Spanningen tussen AK-partij en Gülen-beweging in Turkije

In Turkije komen stilaan enorme interne spanningen aan de oppervlakte, die ook een invloed zouden kunnen krijgen binnen de Turkse gemeenschappen in de diaspora. Na de Gezi Park-protesten, die premier Erdogan en sommige mensen in zijn omgeving duidelijk zwaar op de maag zijn blijven liggen, wordt een zondebok gezocht. Dit keer wil premier Erdogan blijkbaar de Gülen-beweging zien hangen.

Dit gebeurt via 11 beschuldigingen, die geleidelijk gefantaseerd en de wereld ingestuurd worden en binnenkort vermoedelijk ook via ambassadepersoneel in verschillende kringen van Buitenlandse zaken en van de Veiligheid verspreid zullen worden. Voor deze analyse baseer ik me op http://gyv.org.tr/Haberler/Detay/2455 , een belangrijk opiniestuk verspreid door de Gülen gezinde Journalists and Writers Foundation. (13.08).

In dit Opiniestuk kan men de 11 beschuldigingen (vanuit kringen rond premier Erdogan) lezen, alsook de antwoorden die de Turkse tak van de Gülen beweging hierop geeft.

De 11 beschuldigingen

1: de Gülen beweging ligt aan de basis van de Gezi park protesten in Istanboel. Als bewijs wordt aangevoerd dat Gülen had laten weten dat hij niet gekant was tegen vreedzame democratische protesten. Wat opvalt, is dat de betrokken regeringskringen die de beschuldiging formuleren verzuimen om te vermelden dat Gülen zich krachtig uitgesproken heeft tegen de plunderingen en dat hij zich eveneens gekeerd heeft tegen infiltraties van buiten uit die de protesten trachtten te manipuleren.

2: het zijn rechters die nauw aansluiten bij de Hizmet beweging van Gülen die de aangehouden jongeren die protesteerden vrij snel weer vrij lieten. Enkele rechters die van dergelijke laksheid verdacht werden, werden ondertussen overigens al uit hun post ontslagen.

3: de Gezi Park protesten werden aangewakkerd door Gülen gezinde politiemensen die de tenten van de jongeren die protesteerden in brand staken en die excessief geweld gebruikten.

4: de Gülen beweging zou de staatsgreep in Egypte niet veroordeeld hebben.

5: de Gülen beweging wil vanuit Pennsylvania (waar Gülen verblijft) een alternatieve macht uitbouwen die de legitiem verkozen burgerlijke regering in Turkije wil vervangen. Als bewijs hiervoor wordt aangevoerd dat sommige mensen uit Turkije, ook mensen uit de politiek, soms Gülen nog opzoeken in de VSA.

6: via infiltratie in de administratie probeert de Gülen beweging te delen in de regeringsmacht.

7: de Gülen beweging zou tegen het vredesproces met de Koerden gekant zijn.

8: de Gülen beweging zou gehoopt hebben dat de eerste minister aangehouden zou zijn geweest bij een vroeger incident rond 7 februari.

9: de Gulen beweging zou in het zicht van de volgende verkiezingen een alliantie willen sluiten met bepaalde politieke partijen buiten de AK partij. Als bewijs wordt aangevoerd dat de krant Zaman zich soms kritisch uitgelaten heeft over het feit dat de premier zelfs via Grondwetswijzigingen zijn macht wil bestendigen..

10. de Gülen beweging zou afluisterapparatuur geplaatst hebben in het kantoor van de eerste minister. (Eigenaardig genoeg werd echter nooit een gerechtelijk onderzoek hierover aangevraagd door de premier zelf, alhoewel dat eigenlijk – als het waar is – een heel ernstig misdrijf zou geweest zijn.)

11. waarom komt Fethullah Gülen niet terug uit de VSA naar Turkije? Omdat hij onder invloed staat van de VSA.

De Gülen beweging verdedigt zich tegen de aanklachten

Wat de Gezi park protesten betreft, wijst ze er o.a. op dat zelfs president Gül geprotesteerd heeft tegen het gebruik van excessief geweld tegen de jongeren door de politie, en dat ook ministers uit Erdogans regering afstand genomen hebben van het politiegeweld. Ook wijst ze erop dat rechters en politie in Turkije niet ressorteren onder de bevoegdheid van een beweging uit het middenveld, maar onder de ministers respectievelijk van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

Wat de situatie in Egypte betreft, wijst ze erop dat Gülen van een “darbe” (Turks woord voor een putsch) gesproken had door het leger tegen Morsi en erop gewezen had dat problemen in Egypte, als die er waren, anders dan via een ingreep door het leger opgelost moesten worden.

In de Koerdische kwestie claimt de beweging dat zij in steden als Diyarbakir en elders meetings georganiseerd heeft om de dialoog met de Koerden te promoten, en dat Gülen zelf al jaren verdedigt dat het Koerdisch als taal een plaats moet krijgen in het onderwijs. Ook heeft de beweging een privé zender in het Koerdisch opgericht.

De beschuldiging dat de beweging Erdogan graag gearresteerd had gezien, steunt nergens op, aldus de beweging, en is complete onzin. En er wordt inderdaad geen enkele aanwijzing hiervoor vernoemd. Hier komt men dus in de pure paranoia terecht.

Wat het feit betreft dat Gülen in de VSA mensen ontvangt uit Turkije en ook van elders, wijst de beweging erop dat dit een normaal menselijk gegeven is en dat iemand nog altijd mensen mag ontvangen zonder vooraf toestemming te vragen aan de Turkse of aan de Amerikaanse regering. Dat Gülen niet naar Turkije terugkeert, is gewoon een kwestie van gezond verstand… Immers, dit zou in Turkije aanleiding kunnen worden voor een hele reeks manipulaties uit de meest verschillende richtingen.

Onze commentaar

Het is duidelijk dat er een ernstig probleem aan het rijzen is tussen de Gülen beweging en sommige mensen rond Erdogan (uit de regerende AK partij). Nu is een zekere paranoia altijd wel een beetje inherent geweest aan de strategieën in de Turkse binnenlandse politiek, maar de AK partij gaat deze keer toch wel bijzonder ver met enkele van haar verdachtmakingen. Wat ze eigenlijk insinueert, of aan het voorbereiden is als beschuldiging, is dat de Gülen beweging wel eens een terroristische beweging zou kunnen zijn die de macht wil grijpen in Turkije. (Je weet wel: verborgen agenda’s enzovoort, de “klassieke” dooddoeners).

Onze vraag: Zou het kunnen, gelet op het ontbreken van een echte politieke oppositie in Turkije, dat Erdogan die uit islamistische Milli Görüs hoek komt (kringen die nota bene in Europa zelf minder ‘moslimbroeder’ geïnspireerd zijn geworden dan in Turkije), die sector uit het middenveld, namelijk de Gülen beweging, wil uitschakelen die als enigste nog wat kritiek op de regeringsleider durft uiten? (Alhoewel Erdogan zou moeten weten dat de Gülen beweging nog nooit echt tegen de AK partij ingegaan is, vermoedelijk omdat ze ook wel weet dat er momenteel geen echt alternatief voor bestaat. En het valt bijvoorbeeld op dat de corruptie die in bepaalde kringen binnen de AK partij bestaat, zelfs nooit ter sprake wordt gebracht in de met de Gülen beweging sympatiserende media, zo zeer lijkt men er van overtuigd dat de AK partij eigenlijk best de regering blijft vormen).

Ondertussen neemt de Gülen geïnspireerde Journalists and Writers Foundation in haar manifest heel duidelijk als haar positie in, dat ze het interne democratiseringsproces in Turkije wil blijven stimuleren en ook de toetreding van Turkije tot de Europese Unie als een prioriteit blijft zien. Is dit het wat Erdogan, die meer en meer met de moslimbroederschap sympatiseert, dwars zit? Eigenlijk moet gehoopt worden dat het conflict niet uit de hand loopt… want erg veel alternatieven voor de AK partij bestaan er momenteel niet in Turkije en dat weet de Gülen beweging ook, maar hopelijk ontspoort de AK partij niet in islamistische richting. Gevreesd mag echter worden dat de roddelmachines weer overvloedig allerlei “gossip” zullen produceren…

Johan Leman, bron: De Wereld Morgen

Notice: Trying to access array offset on value of type bool in /www/wp-content/themes/Divi/epanel/custom_functions.php on line 499

Enkele beschuldigingen jegens de Gulenbeweging en antwoorden hierop

Reactie van de Stichting van Journalisten en Schrijvers op de beschuldigingen gericht tegen de Hizmetbeweging.

Er is recent weer een op onjuiste informatie gebaseerde actie op touw gezet met als doel de Hizmetbeweging in een kwaad daglicht te stellen. Deze lastercampagne is nog steeds groeiende en vindt zijn weg voornamelijk via de sociale media. De stelregel dat “Wie stelt moet bewijzen!” wordt genegeerd of afgedaan met de bewering dat “dergelijke zaken niet bewezen kunnen worden”. Alhoewel dit soort beweringen reeds eerder vele malen is weerlegd, voelt de Stichting van Journalisten en Schrijvers zich verantwoordelijk om het publiek van eerlijke informatie te voorzien.

Beschuldiging 1: ‘De Hizmetbeweging zat achter de Gezipark protesten.’

De verschillende verklaringen van Fethullah Gülen met betrekking tot deze protesten, en de houding van de Hizmetbeweging jegens dit soort incidenten maken duidelijk dat deze aantijging ongefundeerd is.

In het kader van de democratie en op basis van haar democratische betrokkenheid staat de Hizmetbeweging niet negatief tegenover het recht op een vreedzaam protest. Echter, gezien het feit dat dergelijke protesten soms escaleren en uitmonden in een geweldsuitbarsting en/of worden misbruikt ten behoeve van andere doeleinden, moedigt de Beweging haar leden niet aan om hieraan deel te nemen.

Bij aanvang verliep het protest volledig vreedzaam. De aanleiding voor dit protest was het milieu. Mensen van alle rangen en standen, waaronder een aantal mensen dat nauwe banden onderhoudt met de regerende partij, steunden in de beginfase het protest. Het kan heel goed zijn dat mensen die de Hizmetbeweging steunen in deze fase positief tegenover de protesten stonden vanwege hun persoonlijke voorkeuren en hun betrokkenheid bij het milieu. Hieruit kan echter op geen enkele manier worden afgeleid dat de Hizmet de protesten heeft aangewakkerd of op enigerlei wijze betrokken was bij een complot dat de basis vormt voor de protesten.

In een toespraak waarin onze erevoorzitter Fethullah Gülen verklaarde dat men zich niet in neerbuigende termen als ‘capulcu’ (‘rovers’ of ‘plunderaars’) over de protestanten zou moeten uitlaten, gaf hij verder aan dat de protesten, die in eerste instantie schuldig waren, in een later stadium werden uitgebuit en misbruikt door derden met kwaadwillende motieven, en dat sommige internationale mediabedrijven het nieuws op een bepaalde, eenzijdige manier uitzonden, zodat de aard van de protesten als vijandig ten opzichte van Turkije zouden worden geïnterpreteerd (http://www.herkul.org/herkul-nagme/323-nagme-taksim-gezi-parki-hadiseleri-ve-problemlerin-temeli/).

Een groot aantal mensen met verschillende achtergronden stond positief tegenover de betrokkenheid met het milieu van de protestanten en wezen het excessieve geweld tegen hen in de beginfase af. De uitspraak “de stembus is niet alles” van president Abdullah Gül, de verontschuldiging van vicepremier Bülent Arinç, de uitspraak van Minister van Cultuur Ömer Celik “de boodschap is overgekomen”, de uitspraak van Minister van Onderwijs Nabi Avci “we hebben de volledige oppositie samengebracht”, het artikel van EU Minister Egemen Bağış in de New York Times waarin hij de Gezipark protesten omschrijft als een weerspiegeling van “pluraliteit en democratie”, en ten slotte het verslag van prof. dr. Idris Bal, afgevaardigde van de AK Partij en parlementslid, waarin hij verklaart dat “de regering een strategische vergissing heeft begaan” als reactie op de Gezipark protesten, verschillen niet zoveel van de visie van de Hizmetbeweging op deze zaak.

Onmiddellijk na de Kazlıçeşme bijeenkomst die naar aanleiding van de aanhoudende Gezipark protesten werd gehouden, nam premier Erdogan deel aan de eindceremonie van de Turkse Olympiade. In zijn toespraak betuigde hij eer aan de Hizmetbeweging vanwege haar verdiensten. Aangezien de premier toegang heeft tot alle informatie die alle inlichtingendiensten in Turkije verzamelen, zou hij het niet in zijn hoofd hebben gehaald om de Hizmetbeweging eer te betuigen, als hij enig vermoeden zou hebben gehad dat de Hizmetbeweging betrokken was bij het ‘Gezipark-complot’.

Beschuldiging 2: ‘Gezipark protestanten werden vrijgelaten door rechters en aanklagers die nauwe banden onderhouden met de Hizmetbeweging.’

Alle aanklagers en rechters zijn staatsambtenaren en vallen onder toezicht van de Hoge Raad van Rechters en Aanklagers (HSYK). In het geval van onregelmatigheden of vergissingen tijdens het uitvoeren van hun taken, ligt de eindverantwoordelijkheid volledig bij het Ministerie van Justitie en de HSYK.

Bovendien is het dankzij een groot aantal nieuwsberichten in het verleden bekend dat de leden van het rechtswezen die werden beschuldigd van banden met de Hizmetbeweging te hebben, uit hun functie zijn gezet.

Nog niet zo heel lang geleden hebben de hoeders van het ‘Oude Turkije’ getracht de legitimiteit van het ‘Ergenekon Proces’ te ondermijnen door te beweren dat zich achter de schermen een ‘pro-Gülen’ rechterlijke macht had gevormd. Hoe ironisch is het dat degenen die toentertijd klaagden over de langdurige detentieperioden tijdens rechtszaken, zichzelf nu tegenspreken door de rechtbanken te veroordelen om het feit dat ze de Gezipark protestanten niet in hechtenis namen. De beschuldigingen worden openbaar gemaakt door andere kringen. Er wordt echter op geen enkele wijze op gereageerd, noch worden ze verworpen.

Beschuldiging 3: ‘Dat de protesten uit de hand zijn gelopen, is het gevolg van het gewelddadige optreden van politieagenten die betrokken zijn bij de Hizmetbeweging.’

Hoeders van de wet zijn staatsambtenaren die vallen onder het gezag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is volstrekt onlogisch om een maatschappelijke beweging verantwoordelijk te stellen voor de acties van hoeders van de wet die onder de bevoegdheid vallen van, en verantwoording afleggen aan de regering.

Bovendien werd later duidelijk dat alle strategische beslissingen met betrekking tot de protesten van meet af aan door de regering waren genomen, en dat de tenten in brand waren gestoken door plaatselijke gemeenteambtenaren.

Premier Erdogan verklaarde publiekelijk dat hij de politieambtenaren persoonlijk had geïnstrueerd met betrekking tot de incidenten. Hij verklaarde tevens dat hij volledig achter de reactie van de ambtenaren staat en prees hen voor het correct uitvoeren van hun taak.

Beschuldiging 4: ‘De Hizmetbeweging is niet tegen de staatsgreep in Egypte.’

Hoe kan een beweging die slachtoffer is bij iedere staatsgreep die plaatsvindt niet tegen staatsgrepen zijn. Het moge duidelijk zijn dat dit soort beweringen worden gedaan om de reputatie van de Beweging in diskrediet te brengen. Een beweging die jarenlang veroordeeld is omdat zij afwijzend stond tegenover staatsgrepen zal niet plotseling veranderen in een voorstander van staatsgrepen in welke context dan ook.

Wellicht ten overvloede  maar wij willen hierbij nogmaals benadrukken dat de militaire interventie tegen de rechtmatig gekozen president Morsi in Egypte een staatsgreep is die onder geen beding mag worden goedgekeurd.

Fethullah Gülen hield een toespraak naar aanleiding van de gebeurtenissen in Egypte waarin hij zei: “De democratie krijgt opnieuw een klap te verduren’ (waarin hij het Turkse woord ‘darbe’ gebruikte voor ‘klap’, dat in het Turks tevens ‘coup’/’staatsgreep’ betekent) (http://www.herkul.org/herkul-nagme/352-nagme-misirda-darbe-ve-ramazanda-tevbe/).

Gülen verklaarde nadrukkelijk dat de dag dat de Egyptische President Morsi binnen een jaar uit zijn macht is gezet, omdat ‘hij fouten heeft gemaakt’, zoals ook het geval was bij de Turkse staatsgrepen van 27 mei 1960, 12 maart 1971 en 12 september 1980, als een zwarte dag de geschiedenisboeken in zal gaan.

Geen van de mediabedrijven die betrokken zijn bij de Hizmetbeweging, hebben een positieve redactionele houding aangenomen ten opzichte van de Egyptische coup; sterker nog, alle aan deze mediaorganen gerelateerde medewerkers die verslag uitbrachten van de coup waren duidelijk negatief kritisch. Dezelfde mediabedrijven stonden ook kritisch tegenover de immorele houding die sommige Westerse politici ten opzichte van de staatsgreep hadden aangenomen.

Beschuldiging 5: ‘De weg naar een alternatieve macht leidt door Pennsylvania. Degenen die streven naar een macht die de regering vervangt bezoeken Gülen.’

Het is even onjuist als misleidend om bezoekjes aan een opinieleider die door burgers uit verschillende lagen van de bevolking wordt gerespecteerd, af te schilderen als een poging om een alternatieve macht op te bouwen. Dit zou in strijd zijn met de doelen en de waarden van Gülen, een man die, mits zijn gezondheid het toeliet, zijn hele leven voor iedereen klaar stond en die altijd de dialoog is aangegaan met mensen vanuit alle lagen van de bevolking. Vele mensen met diverse achtergronden bezoeken Gülen om veel verschillende redenen, zo ook leden van de regerende partij.

Bovendien maakt men een grote vergissing door de aard van de contacten van Gülen met mensen af te doen als zuiver politiek. Daarmee doet men de dynamiek en de diepgang ervan ruimschoots te kort.

In het verleden waren er mensen die Gülens aanwezigheid in zijn eigen land als storend ervoeren. Blijkbaar vinden zij het eveneens storend dat mensen hem in het buitenland bezoeken. Dit is in strijd met de democratische rechten van een vrij persoon en heeft veel weg van een vervolgpoging om Gülen af te zonderen van anderen (door de indruk te wekken dat degenen die hem bezoeken dit uit politieke overwegingen doen).

Beschuldiging 6: ‘Via infiltratie in de bureaucratie probeert de Hizmetbeweging te delen in de regeringsmacht.’

In een democratie verkrijgen en verliezen regeringen de macht door middel van verkiezingen. Tussen de verkiezingen door hebben burgers en maatschappelijke organisaties het recht om kritiek te uiten en suggesties te doen. Dit kan derhalve niet worden gezien als bemoeienis met de regering.

Controle van de rechtmatig gekozen regering is één van de uitgangspunten van een participatieve democratie binnen het kader van de Europese Unie, waar Turkije deel van wil uitmaken. De maatschappij neemt deze verantwoordelijkheid met hulp van maatschappelijke organisaties, oppositiepartijen en de vrije en kritische media.

Insinueren dat maatschappelijke organisaties die suggesties doen of kritiek uiten de regering omver willen werpen, de politieke macht willen delen of zeggen dat ze ‘zich niet moeten mengen in de politiek’, ze ‘een politieke partij moeten oprichten’, of dat ze ‘moeten wachten tot de volgende verkiezing’, druist volledig in tegen de aard, normen en waarden van democratische systemen en is absoluut onacceptabel.

Bovendien zijn er veel mensen met veel verschillende achtergronden die de principes en de idealen van de Hizmetbeweging in hun levenswijze hebben geïntegreerd. Het is derhalve niet meer dan logisch dat ook deze mensen hun basisrechten opeisen als burgers in een democratisch land, zich ontwikkelen en bepaalde posities bereiken binnen de overheidsdienst.

Het is onjuist om degenen die hebben gekozen om een functie te bekleden binnen de overheid van hun eigen land af te schilderen als figuren die ‘de staat omver willen nemen’, ‘in de regering infiltreren’, ‘de leiding over willen nemen’ of ‘een parallelle regering willen opzetten’, ongeacht hun persoonlijke visie of levenswijze. Dit soort beschuldigingen en op deze wijze in diskrediet brengen van mensen, doen denken aan het ‘Oude Turkije’.

Ambtenaren moeten uiteraard gehoorzaam zijn aan hun gekozen leidinggevenden (mits niet strijdig met de wet). Ambtenaren die de wet mogelijk overtreden of weigeren hun politieke leidinggevenden te gehoorzamen dienen derhalve nagetrokken te worden en, indien nodig, geschorst of aangeklaagd.

Echter, indien er getracht wordt de verschillende overheidsdiensten te ontdoen van een bepaald ‘soort’ mensen of maatschappelijke ‘segmenten’ gebaseerd op de bewering dat zij ‘de leiding over willen nemen’ of ‘uit zijn op politieke macht’, zoals in het verleden is gebeurd, dan overtreedt men de meest fundamentele principes van de wet en democratie. De politieke en bestuurlijke beslissingen van de door het volk gekozen regering moeten natuurlijk worden gerespecteerd; echter het bestempelen van mensen (wat in strijd is met de Turkse Constitutie) als ‘sympathiserend met de Hizmetbeweging’ en hen op grond daarvan uit hun functie zetten, is uitermate ondemocratisch en onrechtmatig.

Beschuldiging 7: ‘De Hizmetbeweging is tegen het vredesproces met de Koerden.’

De Hizmetbeweging heeft dit vredesproces van meet af aan ondersteund. Fethullah Gülen, onze erevoorzitter, zei al in het beginstadium dat ‘vrede goed is en dat het goede in vrede is’ (http://www.herkul.org/herkul-nagme/195-nagme-sulh-hayirdir/).

Gülens verklaringen van ver voor het vredesproces, en die van erna, zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Gülen heeft zijn visie op deze kwestie duidelijk naar voren gebracht in zijn lezingen en recent in een interview met de Rudaw krant in Erbil (http://www.zaman.com.tr/yorum_hak-ve-hurriyetler-pazarlik-konusu-olamaz_2103914.html ). In bovengenoemd interview geeft hij bijvoorbeeld heel duidelijk weer dat onderwijs in iemands moedertaal een basisrecht van de mens is en derhalve nooit ter discussie kan worden gesteld.

Echter, suggesties of waarschuwingen met betrekking tot het verloop van het vredesproces kunnen niet worden beschouwd als afwijzing van het vredesproces zelf. Integendeel, ze zouden gezien moeten worden als een zienswijze, bedoeld om het vredesproces te laten slagen.

De Stichting van Journalisten en Schrijvers heeft vele bijeenkomsten in verschillende steden, waaronder Diyarbakir en Erbil, georganiseerd rondom de Koerdische kwestie. Hizmet gerelateerde scholen hebben zich de afgelopen twee decennia beziggehouden met het aanbieden van onderwijs in het Koerdisch in het Koerdische gedeelte van Irak. Het eerste legale particuliere TV station dat in het Koerdisch uitzond is eveneens opgericht door ondernemers die zijn geïnspireerd door de Hizmetbeweging.

Als een dergelijke houding ten opzichte van de Koerdische kwestie zo openlijk en duidelijk wordt geuit door de Hizmetbeweging, dan is er sprake van onrechtvaardigheid en een duidelijke poging om het publiek te misleiden wanneer wordt gesuggereerd dat de Hizmetbeweging achter het KCK-onderzoek zit, een onderzoek dat overduidelijk wordt gesteund door de regering van de AK Partij.

Beschuldiging 8: ‘De Hizmetbeweging was voornemens de premier te laten arresteren inzake het incident van 7 februari.’

Degenen die deze bewering doen zijn niet in staat om ook maar één plausibel, rationeel of overtuigend argument te noemen dat verklaart wat de Hizmetbeweging denkt te kunnen bereiken met de arrestatie van de premier, en waarom, na zo hard te hebben gewerkt voor een constitutionele hervorming in het referendum van nog maar 9 maanden geleden, de Beweging plotseling een dergelijke stap zou willen zetten.

De Hizmetbeweging en de mediaorganisaties die worden geacht ‘nauwe banden’ te onderhouden met de Beweging hebben alle pogingen tot democratisering van Turkije en alle pogingen om de structuur en de relaties van de diepe staat van Turkije aan het licht te brengen altijd gesteund. Om die reden heeft de Beweging en hebben verschillende mediaorganisaties het ‘Ergenekonproces’ gesteund. Om diezelfde reden hebben sommige Hizmet gerelateerde mediaorganisaties positief gereageerd op het KCK gerelateerde MIT onderzoek; zij zagen een onderling verband tussen deze processen en grootschaliger pogingen tot democratisering van Turkije. Dit bewijst echter geenszins dat er sprake was van een samenzwering tegen de premier.

Het is algemeen bekend dat zelfs de hoofdofficier van justitie van het Hooggerechtshof, laat staan de lager in rangorde staande officier van justitie, in Turkije niet de bevoegdheid heeft om een zaak aan te spannen tegen de premier of tegen welke minister dan ook. De bewering dat ‘de premier gearresteerd zou gaan worden’ is dan ook misplaatst.

Het is onduidelijk waarom AK-parlementsleden en -bestuurders die juridisch zijn onderlegd dit soort ongefundeerde roddels en beschuldigingen kritiekloos aannemen.

Bewering 9: ‘De Hizmetbeweging wil een verkiezingsverbond sluiten met bepaalde politieke partijen en mensen.’

Feit is dat de Hizmetbeweging tot op de dag van vandaag nimmer een verbond heeft gesloten met een politieke partij of persoon, en niet voornemens is dit ooit te gaan doen.

Een verbond sluiten met een politieke partij druist in tegen de stellingname van de Beweging om buiten de politieke arena te blijven en tegen het feit dat de Beweging sympathisanten heeft uit alle politieke partijen met allerlei verschillende politieke visies.

Hoewel de Hizmetbeweging geen verbonden sluit met politieke partijen, steunt zij beleidsvormen en acties die gestoeld zijn op democratie, pluralisme, mensenrechten, vrijheid van religie en geloof, en de wet, welke partij deze ook voorstelt, zonder hierbij een partijdige houding aan te nemen. Dit is niet louter een democratisch recht maar ook een verantwoordelijkheid die zij heeft te nemen ten opzichte van Turkije en de volgende generatie. Mocht sprake zijn van beleidsvormen en acties die indruisen tegen bovengenoemde waarden, dan zal de Beweging niet nalaten om daar kritisch over te zijn en suggesties te doen, wederom zonder een partijdige houding aan te nemen. Dit is een benadering die het nationale belang van Turkije respecteert en koestert, gebaseerd op een aantal principes, en staat volkomen los van partijpolitiek.

Bewering 10: ‘Het afluisterapparatuur in het kantoor van de premier was daar geplaatst door mensen die nauwe banden onderhouden met de Hizmetbeweging.’

De Beweging is niet betrokken bij een strijd tussen verschillende staatselementen en kan dus niet worden geraakt door beweringen dat iemand binnen de Beweging ‘de premier heeft afgeluisterd’ tijdens privégesprekken.

Het geeft stof tot nadenken dat de kwestie niet is doorverwezen naar justitie en dat er geen actie is ondernomen met betrekking tot deze duidelijke misdaad. Het feit dat roddels en artikelen die twijfel willen zaaien omtrent de Hizmetbeweging vrij mogen circuleren, en dat degenen die hier verantwoordelijk voor zijn niet worden aangeklaagd of vervolgd, doet vermoeden dat sprake is van motieven die niet welwillend zijn te noemen.

Het is de verantwoordelijkheid van de regering en justitie om deze kwestie tot op de bodem uit te zoeken, de verantwoordelijken op te sporen en hier duidelijkheid over te verschaffen.

Bewering 11: ‘Waarom keert Fethullah Gülen niet terug naar Turkije? Zijn verblijf daar bewijst dat hij wordt beïnvloed door de VS.’

Degenen die deze bewering doen, beweerden jaren geleden hetzelfde toen hij nog in Turkije woonde. Zij stellen ook dat de VS de baas is over alle delen van de wereld. Als we hier vanuit gaan, dan is het voor Gülen toch onmogelijk om aan de invloed van de VS te ontsnappen, al zou hij terugkeren naar Turkije? Deze mensen beschuldigen mensen die nog nooit een voet in de VS hebben gezet van precies hetzelfde als waar ze Gülen van beschuldigen. Feit is dat er zelfs figuren waren die beweerden, met name in de beginjaren van de partij, dat de AK-Partij een door de VS geleid project was,

Gülen heeft vele malen een verklaring afgelegd waarom hij niet terugkeert naar Turkije. Hij heeft verklaard dat hij vreest dat zijn terugkeer naar, en aanwezigheid in, Turkije in sommige kringen kan worden aangewend om problemen te veroorzaken en waar mogelijk de democratische verworvenheden van Turkije ongedaan te maken. Daarom zegt hij niet terug te zullen keren naar Turkije totdat deze zorgen zijn weggenomen, ondanks zijn sterke verlangen om verenigd te worden met zijn geboorteland.

Bovendien heeft Gülen gezegd, gezien de snel veranderende agenda van Turkije en de media-aandacht die hij zonder twijfel zou trekken, dat “degenen die mij in het verleden hebben aangeklaagd, die via de media een lastercampagne tegen mij op touw hebben gezet om de aandacht af te leiden van de staat, die mij met van alles en nog wat hebben beschuldigd, die mij buiten het rechtswezen om wilden executeren, dit opnieuw zullen doen als ik terugkeer. Ik denk dat het na een bepaalde leeftijd moeilijk is om terug te keren naar een plaats waar ik steeds opnieuw dezelfde dingen naar mijn hoofd geslingerd krijg”. Zelfs als Gülen in een ander land dan de VS zou wonen, zou hij geconfronteerd worden met beschuldigingen van een gelijke aard als waar hij vandaag de dag mee wordt geconfronteerd.

Degenen die bovenstaande beschuldigingen uiten geven blijk van hun kwaadaardige intenties door te zeggen dat ze “met één aanklager en drie politieagenten kunnen verklaren dat deze Beweging een terroristische organisatie is om ze op die manier voorgoed het zwijgen op te leggen”. Sommigen interpreteren de beslissing van de regering om de particuliere voorbereidingscursussen voor de universiteit te sluiten als een manier om de Beweging een les te leren. Sommigen beweren dat de ambtenaren die beschouwd werden als sympathisanten van de Hizmetbeweging uit hun functie zijn gezet. Het is zeer betreurenswaardig dat dit alles erg doet denken aan de diepe staat praktijken en het proces van de postmoderne staatsgreep van 28 februari 1997.

De Hizmetbeweging heeft zich tijdens het uitvoeren van haar activiteiten altijd gehouden aan de wet. De bewering dat sommige aan de Beweging gerelateerde instellingen, die door de oprechte opoffering van gewone mensen konden worden opgericht en tot vandaag de dag een grote bijdrage leveren aan de maatschappij, door de regering worden opgedoekt om de Beweging op haar plaats te zetten, een lesje te leren, kan door geen enkel weldenkend en gewetensvol mens serieus worden genomen.

Kort samengevat, de Hizmetbeweging streeft ernaar de mensheid te dienen. Zij bestaat uit opofferingsgezinde en onbaatzuchtige vrijwilligers die door leiders en gewone mensen in alle 150 landen waarin de Beweging actief is, altijd met open armen zijn ontvangen. De Beweging is nimmer betrokken geweest bij een activiteit of project dat in strijd is met democratie, mensenrechten of de wet van het land waarin ze actief is. Betrokkenheid bij dergelijke activiteiten is voor de Beweging niet mogelijk zonder de aard van de Beweging volledig en onherkenbaar te veranderen, nu niet en in de toekomst niet. De Hizmetbeweging bestaat uit mensen, en waar mensen zijn worden fouten gemaakt. Dit is een natuurlijk gegeven. Daarom staat de Beweging niet alleen open voor kritiek, maar stimuleert zij de mensen die de moeite nemen kritiek te bieden, en verwelkomt zij hen oprecht. Dit alles in beschouwing genomen, is het onmogelijk om te zwijgen over de lastercampagnes met als doel het in een kwaad daglicht stellen van de Beweging en al haar activiteiten. Het doel van dit persbericht is niet het in de kiem smoren van opbouwende kritiek; het is bedoeld om een bijdrage te leveren aan een gezonder platform om dit soort kwesties te bespreken.

 

Stichting van Journalisten en Schrijvers (GYV)

Het standpunt van Fethullah Gülen over de Koerdische Kwestie

Door Stuart William

www.athought.info, 17 februari 2012

Een paar maanden geleden, kort nadat er 24 soldaten waren vermoord door de PKK en alles met betrekking tot de Koerdische kwestie achteruit leek te gaan, hield Fethullah Gülen een belangrijke toespraak over deze kwestie. Deze werd later op de website herkul.org, gepubliceerd en veroorzaakte een aantal controverses (of deed ze herleven). Hier zal ik eerst een samenvatting presenteren van zijn verklaring voordat ik stil zal staan bij een aantal punten van controverse waartoe deze heeft geleid.

Wat zei Gülen nou eigenlijk?

Fethullah Gülen begon zijn verklaring door te zeggen dat niemand van ons, inclusief de regering, niet voldoende verdrietig was over dit conflict, niet diep genoeg geraakt om er een oplossing voor te vinden. Hij zei dat tenzij of totdat wij het probleem diep genoeg voelen, al de voorgestelde oplossingen, oprechtheid zullen ontberen en onhoudbaar zullen blijken.

Ten tweede, bekritiseerde hij de vorige regeringen en de militairen omdat ze te weinig hebben gedaan om de aanvallen, die het werk zijn van terroristen, te stoppen. Hij vindt het enorm discutabel dat het niet lukt om terrorisme aan te pakken, gezien de technologische en personele middelen die het leger ter beschikking krijgt.

Ten derde veroordeelde hij, op ondubbelzinnige wijze, de terreur en het geweld, hij adviseerde daarvoor in de plaats dat mensen proberen zich positief te gedragen. Hij zei dat er niets gewonnen kan worden door mensen pijn te doen; het had ook geen nut om mensen in de straten op te trommelen en op te roepen tot wraak. Daarvoor in de plaats, drong hij bij de mensen aan om kalm te blijven en beleid te ontwikkelen die ze aan de regering konden overdragen voor consideratie.

Ten vierde en misschien wel het allerbelangrijkste, drong hij er bij de regering op aan om de natuurlijke rechten te implementeren voor de Koerdische mensen zoals de Westerse staten ze implementeren voor hun etnische minderheden. Hij betoogde dat het recht op onderwijs in je moedertaal een fundamenteel recht is en een recht dat over het algemeen in het Westen steeds toegepast wordt.

Waar ging het mis?

De afgelopen weken is de verklaring van Gülen in de Turkse media uitvoerig besproken en werd hevig onder vuur genomen met kritiek. Bijvoorbeeld, een aantal mensen uitte kritiek op Gülen omdat hij in de afgelopen 30 jaar niets zou gezegd hebben zeggen over de Koerdische kwestie, geen beleid zou hebben aangedragen aan de regeringen en altijd stilzwijgend de militairen en de vorige acties van de regeringen zou hebben gesteund.

Het is gewoonweg niet waar dat Gülen niets heeft gezegd of niets heeft gedaan met betrekking tot de Koerdische kwestie. Vanaf 2000 heeft hij steeds welgestelde families uit het westelijke gedeelte van Turkije, aangeraden om zich in het oosten te vestigen en bevriend te worden met families uit het oosten. Hij drong er bij hen op aan om bijvoorbeeld feestdagen met elkaar door te brengen. In reactie hierop, gingen duizenden mensen naar de oostelijke delen van Turkije, verbleven daar en hielpen de arme families met behulp van de hulp organisatie voor liefdadigheid, Kimse Yok Mu. Hij drong er bij de scholen in het westen op aan om beurzen te verlenen voor de arme kinderen die zich anders een goede opleiding niet konden permitteren: honderden kinderen kregen hun middelbare school volledig vergoed in goed gevestigde scholen in de grote steden van Turkije zoals Istanbul, Ankara en Izmir.  Hij overtuigde filantropische zakenmensen om ‘lees ruimtes’ te openen in het oostelijke deel van Turkije: hiervan werden er honderden geopend en duizenden kinderen kregen gratis wiskunde en wetenschappelijke cursussen. Gülen sprak de leraren ook aan om gratis les te geven in deze lees ruimtes: honderden vrijwilligers reageerden en verhuisden naar de regio, zonder enige verwachting van materiële beloning. Inderdaad, het grootste deel van de recente sociale mobiliteit vanuit het westen naar het oosten in Turkije, kan toegeschreven worden aan de goede adviezen van Fethullah Gülen. Ook na de verandering in de wet die TV uitzendingen in het Koerdisch toeliet, was het op advies van Gülen dat het eerste privé kanaal dat in het Koerdisch uitzond, namelijk Dunya TV, werd gevestigd.

Per slot van rekening is de Gülen beweging een sociale beweging; zij kan geen en wil ook geen wetten maken. Recentelijk verklaarde premier Erdogan dat niemand van hem amendementen moet verwachten ten aanzien van de wet over het recht op onderwijs in de moedertaal. Als een opinieleider stelde Gülen dat het een fundamenteel recht is om in de moedertaal onderwijs te geven en het is in de gevestigde democratieën in het Westen een optie om in je moedertaal onderwijs te krijgen. Was daar nu enige verplichting voor hem om dit te doen, vooral met het oog op oppositie op de huidige regering over deze kwestie? Nee, gewoonweg niet. Sommige mensen vroegen, wanneer Gülen echt gelooft dat dit een natuurlijk recht is, waarom bieden de scholen van Gülen de Koerdische taal dan niet als een keuzevak aan? Het antwoord is: het is nog steeds illegaal om het zo te doen. De Gülen scholen moeten in Turkije opereren binnen de wetten van het land, zoals elke andere staatsschool dat ook doet. Het enige dat Gülen kan doen is zijn mening ventileren over het hebben van de Koerdische taal als een keuzevak. Ik geloof dat dit in de nabije toekomst zal gebeuren en ik ben er zeker van dat de eerste scholen in Turkije die in de Koerdische taal les zullen geven, de Gülen scholen zullen zijn.

Een ander kritiek was gericht op de verklaring dat de PKK verslagen zou moeten worden. Critici vroegen zich af hoe een man van liefde in het voordeel van geweld tegen de PKK guerrilla’s kon spreken?  Wat voor een reactie hadden deze critici dan van hem verwacht? Was hun verwachting dat hij ‘Dankjewel’ zou zeggen tegen de PKK voor het doden van onschuldigen – kinderen, zwangere vrouwen, politiemensen die aan het voetballen waren –voor het in vuur steken van middelbare scholieren die in hun slaapplaatsen aan het slapen waren –voor het chanteren of terroriseren van de mensen in de hele regio, voor acties die in de afgelopen dertig jaar hebben geleid tot het verlies van meer dan 30,000 mensenlevens? De rechten van de Koerdische mensen zijn nu duidelijk gescheiden van de acties van de PKK. De PKK is een illegale terreur organisatie en wordt ook als dusdanig erkend door bijna elke staat binnen de regio en ook in het Westen.

Door deze verklaring die hij over deze kwestie heeft gedaan, in een periode wanneer alles achteruit aan het gaan was, heeft Fethullah Gülen, volgens mij, trouw zijn verantwoordelijkheid genomen als een opinieleider en de inspirator van een grote sociale beweging: hij benadrukte op een krachtige manier de rechten van de Koerdische mensen en adviseerde de maatschappij als geheel,  zich verantwoordelijk te voelen voor de situatie en om op een positieve manier te handelen.

Gulen en een nieuw paradigma in de Koerdische kwestie

Gulen en een nieuw paradigma in de Koerdische kwestie

Door: Markar Esayan

Today’s Zaman, 26 oktober 2011

We maken moeilijke tijden mee. Dit land heeft zoveel problemen die genegeerd worden en die ons raken; zij doen dit soms als een groep, soms individueel en soms als een collectief geheel. Verlies van tijd en geld kan gecompenseerd worden. Maar wat doen we met levens die verloren zijn gegaan? Of wat doen we met degenen die het leed van verlies van een dierbare hebben ervaren.

Tijdens de Çukurca aanval, doodde de Koerdische Arbeiders Partij (PKK) 26 van onze soldaten; Als gevolg hiervan werd er een militaire campagne gelanceerd tegen de PKK kampen in Çukurca en het Zap gebied. Het aantal PKK gevallenen waarover geschreven wordt loopt in de honderden.
Op dit moment werden Van, de parel van het oosten, en een stad waarvan ik hou, geraakt door een aardbeving van 7.2 op de schaal van Richter. Het aantal doden van de beving was toen ik dit schreef 432. Ik hoop dat dit aantal niet zal stijgen. Maar onze pijn is zo groot. Ik verloor twee verwanten aan deze aardbeving en mijn hart is aan het bloeden. Moge God genade hebben met hen en mogen ze in vrede rusten.
Onafhankelijk of ze nu soldaten of PKK militanten waren, dit zijn onze mensen. Hun moeders zijn burgers van dit land. We noemen het de Koerdische kwestie maar sommige van de soldaten die in Çukurca of elders waren gedood zijn van Koerdische herkomst. En degenen die hen hebben gedood zijn Koerdische PKK militanten. Er zijn zelfs incidenten waar het lichaam van een martelaar en het lichaam van een militant klaargezet werden om begraven te werden in hetzelfde huis. Deze kwestie is zo gecompliceerd geworden dat we geen optie hebben dan het oplossen ervan. Klaarblijkelijk, is de PKK aan het proberen de staat naar de bergen in Noord Irak te trekken. De PKK denkt dat in dit gebied waar ze bekend zijn, het makkelijk zal zijn voor hen om een groep van soldaten te verslaan die slechts een training van twee maanden hebben ontvangen. De PKK is in een staat van complete arrogantie. De feodale heren van de PKK geven er geen zier om hoeveel jonge mensen er verloren zijn gegaan. Ze zijn zelfs ervan overtuigd dat hoe meer bloed er wordt vergoten, des te sterker zij zullen worden omdat tot nu toe, de staat hen alles heeft gegeven dat ze wensten. De staat heft de dorpen in brand gestoken en vernietigd zonder onderscheid te maken tussen PKK en de gemiddelde Koerdische mensen waarbij ze de burgers doodden en moorden pleegden. De organisatie misbruikte de woede en de razernij die hiermede verband hield.
Maar hoe gaan we het probleem oplossen?
De remedie is door uit dit paradigma te stappen als een volk met het politieke etablissement die niet in de valkuil valt van de PKK. In een land waar het woord “Koerdisch” tot voor kort werd verbannen en waar de Koerden nog steeds geen aanspraak kunnen maken op allerlei van hun rechten, de enige manier om met bloedige organisaties als de PKK, die alleen op het consolideren van zijn kracht gericht is, om te gaan is door de rechten van de Koerdische burgers te erkennen zonder te proberen hen deel van onderhandelingen te maken. En wij, als de staat en het volk, zouden zelfs onze excuses moeten aanbieden aan hen voor de wreedheden waaraan ze onderworpen zijn geweest sinds the twintiger jaren. Het enige dat mijn aanstond tijdens de Koerdische opening was de legitimatie van de Koerdische identiteit en de empathie dat het publiek had voor de pijn van de Koerden. De mensen begrepen uit de onlangs onthulde documenten van de vieze oorlog in de recente jaren dat diepe structuren binnen de staat en de PKK, hand in hand, deze oorlog hebben lopen bekostigen omdat deze oorlog hen macht en economische voordelen biedt.

Fethullah Gülen maakte in een recent toespraak getiteld “Terreur en het lijden,” gepubliceerd op de website Herkul.Org , een aantal zeer belangrijke observatie. Ik zou graag een aantal van zijn uitspraken willen uitingen willen citeren:
“Toen hij aanbevelingen aan het doen was voor het vestigen van een universiteit met de naam Medresetü’z Zehra,  in Van, tijdens de jaren van de constitutionele monarchie, zei Bediüzzaman [Said Nursi]  Arabisch [als een academische taal] zou fard  moeten zijn [verplicht], Turksh waajib [noodzakelijk] en Koerdisch djaiz [toegestaan], en dat alle drie de talen tegelijkertijd onderwezen zouden moeten worden. Hij verwees naar het Koerdisch als aanbevelenswaardig. Wij zijn er niet in geslaagd om dit uit te spreken. … Waarom was het Koerdisch niet toegestaan in de scholen? Het zou als een taal zijn ontwikkeld binnen jullie systeem. In dit grote land, de Verenigde Staten, spreken de Spanjaarden hun eigen taal en de Italianen die van hun. Jullie hebben ook het recht om jullie eigen scholen te openen waar jullie de Turkse taal kunnen aanbieden als een keuzevak. Niemand die hiertegen iets doet….”
(…)
“Allen die zich zorgen maken over ons land en onze mensen… zouden kalm moeten blijven en terughoudend moeten zijn bij onrust en provocaties, ze moeten ook vergeldingsacties zeer zeker vermijden. Dit probleem kan niet worden opgelost door reacties en leuzen, zoals ‘Martelaars sterven niet, vaderland is niet verdeelbaar.’ Degenen die de provocaties en de zaden van verdeeldheid verhinderd willen zien, kunnen hun opinies op vredige wijze uiten door solide en gezonde verslagen en verklaringen die doorgestuurd kunnen worden naar de autoriteiten als leidraad voor anderen.”
De Moslims zijn in de afgelopen negen jaar, het hoofd dynamiek geweest van de verandering in Turkije. Ze hebben hun banden met het nationalisme, militarisme en de status quo. Deze punten die door Gülen werden onderschreven zijn uitermate belangrijk. Hij identificeert op duidelijke en precieze manier de reden voor de problemen en adviseert de oplossing.

Dit is wat ik bedoel met een nieuw paradigma: het recht om in gelijkheid en vrijheid naast elkaar te bestaan. Het overgeven aan deze mentaliteit zal alle problemen oplossen. In deze droevige week, gaven de opmerkingen van Gülen mij hoop en troost.

Heksenjacht op andersdenkenden

Geschreven door Francisco van Jole, 2525.com

Op verzoek van ‘Erasmus in Rotterdam’ schreef ik onderstaande column voor een bijlage die bij nrc.next werd gevoegd.

De reportage begint met een Nederlands straatbeeld. In slow motion. Een Turkse jongen kijkt achterom naar de camera terwijl hij wegloopt, een busje met daarin een man in islamitisch uitgaanstenue rijdt voorbij. Ook hij kijkt even naar de camera. Alsof ze zich betrapt weten. Er zwelt muziek aan en een stem zegt dreigend: ‘Niemand weet precieze aantallen, maar met mogelijk duizenden aanhangers is het waarschijnlijk de grootste Turkse beweging in Nederland.’ Als je een beetje verstand van media hebt, weet je het dan al meteen. Dit wordt een reportage die van de suggestie aan elkaar hangt: Niemand weet. Mogelijk. Waarschijnlijk. Allemaal in een enkele zin gebruikt. Zo begon op 4 juli een reportage van Nova over de islamitische intellectueel Fethullah Gülen en zijn aanhang.

De nietsvermoedende kijker schrikt zich ondertussen een hoedje, want de dreiging druipt er vanaf. Help! Er is iets onder ons wat we niet kennen. Een Vijfde Colonne van militanten die zich voordoen als modelburgers, maar ondertussen het land willen overnemen. Dat was inderdaad ook de strekking van de reportage. Die Fethullah Gülen zou naar de buitenwereld sympathieke praatjes verkopen, maar ondertussen werken aan de onderwerping van de Westerse wereld. Hetzelfde wordt beweerd van Tarik Ramadan, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Bewijzen zijn er niet of amper. Het zijn dan ook geen beschuldigingen, maar verdachtmakingen. Dat is een doeltreffende methode, want we worden allemaal onwillekeurig beheerst door het ‘waar rook is, is vuur’.

De Nova-presentator benadrukte nog een paar keer dat de organisatie ‘tonnen subsidie’ ontvangt. Hoeveel precies of waarvoor werd niet verteld. Het werd gebracht als een soort halve fraude. ‘Ze gaan er ook nog met onze belastingcenten vandoor!’ Terwijl subsidie gewoon een middel van de overheid is om bepaalde zaken voor elkaar te krijgen. Daar is niets verdachts aan. Als een organisatie onrechtmatig subsidie krijgt of er mee sjoemelt, moet je dat aantonen. Nova deed dat niet.

Om de sfeer compleet te maken, vond er na afloop nog een studiogesprek plaats. Met twee politici die allebei fel tegen Fethullah Gülen zijn. Dat is geen journalistiek meer, dat is activisme. Een activisme dat bij Nova vaker te bespeuren valt als het om de islam gaat. Het is onderdeel van de heksenjachtcultuur die de laatste jaren in Nederland is opgebloeid.

In Rotterdam barstte er nog een relletje los. Leefbaar Rotterdam – de partij die allochtonenangst bij voorkeur giet in een debat over religie, omdat ze zo makkelijk het wettelijk verbod op discriminatie kan omzeilen – eiste meteen op hoge toon een onderzoek.

Ondertussen weet ik nog steeds niet wat ik van die Fethullah Gülen beweging moet denken. Ze hebben sekte-achtige trekjes, zei een criticus. Tja, dat heeft de Pinkstergemeente ook, of Jehovah’s Getuigen. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze gelijk staan aan Scientology, om maar eens een echte sekte te noemen.

Gevaarlijk werd de beweging genoemd door een Turkse criticus. Ze zouden de sharia willen invoeren. Persoonlijk vind ik de Christen Unie ook gevaarlijk. Ik moet er niet aan denken dat die het met hun fetisj voor bijbelse regels ooit voor het zeggen krijgen in dit land. O wacht, dat hebben ze al. Hoeveel subsidie zouden die wel niet krijgen?

Wat me nog het meest verbaasde, was dat alle leden van die Gülen-beweging zo welbespraakt en goed opgeleid waren. Wat doe je jezelf dan toch in hemelsnaam aan, is de naïeve vraag die dan bij me opkomt. Waarom leef je niet gewoon volgens je eigen inzichten? Waarom dat gesmacht naar een ticket voor het hiernamaals?

Door de Rotterdamse stichting Huis van Erasmus wordt in oktober een conferentie over Gülen gehouden. Hij wordt door de organisatie in de titel van het congres op één lijn gesteld met de Rotterdamse wijsgeer. Dat lijkt me teveel eer, maar bij Erasmus te rade gaan is geen gek idee nu die heksenjacht op andersdenkenden in volle gang is.

Erasmus spreekt in de ‘Lof der Zotheid’ over ‘de specerij der dwaasheid’. We kunnen kennelijk niet zonder. Ondanks en dankzij onze intelligentie worden er steeds weer rare verhalen verzonnen waar mensen in geloven. De één denkt dat je drie keer per dag naar de kerk moet om het Opperwezen te behagen, de ander meent dat je er beter een hele maand voor kunt vasten. Ik vind ze allebei even zot, maar ik vind ook dat mensen recht hebben op die dwaasheid. Ontneem mensen hun dwaasheden en wat overblijft is de hel.

Hoed u voor ‘demonisering’ van succesvolle nieuwe Nederlanders

Geschreven door Alaattin Erdal

Op 6 februari jl. berichtte Trouw uitgebreid over een onderzoek naar enkele Turks-Nederlandse instellingen, waaronder internaten. Het onderzoek werd aangekondigd door de minister voor Integratie, overeenkomstig de wensen van verschillende fracties in de Tweede Kamer. De commissievergadering waarin een en ander aan de orde kwam, was mede te danken aan schriftelijke vragen die de Tweede Kamer eerder stelde over de zogenaamde ‘Gülen-beweging’.

Fethullah Gülen is een Turkse intellectueel, voormalig predikant, die al meer dan 50 jaar denkt, schrijft en spreekt over allerlei maatschappelijke vraagstukken. Gülen heeft meer dan 50 boeken op zijn naam staan en is een gezaghebbende persoonlijkheid, zowel binnen als buiten Turkije.

Maar hij heeft ook critici. En volgens sommigen van hen behoren ook allerlei Turks-Nederlandse instellingen die actief zijn op tal van gebieden, variërend van economie, onderwijs, dialoog, debat en media tot Gülens ‘beweging’. Zij zouden een dubbele agenda hebben en er zelfs op uit zijn om Nederland op termijn te islamiseren!

Het artikel in Trouw bevatte een uitgebreide weergave van de vragen die door Kamerleden gesteld zijn aan de minister. Daarbij valt op dat veel vragen gebaseerd lijken op aannames, beelden, geruchten, insinuaties en allerlei andere vormen van informatie die elkaar tegenspreken en niet direct controleerbaar zijn. Misschien is dit de reden voor een onderzoek. Om voor eens en voorgoed een eind te maken aan allerlei desinformatie en geruchten over een reeks individuen en organisaties. Een vergelijkbaar, uitgebreid en zeer zorgvuldig onderzoek is een aantal maanden geleden nog in Rotterdam uitgevoerd. Het resultaat werd , met uitzondering van Leefbaar Rotterdam, door alle partijen in de gemeenteraad omarmd. De voortdurende beschuldigingen uit de hoek van Leefbaar Rotterdam werden op overtuigende wijze ontkracht.

Ook de ‘argumenten’ die enkele Kamerleden nu aanvoeren om een dubbele agenda van deze organisaties aan te wijzen, zijn niet gebaseerd op feiten. Even zorgelijk is volgens mij het gemak waarmee sommige politici , zonder enig bewijs, publiekelijk met verdachtmakingen strooien ten aanzien van organisaties die juist bezig zijn met op integratie en dialoog gerichte activiteiten.

Volksvertegenwoordigers die zich zorgen maken over groepen die achterblijven, problemen veroorzaken en zichzelf buitensluiten, met als uitgangspunt om deze groepen juist te betrekken bij het geheel, hebben mijn volledige steun en sympathie. Dat is mijns inziens in ons aller belang.

Maar wat ik niet begrijp is de gretigheid en gemakzucht, waarmee allerhande praatjes worden overgenomen en gepresenteerd, alsof het om feiten gaat.

Helaas lijken we steeds meer te leven in een samenleving waarin de nodige voorzichtigheid en empathie met betrekking tot elkaars zienswijzen ontbreekt. De verharding en tal van barrières maken het steeds moeilijker om de zo broodnodige oprechte dialoog tot stand te brengen. Om die desondanks te verwezenlijken, hebben we juist alle handen en hoofden nodig die kunnen werken en denken ten bate van een welvarende, leefbare en veilige samenleving.

We verkeren in Nederland niet in de luxe positie, dat we een beperkt potentieel kader – het ‘potential of the civil society’ – zouden kunnen opofferen omwille van populistisch succes en electoraal gewin.

Een concreet voorbeeld moge dit verduidelijken. In het artikel wordt tevens gesteld dat het dagblad Zaman zich niet zou bezighouden met integratiebevorderende activiteiten. (Alsof dat wel een primaire doelstelling zou zijn van de Nederlandse mainstream bladen!)

Dagblad Zaman is op dit moment verreweg het grootste Turkstalige dagblad, zowel in Turkije als daarbuiten. In Nederland beschikt Zaman over een eigen Beneluxeditie, dat wil zeggen, een ochtendblad dat zich uitsluitend richt op de lezers in Nederland en België. Bovendien heeft Zaman het eigen weekblad ‘Zaman Hollanda’, met meer achtergrondverhalen, onder andere over Nederland.

Je bent pas met het ‘ritsen’ in de samenleving bezig, wanneer je niet alleen in eigen taal maar ook in het Nederlands publiceert. Zo geven we ook een Nederlandstalig opinie(maand)blad uit, ‘Zaman Nederland.’ De activiteiten (seminars, cursussen journalistiek) en onderwerpen, variërend van ‘democratie en islam’ tot economische betrekkingen tussen Nederland en Turkije, geven duidelijk aan dat Zaman niet slechts doet wat het moet doen, maar daar nog een schepje bovenop doet. We publiceren dagelijks over wat we denken en over wat we aan het doen zijn. Er is geen ruimte en behoefte om dingen voor onszelf te houden. Er wordt nergens geheimzinnig over gedaan. Voor degenen die de Turkse taal niet machtig zijn, wordt in het Nederlands gepubliceerd. Iedere politicus en collega journalist die de Nederlandse taal machtig is, kan onze bladen en onze website raadplegen.

Als er dan toch zulke ongegronde beschuldigingen in de openbaarheid worden geslingerd kan er slechts sprake zijn van een intentie tot ‘demonisering’.

Juist van diegenen die geloven in het vrije woord, mogen wij steun verwachten om deze hetze te laten stoppen. Een hetze om kleurrijke en succesvolle organisaties monddood te maken, terwijl we ze juist zouden moeten koesteren in deze barre tijden.