overtuiging. Wat zij wil is het feit dat de volwaardige vrijheid van geloof en geweten voor iedereen geldig is.

Alhoewel, dit is wat we begrijpen uit de Edele Koran, uit de verhalen van de profeten daarin en uit het leven van de profeet Mohammed, vrede zij met hem, is eind 19e en in de eerste helft van de 20ste eeuw de islam de drijvende kracht geweest bij de vrijheidsoorlogen van de moslims. Tevens hebben vele geleerden de problemen van de islamitische wereld vanuit politiek oogpunt benaderd, terwijl ze het meer vanuit de immateriële, wetenschappelijke, ethische en geestelijke optiek hadden moeten benaderen. Dit terwijl, zoals een belangrijke geleerde zei, onder het motto van echt secularisme de vrijheid van godsdienst door de landen erkend werd, en het voeren van een ‘djihad’ op het gebied van wetenschap, intellect, immateriële en ethiek nodig was en niet op politiek terrein. Dit heeft men niet kunnen begrijpen en de bewegingen die in de islamitische wereld ontstonden, zijn over het algemeen op een politieke basis gaan zetelen, ervan uitgaande dat dit een belangrijke zaak is. Omdat het vertrekpunt verkeerd is, zijn deze bewegingen de moslims niet alleen duur komen te staan, maar heeft het ertoe geleid dat de islam verkeerd werd begrepen; we kunnen zeggen dat het op een fiasco is uitgelopen. Deze bewegingen werden in het westen door schrijvers als Oliver Roy bestempeld als de ‘politieke islam’ en hun mislukkingen werden weergegeven als ‘mislukkingen van de politieke islam’. Zo’n weergave van de islam past niet bij de geest van de islam. Aanduidingen als ‘politieke islam’, ‘sociale islam’, ‘radicale islam’, ‘gematigde islam’ zijn tegen de geest van de islam. Maar om de gebeurtenissen te kunnen begrijpen en te verklaren is voor deze benamingen gekozen. Ik hoop dat moslims overal zich afwenden van hun fouten en dat de islam gered wordt van misvattingen en verkeerde uitleg.

5. Het feit dat de islam in de moderne wereld, buiten de islamitische wereld eerst in het Westen wordt verspreid, veroorzaakt sterke aanvaringen. Wat zijn volgens u de voornaamste redenen voor deze wrijvingen? Wie is verantwoordelijk voor deze crises? De Westerse gemeenschap of de moslims?

Antwoord: We kunnen zeggen dat het antwoord op de vorige vraag gedeeltelijk een licht werpt op deze vraag. Uiteraard, als moslims hebben we grote fouten gemaakt. Helemaal vooraan komt het feit dat de islam niet in de kern wordt begrepen. Dientengevolge hebben we helaas het probleem dat we het niet kunnen vertegenwoordigen met onze persoonlijkheid, woorden en daden, dus met ons leven. Allereerst is de islam van begin tot eind een bloemlezing van schoonheden. Want zij bestaat uit de weerspiegelingen van alle namen, de attributen van Allah, en Hij presenteert Zijn namen, als namen die hun gelijke niet hebben in schoonheid, de zogenoemde ‘Al-Asma al-Hoesna’, de Schone Namen. Islam betekent juist denken; islam betekent het boek van het heelal juist te lezen en het zien als projecties om daarmee Allah te leren kennen en naar Allah toe verheven te worden. Islam is voor de ene helft wetenschap en voor de andere helft geloven, wat evenredig is aan wetenschap. Dat wil zeggen dat in de islam weten en geloven niet tegenstrijdig zijn aan elkaar, integendeel het zijn twee waarden die elkaar aanvullen. Islam is de zuivering van het ego, reiniging van het hart en versiering van de geest met alle schoonheden. Islam is goede moraal, goede zeden; islam is integriteit, rechtschapenheid, rechtvaardigheid, gerechtigheid, diepzinnig besef. Islam is Allah leren kennen zoals Hij het waard is om gekend te worden, Hem aanbidden, van Hem houden en het geluk dat dit alles tot gevolg heeft. Als er dingen zijn die absoluut niet met de islam verenigbaar moeten worden geacht, zijn dat de onwetendheid, achtergesteldheid, viezigheid, slordigheid, wanordelijkheid, bedelen; voorts ook wrok, vijandigheid, ruzie, hoogmoed, onrecht, tirannie, verraad, bedrog. Islam is de naam van de ‘wereldvrede’, zij is vergeving, tolerantie, zich niet hoger achten dan een ander, nederigheid, edelmoedigheid, elegantie, zachtmoedigheid, gevoel van veiligheid, gevoel van opofferingsgezindheid, geest van eerlijkheid, gedachte van rechtvaardigheid en rechtschapenheid; goed doen ondanks het ondervinden van kwaad. In het kader van dit alles, is het erg moeilijk te zeggen dat de islam vandaag de dag volwaardig vertegenwoordigd wordt.

Niettemin hebben ook de westerse gemeenschappen fouten. Zeker niet iedereen maar het is wel voorgekomen. Niemand kan de godsdienst met al haar diepgang vertegenwoordigen, behalve de ware gelovigen. Desondanks, als we naar de geschiedenis kijken, zien we dat de mensen zelfs vele profeten niet geloofd hebben, laat staan ware gelovigen. Het leven van de profeet Mohammed, vrede zij met hem, is bekend; het leven van Mozes, van Jezus, vrede zij met hen, die de zonnen zijn van de mensenwereld, zijn bekend. Ook zijn er massa’s mensen geweest, die niet in hen geloofden, oorlog tegen hen voerden en hen wilden vermoorden. Het is zelfs zo dat vele boodschappers door de volkeren, naar wie ze waren gestuurd, vermoord werden. Derhalve zijn we als moslims schuldig aan het feit dat we de islam niet goed begrijpen en niet goed vertegenwoordigen, maar het is ook wel degelijk mogelijk te zeggen dat er mensen, regeringen, inlichtingendiensten zijn, die namens de politiek, namens bepaalde belangen, willen dat dit zo is, zelfs in een mate dat de islam zo bekend komt te staan en dat de islam geassocieerd wordt met terreur, geweld, oorlog en bloed. Hoe dan ook, wat voor behandeling ons ook ten deel valt, zijn wij als moslims verplicht om de ware islam op onuitputtelijke wijze te onderwijzen en te vertegenwoordigen. We moeten zelfs zo handelen dat we tegen de handen die naar ons worden uitgestoken om ons te doden, moeten kunnen zeggen, zoals Abel tegen Kaan, de twee zonen van Adam, zei: “Jij strekt je hand uit om mij te doden, maar ik zal nimmer mijn hand uitsteken om jou te doden.”

6. In sommige islamitische en niet-islamitische landen zijn er instellingen en groeperingen, die denken dat de seculiere regeringen vijanden van de islam zouden zijn die een eigenzinnige activiteit verrichten. Zij hitsen de mensen op met de uitspraak dat het fout is om de wetten, die door de legale regering uitgevaardigd worden te respecteren en dat het juist is om alleen de shariawetten en de bevelen van de islamitische leiders te gehoorzamen. Hoe beoordeelt u deze opvatting en het politieke beleid?

Antwoord: Op deze vraag kan een antwoord gegeven worden door middel van een gedeelte van het verhaal van de profeet Jozef, zoals dat in de Koran wordt verteld. Jozef werd door zijn broers verraden en als slaaf verkocht naar Egypte. De koper was een minister, wellicht zouden we hem in onze dagen de premier noemen, van het toenmalige niet-islamitische bestuur van Egypte. Jozef heeft zijn kinderjaren in dat huis doorbracht. Maar toen de vrouw des huizes hem wilde verleiden, heeft hij haar meteen afgewezen en zei daarbij het volgende: “Moge God mij beschermen; mijn heer (de heer des huizes, de minister) heeft mij goed onderhouden. Degenen, die onrecht plegen door verraad worden nooit verlost.” Dat wil zeggen, “noch jegens God, noch jegens mijn heer, die mij heel goed onderhouden heeft, mag ik verraad plegen”.

Na enige tijd werd Jozef slachtoffer van openlijke smaad en hij werd gevangen gezet. Uiteindelijk, toen hij uit de gevangenis zou komen, nadat zijn onschuld en waarde aan het licht waren gekomen, wilde hij dat de ware reden van de laster jegens hem bekend werd. Waarom hij dit deed, verklaarde hij als volgt: “Ik wilde dit doen, omdat ik wilde dat het bekend werd dat ik mijn onderhouder, mijn heer, niet verraden heb bij zijn afwezigheid. Want God geeft zijn leiding nooit aan verraders.”

Zoals ik hierboven heb proberen uiteen te zetten, behoort de keuze van het politieke systeem en bestuur toe aan de vrije wil van het volk. De islam beveelt altijd, overal en onder elke omstandigheid rechtschapenheid, trouw, betrouwbaarheid, het je houden aan je gelofte en gehoorzaamheid aan de boven je gestelde; zij geeft absoluut geen toestemming voor verraad, leugen, bedrog, het overtreden van de mensenrechten, anarchie, terreur en onveiligheid. Boven alles staat dat de moslim vertegenwoordiger is van vertrouwen en algemene vrede.

7. Een proces dat het ‘ontwaken van de islam’ wordt genoemd, is duidelijk zichtbaar in vele moderne landen. Dit proces is in het bijzonder eigen aan sommige Oost-Europese landen en Rusland. Wat moeten we hier allereerst op het oog hebben? Deze landen hebben tientallen jaren onder omstandigheden geleefd waarin het zogenoemde wetenschappelijk atheïsme heerste, hetgeen alle godsdiensten zag als een belemmering voor de vooruitgang van de mens en de maatschappij.

Antwoord: Allah heeft de mens een positie toegekend, die boven de engelen staat en heeft hem ‘kalief’ (plaatsvervanger) van de aarde gemaakt. De fundamentele basis voor deze bevoorrechte positie en het kalifaat van de aarde ligt in het feit dat aan de mens ‘de namen geleerd zijn’. Dat wil zeggen dat aan de mens de capaciteit en het vermogen is gegeven om de dingen te leren kennen, hen te benoemen en derhalve hen te gebruiken, kortom wetenschap en kennis te verwerven. Deze kennis betekent in het bijzonder het heelal te kunnen lezen als een boek. Ook in het eerste geopenbaarde Koranvers, wordt het bevel “Lees!” gegeven, terwijl er nog geen boek was om gelezen te worden. Zelfs als er nog geen boek is om gelezen te worden, is er altijd een boek dat gelezen moet worden en dat is het boek van het heelal, de mens. Daarom verkrijgt wetenschappelijke activiteit, als deze binnen de eigen kaders en richting wordt uitgevoerd, een heiligheid die gelijk staat aan lofprijzing en de vergelijking met de engelen van Allah aankan. Ik bedoel met het uitoefenen van wetenschappelijke activiteiten binnen eigen kaders en richting het volgende: Zowel het heelal als de mens zijn op zichzelf een bloemlezing van de ‘tekenen’, die ons Allah leren kennen. De Edele Koran noemt een vers van zinnen tussen twee punten een ‘teken’, maar zij noemt ook de feitelijkheden in het heelal en elke menselijke activiteit, realiteit, gebeurtenis een ‘teken’. De Koran is een geopenbaard heelal; het heelal en de mens zijn een geschapen Koran. Het heelal en de mens zijn een prachtig paleis en de Koran is een boek dat zulks aan ons kenbaar maakt. Er bestaat absoluut geen tegenstrijdigheid tussen beide. Wetenschappelijk atheïsme is helaas niet alleen in de landen van de voormalige Sovjet Unie maar vandaag de dag ook in de wetenschappelijke centra in de wereld dominant. Daarom moet de wetenschap op haar juiste positie geplaatst worden, en moet duidelijk gemaakt worden wat de godsdienst in feite is en wat de wetenschap is.

Ten tweede, de mens is niet alleen een fysiek wezen; bestaat ook niet alleen uit verstand, alleen hart en geest. Hij is een harmonieus geheel van dit alles. Bovendien bezit hij ook een complex van gevoelens en een vrije wil. Indien wij dit alles niet op een harmonieuze manier bij elkaar kunnen houden, zal, te beginnen bij het individu, de hele samenleving problemen ondervinden. Onze fysieke bouw, ons lichaam vraagt om voldoening en we weten wat we kunnen gebruiken om deze voldoening te vinden. Zo vragen ons verstand en onze ziel ook om voldoening; ons hart, geest en gevoelens verlangen ook naar voldoening. Ze hebben allemaal ook een eigen taak. De voldoening van het verstand en de geest bestaat uit een wetenschap, die haar juiste richting heeft gevonden; daarnaast bestaat het uit de kennis van God, die we ma’rifatoellah noemen. Dus is zijn taak leren en studeren, een opleiding volgen en het hebben van de Godskennis. De voldoening van het hart bestaat uit godsdienstwetenschappen en gebeden en het inzicht in de spirituele wereld. De voldoening van de vrije wil bestaat ook uit gebeden en die wil te gebruiken bij het volgen van het goede en legale pad. De voldoening van gevoelens bestaat in eerste instantie uit liefde voor God en vervolgens liefde voor alle schepselen omwille van God. Daarom moeten we wellicht eerst de mens kennen, het heelal kennen, het leven en wat zijn eisen aan ons zijn kennen. We moeten ons onderwijssysteem opnieuw, met een nieuwe visie, organiseren en hierop afstemmen.

Graag wil ik een ander voorbeeld geven. Het gezin is een belangrijk instituut voor individuen, een veilig onderkomen, een plek van liefde en binding. We kunnen moederschap en vaderschap niet doen verdwijnen, ook al willen we dat. We kunnen de liefde van de moeder en de barmhartigheid van de vader nergens mee vervangen. Een mens, die in een liefdevolle omgeving van een gezin met liefde en genegenheid is opgevoed, kan nooit vergeleken worden met een mens, die in een verstrooide omgeving van geruïneerde gezinnen is opgevoed. Derhalve dient het instituut gezin versterkt te worden; we moeten zelfs de moderne kerngezinnen, die verstoken zijn van de koestering van opa, oma, oom, tante opnieuw laten kennis maken met die waarden en ook de huidige generaties daarvan laten profiteren. De positie en de rol van moeder, vader, opa, oma, kinderen, kleinkinderen in het gezin moeten duidelijk gemaakt worden. Het gezin is voor de mens een klein paradijs op de aarde. We moeten ons ontfermen over dit paradijs en vermijden dat dit paradijs tot een hel wordt.

Er zullen ongetwijfeld nog dingen zijn die gedaan kunnen worden, maar als antwoord op uw vraag heb ik een aantal aspecten genoemd. Ik ben ervan overtuigd dat verlichte intellectuelen zoals u, die in die gemeenschappen waar u op doelde zijn opgegroeid, beter in staat zijn de kwestie te analyseren en het probleem te duiden.

8. Hoe belangrijk is de interculturele, interreligieuze dialoog en de dialoog tussen de beschavingen in de moderne wereld? Welke rol kunnen uw opvattingen bij deze dialoog vervullen? Zal de ontwikkeling van deze dialoog niet tot gevolg hebben, dat de islam uit haar eigen positie treedt en afstand doet van haar principes en regels en dat zij de Westerse waarden zal accepteren? Wat is de kracht van de moderne islam? Is het haar isolement in de wereld, haar wens om de onveranderlijkheid van haar tradities in stand te houden, haar bereidheid om positieve resultaten van andere culturen te begrijpen of dat zij de andere culturen met haar waarden verrijkt?

Antwoord: Ik zal proberen deze vraag te beantwoorden door iets belangrijks kenbaar te maken. Ofschoon we vandaag de dag onder islam, de godsdienst, de aan de profeet Mohammed, vrede zij met hem, als het zegel der profeten geopenbaarde religie verstaan, leert de Edele Koran ons dat de religie, die door alle profeten vertegenwoordigd en verkondigd is, in de basis de islam is. Door de geschiedenis heen hebben alle profeten, zoals Abraham, Mozes en Jezus, mogen Gods zegeningen op hen rusten, dezelfde geloofsprincipes, dezelfde gebedsregels, dezelfde ethische gedragsregels verkondigd. Het geloof in al deze profeten is voor ons één van de geloofsprincipes. Het verschil zit in de bepalingen en de regels, die door de omstandigheden van de tijd en de noden van het leven bepaalde secundaire aspecten vormen. De profeet Mohammed, vrede zij met hem, heeft de islam in een uiteindelijke vorm en inhoud verkondigd, waarna ook geen behoefte meer zou bestaan aan de komst van een nieuwe profeet. In een overlevering van hem wordt gezegd dat ‘de wijsheid het verloren goed is van een gelovige en dat hij die moet gaan halen waar hij die maar treft’. De cultuur en de beschaving die door de moderne wereld wordt vertegenwoordigd, staat niet haaks op de islam. In de islam zijn vele authentieke aspecten te vinden, die uit het jodendom en het christendom voortvloeien. Vandaag de dag kunnen we vele wijsheden terugvinden in de moderne cultuur en beschaving, die in het verleden tot de islam behoorden, maar die we verloren hebben en niet meer dragen en kunnen vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld de wetenschap en de onderzoeksdrift, de liefde voor het zoeken van de waarheid, de liefde voor het minutieus onderzoeken van het boek van het heelal, het verstandig omgaan met je tijd, wat helaas in de islamitische wereld verwaarloosd wordt, een goede taakverdeling, goede samenwerking, zoveel mogelijk behoorlijk en zonder defecten te produceren, werkend in je levensonderhoud te voorzien in plaats van rentenieren, zijn daar voorbeelden van. Het is de islam die ons dit allemaal voorschrijft te doen, maar het zijn waarden en wijsheden, die al eeuwen door de islamitische wereld verloren zijn en verwaarloosd worden.

Ten tweede, de godsdienst heeft heel veel zaken gedelegeerd aan de rede. Natuurlijk is er reden voor de schepping van de rede. Derhalve zal degene die de rede optimaal gebruikt, uiteraard daarnaar beloond worden. Als de islamitische wereld zijn we de rede gaan verwaarlozen, terwijl we de rede een tijdlang tezamen met het geloven binnen de kaders van de godsdienst gebruikt hebben. Vanaf een bepaald ogenblik is het Westen het heel goed gaan gebruiken. Dus waarom zouden we terugdeinzen om de resultaten van de rede, die de mensheid geen schade berokkenen, weer terug te pakken! Laat we hier niet voor terugdeinzen, het is ook een verloren wijsheid van ons en als een wijsheid die de islam toebehoort dienen wij die terug te pakken.

Een ander aspect is dit: de moderne wereld en de wetenschap en de technologie die haar hebben gesticht is niet eigen aan alleen deze tijd. Door de geschiedenis heen heeft bijna elk volk, elk continent bijgedragen aan de wetenschap. We weten allemaal hoe de wetenschap overgegaan is naar het Westen. Acht tot negen eeuwen geleden heeft de islamitische wereld vijf eeuwen lang, zonder onderbreking, een toppunt beleefd op alle gebieden van de wetenschap. Het westen heeft, hetzij door middel van de kruistochten, hetzij door middel van de Andalusië, de wetenschap van zowel de klassieke oudheid en de beschavingen als de enorme islamitische bijdrage daaraan, overgenomen van de islamitische wereld. Niet alleen dit maar in het kader van haar betrekkingen met de islamitische wereld heeft zij nog veel meer dingen overgenomen. Derhalve is voor ons, als moslims, het aangaan van de dialoog met de moderne wereld en zelfs met elkaar samen leven, niet iets om kwalijk te achten. Persoonlijk vind ik dit een noodzaak, in naam van zowel mijn eigen religieuze overtuiging, als mijn volk, de islamitische wereld, de moderne wereld en in naam van de mensheid. Op deze manier zal de mensheid kennis maken met elkaars parels en koralen, robijnen en diamanten en zal men de kans krijgen om de diamanten van de kolen en de echte van de valse te onderscheiden. De moslims zijn er door de geschiedenis heen nooit voor teruggedeinsd om met andere volkeren en de aanhangers van andere godsdiensten samen te leven. Ze hebben altijd met hen in de zelfde wijk en de zelfde straat naast elkaar geleefd. De islam is heel snel verspreid. Binnen nauwelijks een eeuw heeft zij zich, naast haar verspreiding in heel het Midden-Oosten, in Noord-Afrika en tot India uitgestrekt. Zoals u zeker weet, is dit gebied een bakermat van vele oude godsdiensten en filosofieën. De islam heeft al deze godsdiensten en filosofieën ontmoet. De moslims zijn er noch voor teruggedeinsd om met hen in discussie te gaan, noch hebben ze overwogen om te voorkomen dat zij hun overtuigingen en visies konden vertellen, noch hebben ze ervoor gekozen om hen middels wetgeving of machtsvertoon de mond te snoeren. Integendeel, ze hebben vele joodse en christelijke geleerden en wetenschappers uitgenodigd naar universiteiten, wetenschappelijke academies en centra te komen doceren, en ook op bestuurlijk vlak kregen ze een plaats. Hetzelfde was ook een tijdlang binnen de grenzen van het Ottomaanse Rijk aan de orde. De islam en de moslims zijn hier nooit voor teruggedeinsd. Je laten leiden door angst betekent dat de mens twijfelt aan zijn eigen godsdienst, aan zijn overtuiging en visie. Je kunt je twijfels niet van je afnemen door er voor weg te vluchten. Je twijfels kun je door middel van onderzoek en studie overwinnen. Derhalve is het niet onze taak als moslims de dialoog en de samenleving met anderen te ontvluchten, maar juist om je eigen godsdienst heel goed te kennen, heel goed te vertegenwoordigen en samen te willen leven met mensen van welk geloof, welke cultuur en beschaving ook.