1. Omdat de Koran een boek is dat de mens en het universum beschrijft, bevat de Qur’an ‘alles’. De Tekst verklaart:

‘Bij Hem zijn de sleutels van het Verborgene. Alleen Hij kent ze. Hij weet wat er op het vasteland en wat er in de zee is. Er valt geen blad of Hij weet het en er is geen zaadkorrel in het duister van de aarde, niets vochtigs en niets droogs of het staat in een Duidelijk Boek.’ (Al-An’am, 6. 59)

Ibn Mas’ud zegt dat de Qur’an informatie geeft over alles maar we zijn daarom niet in staat om alles wat de Qur’an bevat, ook op te merken. Ibn Abbas, bekend als de Uitlegger der Qur’an en de Geleerde van de Ummah, verzekert dat indien hij de teugel van zijn kameel zou verliezen, hij die met de hulp der Qur’an zou kunnen terugvinden. Jalal al-Din al-Suyuti, een belangrijke geleerde uit het 15e eeuwse Egypte, legt uit dat alle wetenschappen en takken van kennis in de Qur’an kunnen worden gevonden.Zoals bekend, is de Qur’an een boek van gemiddelde omvang en het maakt bovendien, om verschillende redenen gebruik van herhalingen en terugverwijzingen. Hoe kan het dan alles bevatten wat we nodig moeten weten over leven, wetenschappen, gedrag, schepping, het verleden en de toekomst enz.?

Voor we overgaan naar een uitleg van deze belangrijke kwestie, moeten we verduidelijken dat, om te kunnen leren uit de Qur’an, men op onderricht moet voorbereid zijn. De Qur’an richt zich op alle tijden en ruimtes en op alle niveaus van begrip: van psychologen tot filosofen en sociologen, van fysici tot biologen, van rechtsgeleerden tot traditionalisten en van spirituele leiders tot opvoeders. Een Qur’an student moet aan verschillende voorwaarden voldoen: eerst en vooral; een vast geloof in de Qur’an hebben en dit met uiterste inspanning in het dagelijks leven toepassen. Ten tweede; vermijden van zonden, zoveel mogelijk. Ten derde; de Qur’an verklaart dat:

‘Een mens heeft slechts hetgeen waarvoor hij zich inspant’ (En dat de mens niet meer kan krijgen dan hetgeen waarnaar hij streeft)(al-Naim, 53;39)

Dit betekent dus dat een student, zoals een ervaren diepzeeduiker en verkenner, die ‘naar koraal zoekt’, duikt in de ‘oceaan’ van de Qur’an en, zonder verveling noch vermoeidheid, verder gaat met zoeken gedurende zijn hele leven. Ten vierde; het begrijpen van de Qur’an vergt een goed begrip van de Arabische taal en voldoende kennis van al de religieuze en natuurlijke wetenschappen. Een goed verstaan vergt dus de samenwerking van wetenschappers uit alle gebieden van natuurlijke en sociologische wetenschappen met religieuze geleerden-experts in Qur’an commentaar, Hadith, fiqh (rechtsspraak), theologie en spirituele wetenschappen. Ten vijfde; Tijdens het opzeggen en studeren moet een Qur’an student zich zien als de eerste tot wie de Qur’an werd gericht en bewust zijn van het feit dat elk Qur’an vers zich rechtstreeks tot elke student richt. Als we bijvoorbeeld de verzen beschouwen die over voorbije gebeurtenissen handelen of de verhalen over Profeten en hun volkeren, als slechts een verslag van, voor de rest onbelangrijke, gebeurtenissen: dan kunnen we uit de Qur’an niets leren. We zouden moeten leren dat met al deze verzen, de Qur’an ons direct aanspreekt en onszelf beschrijft, tot zelfkennis aanspoort.

2. Volgens de eigen natuur, plaats, waarde en betekenis in het bestaan, heeft alles een plaats op zich in de Qur’an:

a. De Qur’an bevat niet alles in dezelfde mate. De Qur’an streeft 4 doelstellingen na: Het bestaan en de eenheid van God verduidelijken, het Profeetschap, de lichamelijke verrijzenis en de inspanning op het eren van God en het nastreven van rechtvaardigheid. Om dit te bereiken wijst de Qur’an ons op Gods daden in het universum. Zijn weergaloze kunst uit zich door de schepping, de realisaties van zijn Namen en Kenmerken en de schitterende perfecte orde en harmonie in het bestaan. Ook vermeldt het zekere historische gebeurtenissen, bepaalt de regels van persoonlijk en sociaal goed gedrag en moraliteit en de principes van een gelukkig, harmonieus sociaal leven. Het legt ook uit hoe we onze schepper moeten eren en wat we moeten doen om Hem gunstig te stemmen. De Qur’an vermeldt ook dikwijls het leven in het Hiernamaals en legt uit hoe we dit geluk kunnen bereiken en gered kunnen worden van eeuwige straf.

b. Het eerder vermelde vers, al-An’am, 6.59, stelt dat alles, nat of droog, hierin wordt gevonden. Is dat echt zo? Ja, maar niet iedereen is in staat om alles op te merken daar de dingen op verschillende niveaus worden vermeld. Vermelden van dingen is niet de belangrijkste taak van de Qur’an, zoals is uitgelegd. Alle dingen worden vermeldt, ofwel in de vorm van ‘zaden’ of kernen of samenvattingen, of als principes of tekens. Zij worden impliciet of expliciet vermeld, als suggesties of vage vermeldingen. Wélke vorm wordt verkozen, hangt af van de gelegenheid, op een manier die de doelstellingen van de Qur’an past en in verbinding met de vereisten van de context. Bijvoorbeeld:

Door de technische vooruitgang van de mens, zijn er wonderlijke realisaties zoals vliegtuigen, elektriciteit, motorvoertuigen, radio en telecommunicatie gekomen en hebben een zeer belangrijke plaats ingenomen in het materiële leven van de mensheid. Omdat de Qur’an, in alle wijsheid, zich richt tot de hele mensheid, negeert de Qur’an dit niet en vermeldt deze zaken op 2 manieren:

Eerst, zoals verder uitgelegd, in de mirakels der Profeten.

De tweede, in verband met zekere historische gebeurtenissen. Dit betekent: de wonderen der menselijke beschaving hebben niét meer recht om in de Qur’an vermeld te worden dan natuurlijke wonderen. Een verwijzing of impliciete vermelding volstaat. Bijvoorbeeld, zoals Said Nursi vermeldt (The Words-De Woorden, 1, Kaynak Yayinlari, Izmir, 1997, P 342-3)

Als een vliegtuig, door mensen gemaakt, zich tot de Qur’an zou richten met de woorden: ‘Geef me het recht om te spreken en een plaats in Uw verzen.’ dan zou zeker het luchtschip van de Hemelse, Goddelijke sferen -maan, aarde en andere planeten- antwoorden, namens de Qur’an: ‘Gij moogt hier een plaats innemen, overeenkomstig uw belang! Als de duikboten een plaats zouden vragen bij de Qur’an verzen, dan zouden de duikboten van de Qur’an diepte, – de hemellichamen die ‘zwemmen ‘ in de uitgestrekte oceaan van de hemel- zeggen: ‘Uw plaats naast ons is té klein om te worden opgemerkt! Als de schitterende, sterachtige elektrische lampen het recht zouden vragen om in de Verzen te worden opgenomen, dan zouden de elektrische lichten van de ruimte -bliksem, meteoren en de sterren die het gelaat van de hemel versieren, zeggen:

‘Gij hebt het recht om vernoemd te worden in de Qur’an in verhouding tot het licht dat gij geeft.’ Als de wonderen van de menselijke beschaving het recht zouden vragen om bij de Qur’an verzen te worden opgenomen, met betrekking tot de verfijning en kunstigheid die zij vertegenwoordigen, dan zou één enkel vlieg hen antwoorden: ‘Zwijg asjeblieft! Gij hebt minder rechten dan één van mijn vleugels. Want als alle fijne kunsten en schitterende instrumenten, door de mens gemaakt, werden samengevoegd, dan zouden ze niet zo wonderlijk en schitterend zijn als de fijne kunst en de delicate delen waaruit mijn kleine lichaam is samengesteld. Het vers:

‘Waarlijk, zij waarop gij U beroept zullen nooit zelfs maar een vlieg scheppen, al spannen ze allemaal samen om dit te doen. Alleen God kan dit en zal u doen zwijgen.’ (S22, A73)

c. De levensvisie en de wereldvisie van de Qur’an zijn helemaal verschillend van de moderne visies. Volgens de Qur’an is de wereld een gastenverblijf. De mens is een gast met vele verplichtingen en verblijft hier slechts een korte tijd. Aan de mens wordt de voorbereiding van het eeuwige leven opgedragen, de dringendste en belangrijkste plichten gaan voor. Daarom is hetgeen werd ontworpen voor wereldse doeleinden, weinig nuttig in de eredienst aan God. Dit is immers gebaseerd op de liefde voor de waarheid en het Hiernamaals en daarom zal het, door de geestelijke waarde, een plaats krijgen in de Qur’an.

Nog een reden waarom de Qur’an niet alles expliciet vernoemt wat de mens nodig heeft voor het geluk in deze wereld, zoals de verrijkingen van wetenschap en technologie, is deze:

Religie is er voor onderzoek; een test en een beproeving, door God geschonken, zodat in het veld van competitie de verheven geesten en de lage geesten van elkaar worden onderscheiden. Ruwe materialen worden in het vuur geworpen zodat diamant en steenkool, goud en aarde, van elkaar worden gescheiden. Zo ook wordt in het ‘testveld’ van het leven de Goddelijke voorschriften gebruikt om bewuste wezens te testen en hen te laten wedijveren zodat het kostbare ‘erts’ in de ‘mijn’ der menselijke mogelijkheden gescheiden kan worden van het afval. Omdat de Qur’an naar de mens werd gestuurd om te worden vervolmaakt door beproeving in dit aardse verblijf, zal die zeker alleen verwijzen naar de toekomstige gebeurtenissen in deze wereld. Iedereen zal hiervan op het gepaste moment getuige zijn. De deur der rede zal opengaan overeenkomstig de waarde der argumenten. Indien deze expliciet waren vermeld, dan zou het doel der test weggevallen zijn. Dan zou de Waarheid der Goddelijke verplichtingen of voorstellen even vanzelfsprekend geweest zijn als de verschijning van sterren aan de hemel. Dan zou er alleen maar bevestiging mogelijk geweest zijn. Geen wedijver meer, geen test of beproeving zouden nog zinvol zijn. De steenkool en de diamant zouden dezelfde geest hebben en samen blijven en niet onderscheiden worden.

Nogmaals: de Qur’an richt zich tot allen en altijd, op elk begripsniveau. Het is de gewone gang van zaken in elke gemeenschap en in elk tijdperk, dat de overgrote meerderheid der mensen omvat. Om dus iedereen naar de waarheid te leiden en naar de basisbehoeften, volgt de Qur’an een stijl en taal, die door iedereen kan begrepen worden. Zoals een mens zonder intellectuele vorming uit de Qur’an kan leren, zo is dit ook mogelijk voor geleerden, om het even welke hun specialiteit is. Daarom ook gebruikt de Qur’an meestal een symbolische taal en regelmatige verwijzingen naar vergelijkingen, allegorieën, metaforen en parabels:

‘Zij die goed geleerd zijn door de verzen’ (Al-Imran 3.7) weten hoe ze de Qur’an moeten benaderen en er uit leren en besluiten dat de Qur’an het Woord van God is.

Als de Qur’an moderne wetenschappelijke en technische ontdekkingen had vermeld, dan zouden de mensen uit vroegere tijden dit niet hebben begrepen en op die manier de betekenis hebben gemist van belangrijke verzen uit de Qur’an. Bovendien evolueren wetenschappen voortdurend en wat vandaag waar wordt genoemd is dat morgen niet meer, of omgekeerd.

d. God Almachtig heeft de mens begiftigd met intellectuele capaciteiten en in vele Qur’an verzen wordt de mens aangespoord om deze capaciteiten te gebruiken om de natuur en de gebeurtenissen te bestuderen. Als de Qur’an dan moderne ontdekkingen had vermeld, van alles wat kan ontdekt worden, dan zou het zinloos geweest zijn dat de mens werd geschapen op de best mogelijke manier, met vele capaciteiten. Ze zouden niet kunnen worden gebruikt of verbeterd.

e. Als de Qur’an alles expliciet zou vermelden wat we wensen te bereiken, dan zou het een Boek geweest zijn met Honderdduizenden bladzijden, onmogelijk om volledig te kennen om eruit te leren en om spirituele verlichting te bereiken. Het zou ook moeilijk voorleesbaar zijn en dit is in tegenstrijd met het doel van de Openbaring en de bedoeling van de inhoud.

Read more:
Hoe omschrijft u de “Gülenscholen”?

Antwoord: Met uw permissie wil ik deze scholen niet “Gülenscholen” noemen, maar privé-scholen die zijn opgericht door vrijwilligersorganisaties in de landen,...

Close